De afgelopen jaren is het denken vanuit de stad te leidend geweest in het vormgeven van het niet verstedelijkte gebied. Dat moet anders, zegt Samir Bantal, directeur van AMO. "Het stedelijk leven is vrij fragiel. Is onze houding ten opzichte van natuur en platteland wel de juiste geweest?"
"Als de chefs van restaurants beroemdheden worden, dan is de samenleving tot zijn einde gekomen." Het zijn geen vrolijke woorden die Samir Bantal zijn publiek voorhoudt. Hij stelde in 2020 samen met Rem Koolhaas de tentoonstelling ‘Countryside, the future' samen. Dat was geen kunstvoorstelling, maar een onderzoek en de uitkomsten ervan.
Het ultieme symbool van onze veranderende connectie met voedsel is de ‘gouden biefstuk’ die de beroemde kok Nusret Gökçe, bekend als Salt Bae, presenteert in Dubai. Een stuk vlees, waar bladgoud overheen zit. Bantal: "Voedsel is entertainment geworden."
Een soort frivoliteit
Hoe heeft het zover kunnen komen? Bantal stelt dat 2007 het eerste moment was dat er evenveel mensen in de stad als op het platteland woonden. Anno 2022 neemt de groei van de steden nog steeds toe. "Het betekent dat we vooral hebben geïnvesteerd in de stad, ook in onderzoek naar de stad. De laatste tien jaar hebben we onze hoop hebben gevestigd op slimme steden en netwerken. In de stad heb je een soort frivoliteit; daar leeft men."
Maar om dat in stand te houden, hebben we het platteland op onwaarschijnlijke schaal moeten organiseren, stelt Bantal. Zodanig dat we het romantische beeld van het platteland niet meer kunnen handhaven. "Gedachten werden in de stad gevormd en op het platteland geprojecteerd. Boeren kregen te horen wat ze moesten doen en hoe ze het moesten doen. En plotseling blijkt er een groep mensen te zijn die zich buitengesloten voelt, zowel in Nederland als in de Verenigde Staten."
In de 21ste eeuw is de traditionele landbouw grotendeels verdwenen, ten gunste van de bedrijfsmatige, machinale versie. In de Amerikaanse Midwest heeft de komst van megafarms natuur van de aardbodem laten verdwijnen, stelt Bantal. "Een steeds kleinere groep beheert een steeds groter deel van het land. Dat heeft effect op het landschap. De koeienpopulatie wordt eenvormiger. Er komen steeds grotere stallen waar mensen met cleanclothes in werken."
Grotere impact
Maar de groei van de stad heeft een nog veel grotere impact op het platteland dan alleen verandering van productiemethoden. Het platteland moet namelijk ook de oplossingen aandragen voor het leven in de steden. Het energievraagstuk, dataopslag, distributiecentra, migratie, voedselproductie en dergelijke hebben het platteland – of ruimer: de niet-stedelijke gebieden – al ingrijpend veranderd.
Bantal: "Het idee van grote boerenbedrijven werkt voornamelijk in de platte delen van Europa. Daar organiseren we onze energie. Maar ook de veestapel, en soms een datacenter. De warmte van het ene gebouw wordt overgepompt voor de slaproductie van de ander. De architectuur die te groot is voor steden wordt daarbuiten geplaatst. Daarom zie je aan de rand van steden en dorpen enorme gebouwen met interieurs die niet voor mensen bedoeld zijn. Van distributiecentra tot datacenters. Het is een soort hermetisch afgesloten, steriele omgeving."
De halve aarde
Een moment van reflectie is noodzakelijk, stelt Bantal. "De aarde is niet onuitputtelijk. Het stedelijk leven is vrij fragiel. Is onze houding ten opzichte van natuur en platteland wel de juiste geweest? De natuurkenner Edward Wilson heeft het boek ‘De halve aarde’ geschreven. Wilson brengt in kaart hoe wij blindelings de geschiedenis van miljoenen andere soorten negeren en waarschuwt voor een point of no return. Zijn oplossing: we moeten minimaal de helft van de aardbol volledig voor natuur reserveren. Daar zou de mens weg moeten."
Bantal noemt nog andere concepten. Bijvoorbeeld andere vormen van wonen, zoals nederzettingen met maximaal 2.000 personen. "Zo’n nederzetting is een mix tussen dorp en stad. En waarom wordt er niet meer gedacht aan samenwerking tussen mens, natuur en dier?"
Hoe dan ook: de Verenigde Naties geven aan dat in 2050 70 procent van de wereldbevolking in steden woont. Een groot deel van de wereld zal stedelijk gebied zijn. Bantal: "Dan moeten we ons niet meer richten op 2 of 3 procent van het aardoppervlak, maar op de hele aarde."
Over Samir Bantal
Architect Samir Bantal is sinds 2016 directeur van AMO, de denktank van het internationale architectenbureau OMA (Office for Metropolitan Architecture). Hij onderzocht samen met architect Rem Koolhaas ontwikkelingen op het platteland en afgelegen gebieden. Bantal werd in 1977 geboren in Selouane, Marokko. Toen hij 3 jaar was, verhuisde hij naar IJsselstein. Na zijn studie Bouwkunde en Projectontwikkeling aan de TU Delft werkte hij van 2005-2007 bij OMA van Rem Koolhaas. Via Blauwhoed (2007-2009), de door hemzelf opgerichte Studio Oblique en de TU Delft keerde hij in 2015 terug bij OMA.