In Zuid-Holland, vlakbij Stellendam, werkt Rijkswaterstaat aan een offshore experticecentrum voor maritieme informatievoorziening. Terwijl het fysieke centrum nog vorm krijgt, is het eerste project al in volle gang. Samen met Tennet bouwt Rijkswaterstaat een meetstation vol sensoren dat straks belangrijke data verzamelt in offshore Windpark Borssele.


‘Het meetstation dat op dit moment wordt gebouwd is onderdeel van het Maritiem Informatievoorziening Service Punt (MIVSP)’, vertelt projectleider Patrick Loggen, van Rijkswaterstaat Centrale Informatievoorziening. ‘Een bijzonder project waarmee we straks over het gehele kustgebied van Nederland unieke informatie verzamelen. In eerste instantie doen we dat voor de Kustwacht, zodat de organisatie de locatie van schepen nauwkeurig kan bepalen en sneller met ze kan communiceren. Maar ook andere partijen kunnen de data gebruiken. Denk aan havenbedrijven, universiteiten, het KNMI en exploitanten van windparken. We brengen de data aan land via communicatiekabels van netbeheerder TenneT, daarmee hebben we een samenwerkingsverband gesloten.’

Testen aan wal

De meetstations krijgen een plek in offshore windparken. Loggen: ‘Op het platform waar de kabels van de verschillende windturbines samenkomen, maken we ruimte voor de meetstations. Op ieder platform komt een kleine technische ruimte met daarop een mast van 16 meter hoog. Die mast is voorzien van antennes en meetapparatuur, zoals een nautische radar, vogeldetectiesysteem en wind- en golfsensoren. Maar voor we zover zijn, moeten we zeker weten dat de meetapparatuur werkt’, legt Loggen uit. 'Die testen we aan wal, zodat we precies weten hoe het meetstation op zee zal presteren. Zijn de apparaten bijvoorbeeld zeebestendig, zorgen de verschillende antennefrequenties van de apparaten niet voor storingen en komen alle data ook bij de juiste afnemer terecht? Die kennis is ook belangrijk met het oog op onderhoud als de sensoren straks op zee staan.’

Dataset UvA
Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam analyseren de data van vogelvluchten

Vogels volgen

Via een aanbesteding heeft Rijkswaterstaat vogeldetectiesystemen aangeschaft van Robin Radar, een innovatief Nederlands bedrijf op het gebied van vogel- en dronedetectie. ‘Dit systeem gebruiken we straks om te bepalen hoeveel vogels er in de buurt van windparken vliegen, op welke hoogte en met welk vluchtpad’, vertelt Albert Plesman, de technisch manager ecologische systemen. ‘Op basis van modellen kan dan bepaald worden hoeveel vogels mogelijk in botsing komen met de windturbines, en hoeveel slachtoffers we kunnen voorkomen door bijvoorbeeld de turbines tijdelijk stil te zetten. Dit valt onder het Windenergie Op Zee Ecologisch Programma (WOZEP) van onze collega’s van Rijkswaterstaat Zee & Delta.’ Afgelopen tijd testte het projectteam de radar in Stellendam. ‘We hebben 7 weken lang data verzameld, onder andere door te volgen hoeveel vogels richting de sluizen vliegen als de sluisdeuren openstaan en ze gemakkelijk voedsel kunnen vinden in het turbulente water. De radar detecteert dat heel nauwkeurig. Op dit moment analyseert een onderzoeksteam van de Universiteit van Amsterdam alle data. Wel hebben we al geconcludeerd dat de radar enorm krachtig is. Het systeem kan een stalen bal van 26 centimeter op 6 kilometer afstand detecteren.’

Aantal meetstations uitbreiden

In augustus vinden interferentietests plaats, in samenwerking met TNO. Ook daarna zal voor opvolgende projecten nog volop getest worden op de testlocatie in Stellendam. Loggen: ‘In 2019 moet het eerste meetstation volledig operationeel zijn. Het plan is dat er daarna elk jaar een nieuw platform geplaatst wordt, zodat er in 2023 wel 5 meetstations een plek hebben in een nieuw windmolenpark. Bovendien bekijken we de mogelijkheid om samen met verschillende Europese onderzoeksinstituten en universiteiten onderzoek te doen naar het delen en analyseren van data. De regering ziet in elk geval het nut van ons werk, want het ministerie van Economische Zaken heeft al plannen om het aantal meetstations uit te breiden.’