De manier waarop wij denken wordt gevormd door onze ervaringen. Hoe wij denken heeft vervolgens invloed op hoe wij naar de wereld kijken en hoe wij bijvoorbeeld onze steden ontwerpen. Wij zien deze wereld als de werkelijkheid, maar het is in feite niet meer dan een narratief of een door onszelf geconstrueerd systeem dat wij volledig geïnternaliseerd hebben. Met alle gevolgen van dien.
Workshop 4
Kompas RWS: Visie op de Verbonden Stad
Door:
Zeger Schavemaker, Future Mobility Designer bij gemeente Amsterdam
Dennis Orsel, adviseur Strategische Verkenningen Rijkswaterstaat
In dat systeem dat wij met zijn allen gecreëerd hebben, heeft bijvoorbeeld de auto een zeer centrale rol gekregen. Daardoor vinden wij het heel normaal dat wegen dwars door het landschap gaan. We zijn niet anders gewend. In de workshop gingen deelnemers aan de slag met een reflectie op hun eigen denken en hoe dat doorwerkt in hun werk en projecten. Zij werden door Zeger Schavemaker van de gemeente Amsterdam uitgedaagd om hun ogen te sluiten en bewust stil te staan bij hun gedachten en om zowel schriftelijk als mondeling antwoord te geven op prikkelende vragen, zoals: welke gebeurtenissen in het leven hebben jou gevormd? Ook gingen de deelnemers met elkaar in gesprek. Welke toekomst willen wij met ons werk realiseren? Welke uitgangspunten over het leven, de mens en de wereld gaan daarachter schuil? Welke toekomst willen wij dan realiseren? Zo verkent Rijkswaterstaat met het Kompas RWS wat onze rol als uitvoeringsorganisatie van het rijk in de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland kan zijn.
De grenzen van ons systeem
Het systeem loopt tegen zijn grenzen aan, of heeft ze zelfs al overschreden. Overstromingen, bosbranden, zeespiegelstijging, voedsel- en watertekorten, pandemieën, migratie, microplastics, obesitas, ongelijkheid. Het zijn allemaal consequenties van ons huidige systeem. Achter al deze crises zitten allerlei mensbeelden, zoals individualisme, utilitarisme, logisch positivisme, techno-optimisme en rationalisme. Op dit moment zijn we vooral druk met het optimaliseren van het huidige systeem. Maar dat is niet meer dan symptoombestrijding. In plaats daarvan moeten we het systeem veranderen, zo vervolgde Zeger zijn betoog.
Dat vraagt om nieuwe uitgangspunten. De economie moet ten dienste staan van de maatschappij in plaats van andersom. De mens moet zichzelf niet boven de natuur plaatsen, maar leven in de natuur. Ook de overheid moet veranderen. Deze moet meer ondersteuning bieden en werken vanuit vertrouwen. Op basis van deze nieuwe uitgangspunten is de visie op de verbonden stad ontstaan. Amsterdam moet een stad worden die de ecologische en sociale grenzen respecteert en waar ontmoeting, interactie en contact tussen mensen, met de maatschappij en met de omgeving centraal staan.
Gezonde en schone leefomgeving
In de verbonden stad wordt mobiliteit, die nu nog primair gericht is op efficiënte doorstroming, enkel nog gefaciliteerd voor wie dat echt nodig heeft. Dus vanuit het idee van het sufficientarisme: iedereen heeft een basisniveau aan mobiliteit. In de openbare ruimte moet meer plaats komen voor participatie en burgerinitiatieven, zoals voedselbossen. Daarnaast moet de openbare ruimte ten dienste staan van beweging, gezondheid en een schone leefomgeving. Om dit te bereiken gaat de gemeente Amsterdam actief regie voeren op de openbare ruimte met behulp van digitalisering. Het gaat daarbij om verantwoorde digitalisering die gericht is op het halen van de doelen van de verbonden stad.
Amsterdam doet dat niet alleen. In een digitaal ecosysteem werken overheden, gebruikers, bewoners, bezoekers, dienst- en netwerkaanbieders, ondernemers en onderzoekers met elkaar. In 2030 moet dat digitale ecosysteem het fundament worden voor allerlei digitale toepassingen waarmee regie kan worden genomen op de openbare ruimte. Zeger sloot zijn betoog af met de boodschap dat een systeemverandering bij jezelf begint. Daarom werden de deelnemers op weg gestuurd met de vraag: Hoe ga jij morgen bijdragen aan de gewenste toekomst?