Een productief (corona)jaar met grote contrasten
Voor Rijkswaterstaat gaat 2020 de boeken in als een bijzonder en productief jaar waarin grote contrasten zichtbaar werden. Bijzonder was 2020 zeker: het alledaagse bleek ineens niet meer vanzelfsprekend. Veiligheid, bewegingsvrijheid en de mogelijkheid elkaar te ontmoeten en te recreëren waren ineens allesbehalve vanzelfsprekend. Terwijl de samenleving voor een groot deel tot stilstand kwam, ging ons werk aan een veilig, bereikbaar en leefbaar Nederland onverminderd door.
Productief was 2020 – ondanks de wereldwijde pandemie – wel. In 2020 hebben we meer geld geïnvesteerd in onze infrastructuur dan in 2019. Het is duidelijk terug te zien in de cijfers dat het vervangen en renoveren van bruggen, tunnels en sluizen op stoom begint te komen. Sinds 2020 zijn bijvoorbeeld de stuwen in de Nederrijn en Lek weer in topconditie. En dat geldt ook voor de Wantijbrug en de Waalbrug. Ook is het gelukt diverse projecten versneld uit te voeren. Daarmee hebben we de bouwsector in deze lastige tijd zo veel mogelijk aan het werk kunnen houden.
Het contrast tussen de hoeveelheid projecten en de problemen bij het uitvoeren van deze projecten is groot. Het wordt steeds lastiger om te voldoen aan alle eisen van veiligheid, natuur en milieu, leefbaarheid en bereikbaarheid tegelijk. Door stikstof-, pfas- én coronaproblemen kwamen belangrijke uitvoeringsprojecten moeilijk van de grond. Wat betreft stikstof zijn de problemen nog verre van opgelost. Dit leidt tot grote vertragingen bij diverse projecten.
Een ander contrast dat in 2020 in volle omvang zichtbaar werd, is die tussen het huidige budget voor onderhoud en de zorgwekkend grote onderhoudsopgave die nog voor ons ligt. Kort en goed: Rijkswaterstaat heeft meer budget nodig dan er nu beschikbaar is om de infrastructuur veilig, leefbaar en bereikbaar te houden. Uit diverse onderzoeken blijkt dat we daarvoor per jaar 1 tot 1,4 miljard euro extra nodig hebben. Dat is dubbel zoveel budget als we nu beschikbaar hebben.
Dat gat in ons budget gaat de gebruiker de komende jaren voelen. Al in 2020 merkten we in de praktijk dat het aantal storingen op de weg en het water toeneemt. Onderhoudsprojecten moeten worden uitgesteld doordat er niet genoeg geld voor beschikbaar is en we zullen de komende jaren niet altijd in staat zijn storingen zo snel als wenselijk te verhelpen.
Toch kun je in crisistijd veel bereiken. Dit jaarbericht laat dat zien. Goed samenwerkend met overheidspartners, kennisinstituten, burgers en bedrijven. Door te experimenteren met innovatieve, duurzame oplossingen en ze toe te passen in de praktijk. Door te investeren in slimme mobiliteitsoplossingen en de kansen van data en informatievoorzienig optimaal te benutten. En met aandacht voor de belangen en de betrokkenheid van burgers.
Afsluitend ben ik vooral heel trots op de manier waarop de Rijkswaterstaters goed werk hebben geleverd. Ook tijdens de wereldwijde pandemie kunnen we vertrouwen op het vakmanschap van onze mensen. Bruggen en tunnels werden gewoon bediend, vergunningen gewoon verleend en renovatiewerk opgeleverd. Crisis of geen crisis. Als Nederland ons nodig heeft, staan we er, mits we daarvoor de middelen en mogelijkheden krijgen. Op de bouwplaats, in de auto, op een vaartuig, of thuis, achter de laptop.
Dit jaarbericht biedt van die inzet en die resultaten een boeiend overzicht in woord en beeld.
Ik wens u veel leesplezier toe!
Michèle Blom,
directeur-generaal Rijkswaterstaat