Kunnen we door ecosysteemdiensten monetair te waarderen inzicht krijgen in financiering om biodiversiteit te versterken? Caroline van Leenders (RVO) ziet mogelijkheden.

Workshop 16

Biodiversiteitscrisis vanuit een financieel-economische blik

Door: Deborah Heijblom, Caroline van Leenders, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Shelita van Hunen, Rijkswaterstaat

De biodiversiteit gaat wereldwijd achteruit. Dat concludeert het Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES) in 2019 in het Global Assessment Report. Ook in Nederland is de kwaliteit van de natuur in de afgelopen decennia achteruitgegaan. Het IPBES stelt dat er betere bescherming, vermindering van milieudruk en ruimte voor de natuur nodig zijn. Ook moeten transformaties plaatsvinden in economische en consumptiestructuren, en in de waardering van de natuur. Om daarmee ook de indirecte, onderliggende oorzaken van biodiversiteitsverlies aan te pakken.

Impact en afhankelijkheid

De conclusies en aanbevelingen van het IPBES zijn een belangrijk uitgangspunt geweest voor de doelen van het VN Biodiversiteitsverdrag van 2022, het zogenoemde Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework (GBF). ‘Van de 23 doelen hebben er meerdere betrekking op de financiële sector’, zegt Van Leenders. Zij is senior procesmanager biodiversiteit in de financiële sector bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). ‘Het gaat onder andere om doelen als: financiële instellingen en bedrijven aanmoedigen om hun impact op de natuur en hun afhankelijkheid ervan in beeld te brengen. En: het uitfaseren van publieke financiële stromen die schadelijk zijn voor biodiversiteit.’

‘Van de 23 doelen hebben er meerdere betrekking op de financiële sector’

Van Leenders wijst erop dat ecosystemen verschillende diensten voor mensen leveren: namelijk producerende diensten (zoals de productie van hout of drinkwater), regulerende diensten (zoals bestuiving van gewassen door insecten en waterzuivering) en culturele diensten (zoals recreatie). De producerende en culturele ecosysteemdiensten zijn afhankelijk van de regulerende diensten.

De waarde van bestuivers

We weten dat de natuur van grote waarde is. Zo heeft de Europese Centrale Bank berekend dat 75% van de Europese economie afhankelijk is van de diensten van de natuur. Toch wordt die waarde nu niet meegenomen in het economisch systeem, constateert Van Leenders. ‘Die verschillende ecosysteemdiensten zijn monetair te waarderen. Je kunt bijvoorbeeld uitrekenen hoeveel bestuivers waard zijn. Want als ze er niet meer zijn, kost het een x-bedrag om gewassen te bestuiven.’

Je kunt ook berekenen hoeveel het kost om landbouwgrond om te zetten naar bos. ‘Dan gaat de waarde van producerende diensten naar beneden, omdat er geen gewassen verkocht kunnen worden. De waarde van regulerende diensten stijgt echter enorm, omdat bomen de lucht zuiveren en bos water beter vasthoudt. Zo kun je verder nadenken over de financiering van ruimtelijke ingrepen.’

Lasten beter verdelen

Interessant is dat de private financiële partijen meestal de producerende diensten financieren. De regulerende ecosysteemdiensten zijn vaak publiek gefinancierd en hebben vaak een grotere schaal, constateert Van Leenders. Zo is berekend dat in Brazilië financiële instellingen met hun investeringen in landbouw 0,6 miljard dollar winst maken. De schade aan het regenwoud is 66 miljard dollar en die schade is voor rekening van de gemeenschap. ‘Het is de vraag hoe we de kosten en lasten beter kunnen verdelen als we dit soort waarden doorrekenen.’

‘Op de COP16 zijn meer financiële instellingen aanwezig dan ooit’

Koplopers in de financiële sector

Koplopers in de financiële sector zetten stappen. ‘Verzekeraar a.s.r verlaagt de pacht van boeren als ze goed met de bodem omgaan. Met de achterliggende gedachte: als de boeren op dezelfde manier als nu door blijven gaan, dan gaat de waarde van de grond achteruit. En dat is het onderpand.’ Ook internationaal zet de financiële sector stappen. ‘Eind oktober is COP16, de VN-biodiversiteitsconferentie. Daar zijn meer financiële instellingen aanwezig dan ooit en Nederland organiseert een speciaal nature finance programma in het Dutch Paviljoen.’

Gebiedsgerichte aanpak

‘Je kunt deze gedachtegang toepassen op alles wat te maken heeft met het ingrijpen in een gebied’, zegt Van Leenders. Dat kan een dijk, bos of stad zijn. ‘Investeren in ecosysteemdiensten – en dus in biodiversiteit – vraagt om een lokale en gebiedsgerichte aanpak. Het is belangrijk om inzicht te hebben wie rendement maakt in een gebied en wie verliest. Wie weet kan dit inzicht bijdragen aan de financiering van de landbouwtransitie.’

Marijke Ruitenbeek
Marijke Ruitenbeek

‘Hoe geven we dat besef een plek in de politiek?’

‘Bij Waternet ben ik lid van de scenariodenkers. Ook onze club doet aan vroegsignalering. Eens in de 2 weken komen we kort bij elkaar, en eens per jaar proberen we trends te duiden. De workshop ‘Biodiversiteitscrisis vanuit een financieel-economische blik’ was interessant. Als de biodiversiteit afneemt, lijd je economisch verlies. Hoe geven we dat besef een plek in de politiek? Interessant om daarover te sparren.’

Marijke Ruitenbeek, strategisch beleidsadviseur water en klimaat bij Waternet

Ciska Blom
Ciska Blom

‘In gesprek komen met financiële sector’

‘Het mooie van deze bijeenkomst is dat er mensen uit verschillende sectoren aanwezig zijn. Het is goed om die te spreken. Ook uit de workshops haalde ik inspiratie. Zo hoorde ik bij een sessie dat banken en verzekeraars van doorslaggevend belang zijn in het streven naar meer biodiversiteit. Zij krijgen ondernemers in beweging. Vanuit kapitaal bezien is de overheid maar een beperkt sturende factor. Voor ons, ambtenaren, is het zaak om meer gesprek te zijn met die financiële instanties.’

Ciska Blom, strategisch adviseur bij Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden