Voor de versterking van de iconische Afsluitdijk heeft Rijkswaterstaat de markt veel vrijheid gegeven. Het resultaat: innovatieve oplossingen op het gebied van duurzaamheid en waterveiligheid.
Al bijna 90 jaar beschermt de Afsluitdijk Nederland tegen overstromingen. Het is een van de belangrijkste waterwerken in ons land, ontworpen door de legendarische Cornelis Lely. Om te zorgen dat deze indrukwekkende waterkering zijn functie goed kan blijven uitvoeren, moet Rijkswaterstaat de dijk op 3 punten aanpakken. Contractmanager Hans de Kievit licht toe: ‘Volgens de Waterwet moet de Afsluitdijk een storm kunnen doorstaan die eens in de 10.000 jaar voorkomt. Op basis van klimaatscenario’s zijn hier randvoorwaarden voor opgesteld. Op dit moment voldoet de dijk daar echter niet aan. Daarnaast moet de Afsluitdijk meer water vanuit het IJsselmeer kunnen afvoeren naar de Waddenzee. Dat water komt bijvoorbeeld als neerslag vanuit de Alpen via de rivieren het IJsselmeer binnen. Nu wordt dit afgevoerd door vrij verval via spuisluizen, maar de capaciteit daarvan is onvoldoende om het peil in het IJsselmeer in de winter te kunnen handhaven. Tot slot moet pok de weg over de dijk beter en veiliger worden.’
Toonaangevend project
‘De Afsluitdijk is iconisch: het toonaangevende waterbouwproject voor de komende decennia’, stelt Carlos Mollet. Hij is projectdirecteur van Levvel, het consortium dat de opdracht voor de versterking van de Afsluitdijk heeft gewonnen. De 3 belangrijkste partijen binnen Levvel zijn BAM, Van Oord en Rebel. Mollet: ‘BAM en Van Oord werken veel internationaal. Dan is het mooi om ook in het thuisland mee te kunnen doen aan zo’n geweldig werk en de opgedane kennis weer te kunnen gebruiken bij nieuwe uitdagingen elders op de wereld. Toen dit project in beeld kwam binnen het Sluizenprogramma van Rijkswaterstaat, waren we dan ook direct geïnteresseerd. Zo’n grootschalig en multidisciplinair project met bijbehorende risico’s kun je niet alleen dragen. Dan moet je kijken wat er nodig is, welke kennis en ervaring je zelf hebt en welke partijen elkaar kunnen aanvullen.’ Mollet vertelt dat BAM en Van Oord veel samenwerken. ‘Bijvoorbeeld bij de aanleg van de Tweede Maasvlakte en binnen het Sluizenprogramma bij de zeesluis in IJmuiden. Van Oord is sterk in waterbouw, terwijl BAM zich op de civiele kant richt: betonbouw en wegen. Rebel is medeaandeelhouder en was in de tenderfase onze financieel adviseur en sterk betrokken bij de tenderstrategie. Ook zij hebben ervaring met het Sluizenprogramma, namelijk bij sluis Limmel en de Beatrixsluis. Datzelfde geldt voor de specialisten die het consortium aanvullen: ingenieursbureaus Arcadis en Witteveen+Bos, Croonwolter&dros voor industriële automatisering en Flowserve als leverancier van de pompen.’
Prijs, kwaliteit én onderhoud
Voor het Afsluitdijkproject werkt Rijkswaterstaat met een DBFM-contract: Design, Build, Finance and Maintain. De opdrachtnemer is dus verantwoordelijk voor het hele traject: van ontwerp tot en met onderhoud. Dat onderhoud betreft in dit geval 25 jaar. De Kievit: ‘Zo prikkelen we potentiële partners om in het ontwerp al rekening te houden met voordeel bij het onderhoud.’ Rijkswaterstaat combineerde dat met een selectie bij de aanbesteding op economisch meest voordelige inschrijving met de beste prijs-kwaliteit verhouding (EMVI-BPKV). Mollet vertelt dat hij hier zeer over te spreken is. ‘Je moet het maar durven: alleen functioneel specificeren met randvoorwaarden zonder verdere uitwerking. Feit is dat de markt hierdoor heel veel ruimte heeft gekregen. Door te kijken naar prijs, kwaliteit én onderhoud – en daarmee beschikbaarheid van de assets – komt er ruimte om te investeren in kwaliteit op andere aspecten: niet alleen technisch, maar ook op het gebied van duurzaamheid en het beperken van hinder. In de procedure was daarnaast veel tijd ingepland voor dialogen en specialistische overleggen. Daarbij kregen we serieus antwoord op vragen, bijvoorbeeld of een bepaald idee van ons in de ogen van Rijkswaterstaat meerwaarde had. We werden niet afgescheept met verwijzingen naar het contract of dooddoeners als “Daar kunnen we niets over zeggen”.’
