Het afnemende vertrouwen van burgers in de overheid heeft grote impact op onze maatschappelijke opgaven. En daarmee is het een probleem voor beleidsmakers en uitvoerders. Want waarom stuiten hun goedbedoelde acties op zoveel weerstand? In de workshop ‘Sociale integratie’ staan we stil bij de ‘afgehaakte burgers’ en hun ervaringen met democratie. Sabrina Keinemans – kwalitatief onderzoeker sociale rechtvaardigheid aan Zuyd Hogeschool – maakt tijdens haar presentatie inzichtelijk wat die leefwereld van afgehaakte burgers is. Hoe kijken wij als (overheids)professionals eigenlijk naar de burger? Welke (onbewuste) mensbeelden hanteren wij daarbij zelf?
Workshop 7
Sociale integratie: hoe om te gaan met groepen burgers die zich niet gehoord voelen?
Door: Sabrina Keinemans, Zuyd Hogeschool en Ernst Haijtink, Rijkswaterstaat
De cijfers liegen er niet om: in het laatste kwartaal van 2022 had slechts 25% van de 15-plussers vertrouwen in de Tweede Kamer. Dit cijfer is sinds 2012 niet zo laag geweest. Verder vindt 43% van de Nederlanders dat de overheid onvoldoende naar burgers luistert en bijna 60% vindt dat de politiek onvoldoende opkomt voor mensen zoals zij. Deze cijfers geven een duidelijke kloof aan tussen de burger en de overheid.
Keinemans: ‘Afhaken refereert in eerste instantie aan politieke betrokkenheid, gevoelens van politieke ondervertegenwoordiging. Maar ook aan een gebrek aan participatie: het niet meetellen op sociaaleconomisch vlak; op cultureel gebied; door een slechtere gezondheid, Een onderwerp als klimaatverandering staat ver van hen af. Over het algemeen kun je stellen dat mensen afhaken door een gebrek aan persoonlijk kapitaal. Daarbij kun je denken aan opleidingsniveau maar zeker ook aan sociale vaardigheden, het wel of niet hebben van een netwerk en ook de persoonlijke omgeving.
Afgehaakt zijn uit zich op meerdere manieren, zoals niet meer deelnemen; niet meer mee kunnen komen en het geven van een proteststem.
Andersdenkenden = anders levenden
Voor het bespreken van de afhakende burger vindt Keinemans het belangrijk dat we ons realiseren dat andersdenkenden ook anders levenden zijn. ‘Als je wilt weten wat mensen die afgehaakt zijn drijft, moet je met hen in gesprek gaan. En dat is niet eenvoudig. Veel van hen hebben het gevoel dat op hen wordt neergekeken door hoger opgeleiden. Toch hebben de onderzoekers van Zuyd Hogeschool die gesprekken kunnen voeren, bijvoorbeeld in een wijk in Eindhoven. Zij leerden uit deze gesprekken dat mensen afhaken om 3 redenen: angst, schaamte en boosheid.
Mensen ervaren angst om zich uit te spreken omdat zij repercussies verwachten van overheden of medeburgers. Of, zoals een bewoner het verwoordde: ‘Ik kan luisteren en meedenken. Maar ik kan niet meepraten. Omdat ik hier gestraft word als ik dat doe. Dus dat doe ik niet.’ De emotie ‘schaamte’ wordt opgeroepen bij deze groep omdat zij ervaren dat anderen buiten hun groep anders praten, doen en leven. Kenmerkend is dat lager opgeleiden ervaren dat hoger opgeleiden op hen neerkijken. Het zijn veelal hoger opgeleiden die werken bij de overheid en de overheidsuitvoering.
Mensbeelden
‘Ik weet eigenlijk helemaal niet wat de burger vindt en wil’. Deze quote komt van een openhartige deelnemer aan de workshop. En dat is frappant, want we maken als professionals wel beleid voor deze burger. En dat doen we dus kennelijk op basis van aannames en inschattingen. Om de mensbeelden waar RWS’ers mee werken te verkennen, deed het programma Strategische Verkenningen onderzoek. Als basis hiervoor gebruikten we het essay ‘Machtige Mensbeelden – politieke keuzes voor een menswaardig bestaan’ van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. Dat leverde 6 mensbeelden op die soms heel ver uit elkaar liggen en soms dicht bij elkaar. Opvallend was het beeld van de ‘rebelse burger’ die naar eigen inzichten en wensen gebruikmaakt van de netwerken die RWS beheert. Opvallend, omdat dit beeld mede bepaalt hoe je bijvoorbeeld communiceert naar burgers, of welke maatregelen je neemt.
Maatschappelijke erkenning
Keinemans: ‘De eigenlijke trend is dan ook niet zozeer de toenemende kloof tussen overheid en burger. Dat is slechts een symptoom van een andere ontwikkeling, namelijk: de beweging naar een samenleving waarin sociale rechtvaardigheid onder druk staat. Omdat welvaart ongelijk verdeeld is, politieke inspraak ongelijk verdeeld is en ook maatschappelijke erkenning ongelijk verdeeld is’.