Alarm in de fictieve gemeente Overdijk: er zit een giftige stof in de rivier! Het vermoeden is dat een bedrijf deze stof heeft geloosd. Het is zeker dat de stof schadelijk is voor mens en dier, maar er zijn geen heldere normen voor vergunningverlening. De gemeente heeft de bewoners afgeraden om akkerland en moestuintjes te sproeien en ook zwemmen en het eten van lokale vis zijn niet verstandig. Hoe moet de vervuiling worden aangepakt? En wat vertellen we de bewoners op de informatiebijeenkomst morgenavond?
Workshop 5
Ketensessie rond zeer zorgwekkende stoffen
Door: Michiel Overkamp, Senior-adviseur Programma Strategische Verkenningen, en Karin van Andel, Strategisch adviseur RWS Oost-Nederland
14 deelnemers verplaatsen zich in de rol van respectievelijk de gemeente Overdijk, waterschap Van Dijk tot Rivier, drinkwaterbedrijf Ons Schone Water, Rijkswaterstaat en bewoners. 2 deelnemers zijn observant. De opdracht is om samen de boodschap aan de bewoners te bepalen: hoe erg is het, wat gebeurt er nu en wat is de oplossing voor de lange termijn?
Lastige vragen
De deelnemers gaan ieder aan een eigen tafel in overleg. De bewoners zetten hun zorgen en vragen op een rijtje. Workshopleider Karin van Andel zorgt voor een verrassing als zij plotseling als journalist lastige vragen gaat stellen. Dat is het sein voor de separate tafels om sámen een verhaal richting de bewoners te formuleren. En dan blijkt dat iedere organisatie net een beetje andere informatie heeft en dat dit goed met elkaar gedeeld moet worden.
De informatieavond breekt aan. De gemeente voert het woord, want zij staan het dichtste bij de inwoners. De zorgen zijn niet zomaar weggenomen. Het is goed om te weten dat het drinkwater veilig is en dat er nog voldoende op voorraad is. Het drinkwaterbedrijf vindt wel dat de vergunningverlening echt beter moet. Nu wil het toeval dat het relatief natte voorjaar en de natte zomer zorgden voor veel watervoorraad; in een droger jaar was dit echt anders geweest.
Het waterschap adviseert het hele watersysteem door te spoelen, zodat de verontreiniging verdwijnt. Rijkswaterstaat zal die actie op zich nemen. Als laatste punt meldt de gemeente dat de bron waarschijnlijk gevonden is en dat daarop ook actie wordt ondernomen. Maar de bewoners zijn niet gerustgesteld…zit het gif nu ook in de grond? Wat als ik mijn moestuin heb gesproeid met water uit de sloot? Wanneer kunnen we weer veilig zwemmen en vis eten? En waar gaat het gif heen als je het systeem doorspoelt?
Leerpunten
De observanten noemen het opvallend dat de bewoners eerst heel veel informatie krijgen over de acties die worden ondernomen om de vervuiling onder controle te krijgen. Pas aan het einde wordt gemeld dat de waarschijnlijke vervuiler al in beeld is en dat die zal worden aangepakt. ‘Noem dat eerst, dan haal je mogelijk al een scherpe angel uit het proces.’ Ook viel op dat het gezamenlijke overleg pas laat op gang kwam. Die observatie wordt bevestigd door de deelnemers. ‘Toen we samen om tafel gingen, bleek pas dat iedere partij verschillende informatie had. Het was cruciaal om alle info te hebben. Je hebt kennelijk als organisatie toch de neiging om te varen op wat je zelf weet.’
Karin van Andel geeft tenslotte mee dat je in een situatie als deze voortdurend moet afstemmen. ‘Voor Rijkswaterstaat is het doorspoelen een flinke kostenpost en belasting van het watersysteem. Voor lang niet alle stoffen bestaat er een veiligheidsnorm; hoe bepaal je dan of je voldoende kunt doen? Het is denkbaar dat we vaker geconfronteerd worden met vragen en incidenten waarbij we op basis van onvolledige informatie samen met andere partijen moeten acteren.’