Spuien als het kan, pompen als het moet
De combinatie van de lengte van het contract en de ruimte daarbinnen zorgde voor veel innovatie op het gebied van duurzaamheid en veiligheid. De Kievit: ‘Alle partijen hadden een goede aanbieding, maar de oplossing van Levvel levert extra voordeel op door een combinatie van spuien en pompen.’ Mollet vervolgt: ‘Om voldoende water te kunnen afvoeren, is pompen noodzakelijk. Wij hebben geprobeerd dit zo veel mogelijk te beperken. Daarom bouwen we naast de 2 gemalen bij de dijkhoofden ook 8 nieuwe spuikokers op de tusseneilanden. De bouwkosten van gemalen en spuien zijn hoger dan bij een oplossing met alleen gemalen. Maar door heel weinig te pompen, is er ook veel minder onderhoud nodig en is het energieverbruik veel lager. Hierdoor sluit onze oplossing heel goed aan op een van de EMVI-BPKV-speerpunten van Rijkswaterstaat: de Afsluitdijk op een waterbouwkundig innovatieve manier energieneutraal maken.’ De Kievit vult aan: ‘Aan de Noord-Hollandse kant bij Den Oever komt nu een veld zonnepanelen dat het complete energieverbruik van de dijk compenseert. Dat veld is 2,7 ha groot: slechts 10% van de maximaal toegestane oppervlakte.’
Slimme bescherming
Innovatie komt daarnaast duidelijk terug bij de betonblokken die Levvel gebruikt voor de beschermende bekleding van het onderste deel van de dijk. De Kievit: ‘Deze Levvel-blocs zijn van een nieuw type “Concrete Armour Unit”, doorontwikkeld vanuit het X-bloc. Deze blokken scoren heel goed op duurzaamheid en veiligheid, omdat ze lichter zijn en makkelijker te plaatsen. In Harlingen wordt een volledig geautomatiseerde fabriek gebouwd die 24 uur per dag blokken produceert. Dat is heel efficiënt.’ Mollet legt uit dat zo’n ontwikkeling alleen nuttig is als het grootschalig kan. ‘Elk blok krijgt bijvoorbeeld een chip met gedetailleerde gegevens over de productie, zoals de productiedatum, de gebruikte grondstoffen en mogelijk het weer op die dag. Als er dan later iets mis is, kun je eenvoudig nagaan waar dit aan ligt en welke blokken nog meer getroffen kunnen zijn. Zoiets ontwikkel je alleen als je er langdurig plezier van hebt.’
Minder verkeershinder
Voor de weg gebruikt Levvel een nieuw type geleiderail. ‘Hierdoor blijft de middenberm smaller’, vertelt Mollet. ‘Zo komt er ruimte voor een bredere vluchtstrook zonder de dijk te verbreden. Daardoor kunnen hulpvoertuigen bij incidenten over de vluchtstrook rijden en hoeft de weg veel minder vaak afgesloten te worden. Bovendien kan ook het onderhoud grotendeels vanaf deze vluchtstrook plaatsvinden. Dat scheelt veel verkeershinder.’ Ook bij de aanleg beperkt Levvel de overlast voor de weggebruikers. Zo worden de Levvel-blocs vanaf het water op de dijk geplaatst. Mollet: ‘Voor de dijkversterking heeft Van Oord speciaal een kraanschip laten bouwen: de Werkendam. Dat vaart als eerste in zijn soort op het schonere lng: vloeibaar aardgas. Dat is voor ons een manier om voorop te lopen qua duurzaamheid en te investeren in de toekomst.’
Open samenwerking
Rijkswaterstaat en Levvel werken samen onder het motto “Samen. Sterker. Trots”. Mollet: ‘We willen de samenwerking zoeken en hebben bijvoorbeeld aangeboden dat mensen van Rijkswaterstaat bij ons op het projectkantoor mogen zitten waar ze willen. We hebben afspraken gemaakt om open en transparant naar elkaar zijn. Als er iets speelt, leggen we dat zo snel mogelijk op tafel. Zo voorkomen we verrassingen en teleurstellingen. De manier waarop dit tot nu toe gebeurt, geeft vertrouwen in de toekomst.’