In de Marktvisie heeft Rijkswaterstaat met diverse partners uitgesproken projecten succesvoller te willen uitvoeren door beter samen te werken. Bij het project rond de krib- en oeververlaging langs het Pannerdensch Kanaal is het hele traject opgezet vanuit die gedachte. Rijkswaterstaat consulteerde de markt al verschillende keren in de verkenningsfase, gaat in de aanbestedingsprocedure uitgebreider de dialoog aan met samenwerkingskandidaten en zal de uitvoerende aannemer al in de planuitwerkingsfase bij het proces betrekken.
De Bovenrijn moet ook in extreme situaties voldoende water kunnen afvoeren om overstromingen te voorkomen. Daarom is het plan opgevat om de doorstroming van de rivier te verbeteren en de waterstand bij hoogwater 5 centimeter naar beneden te brengen. ‘We gaan dat aanpakken door in het verder stroomafwaarts gelegen Pannerdensch Kanaal een deel van de kribben en de oevers te verlagen’, legt contractmanager Frank Melten uit. Bij eerdere projecten rond kribverlaging kwamen in de uitvoering soms onverwachte zaken naar boven. Melten: ‘Bij de uitvoering bleken bijvoorbeeld gegevens niet representatief voor de situatie buiten. Daardoor kwamen er veel verzoeken tot wijziging binnen. Bovendien zagen we kansen voor betere onderzoeken, meer duurzaamheid en optimaler gebruik van kennis. Daarom hebben we het proces dit keer anders ingericht.’
1 partij voor het hele traject
Veel problemen hebben ermee te maken dat de opdrachtnemer die het project uiteindelijk uitvoert standaard niet betrokken was bij het uitwerken van de plannen. ‘In de overdracht gaat kennis verloren of de opdrachtnemer blijkt net andere gegevens nodig te hebben dan wat voor de plannen onderzocht is’, vertelt inkoopadviseur Roel Reuser. Daarom wil Rijkswaterstaat voor het Pannerdensch Kanaal meteen bij de planuitwerking samenwerken met een opdrachtnemer die ook de uitvoering gaat doen.
Prestatiemeten als selectiecriterium
Rijkswaterstaat maakt de eerste selectie op basis van geschiktheid. Het was gebruikelijk om daarna te ranken met behulp van de scores op prestatiemeten die de geïnteresseerde bedrijven bij eerdere contracten met Rijkswaterstaat gehaald hadden. De 3 partijen die volgens deze scores in het verleden het best hadden samengewerkt, mochten dan sowieso meedoen. Aanvullend werden 2 partijen gekozen met behulp van loting.
Oorspronkelijk was gepland om deze selectiemethode ook bij het Pannerdensch Kanaal te gebruiken. Maar verschillende marktpartijen hebben deze manier van werken in een juridische procedure ter discussie gesteld. ‘De belangrijkste vraag is: Mag je scores uit het verleden gebruiken om partijen betere kansen te geven voor volgende aanbestedingen?’, vertelt hoofd inkoop Huub de Lange. Rijkswaterstaat heeft over dit punt een marktconsultatie gehouden met de koepels Bouwend Nederland, MKB Infra en de Vereniging van Waterbouwers. De Lange: ‘Samen zijn we op zoek naar een aangepaste selectiemethode met meer draagvlak.’ De planning is om dit in november af te ronden. In de procedure voor het Pannerdensch Kanaal is daarom gekozen voor een tijdelijke oplossing. Daarbij worden eisen aan de inschrijvende partijen gesteld om ervaring te hebben op specifieke onderdelen, zoals rivierkunde.
Samenwerkingsbudget
Voor de planuitwerkingsfase is daarom een samenwerkingsbudget in het contract opgenomen. Dankzij dat budget kan de opdrachtnemer meedenken hoe de klanteisen het beste opgehaald kunnen worden, welke aanvullende onderzoeken er nodig zijn en wat daarvoor de beste methode is. Melten: ‘Zo krijgt de opdrachtnemer eigenaarschap over het resultaat van de planuitwerkingsfase. Hij kan bij de uitvoering niet zeggen dat het ontwerp onhaalbaar is, dat de vergunningsvoorwaarden onhandig zijn opgeschreven of dat het onderzoek niet klopt. Daar was hij immers zelf bij. Bovendien heeft deze manier van werken als extra voordeel dat er meer kansen komen voor duurzaamheid. De aannemer weet bijvoorbeeld al welke materialen voor hem beschikbaar komen en kan daar rekening mee houden bij ontwerpkeuzes.’
Meer dialoog bij aanbesteding
Langdurig samenwerken betekent wel dat al in een vroeg stadium duidelijk moet zijn dat partners goed bij elkaar passen. Daarom heeft Rijkswaterstaat voor de aanbestedingsprocedure van dit project veel ruimte ingepland voor dialoog. ‘Na de eerste selectie van 5 partijen volgen samenwerkingsassessments om te bepalen welke 3 projectteams het hoogst scoren op 6 samenwerkingscompetenties', zegt Melten. ‘Met elk van die 3 partijen gaat Rijkswaterstaat de dialoog voeren, voordat zij een inschrijving doen. Op basis daarvan wordt dan bepaald wie de beste prijs/kwaliteitverhouding kan leveren.’
Draagvlak uit de markt
Deze manier van aanbesteden en contracteren is tot stand gekomen in samenspraak met de markt. In de verkenningsfase heeft Rijkswaterstaat regelmatig overlegd met 4 brancheverenigingen: NLingenieurs, Bouwend Nederland, MKB Infra en de Vereniging van Waterbouwers. Op basis daarvan zijn de inkoop- en contracteringsstrategie steeds aangepast. Zo kon de markt bijvoorbeeld ook meedenken over de tijd die nodig is om een offerte te maken, het aantal momenten van overleg in de aanbesteding en de verdeling van de risico’s in het contract. ‘Daardoor hebben we nu al veel draagvlak uit de markt’, benadrukt Melten.
Planning
Na een moeizame start in maart (zie kader) is de aanbestedingsprocedure in juni opnieuw in gang gezet. Eerder heeft Rijkswaterstaat met Royal HaskoningDHV de eerste verkenningen gedaan en verschillende alternatieve oplossingen afgewogen in samenspraak met omgevingspartijen en overheden. In februari 2018 heeft minister Van Nieuwenhuizen akkoord gegeven voor het voorkeursalternatief. Het hele aanbestedingstraject loopt tot mei 2019. Dan moet duidelijk zijn met welke partij Rijkswaterstaat de plannen voor het Pannerdensch Kanaal gaat uitwerken – en ook gaat uitvoeren. De ervaringen die Rijkswaterstaat hierbij opdoet met nieuwe manieren van samenwerken kunnen weer meegenomen worden in volgende projecten.