Watergezant Meike van Ginneken is wereldwijd een boegbeeld op het gebied van water. Daarmee opent ze veel deuren. ‘En dat hebben we nodig. Want breng je kennis, dan krijg je ook kennis terug,’ stelt Meike. Wat is haar rol als watergezant?
Meike van Ginneken is Watergezant voor het Koninkrijk der Nederlanden. Ze is ook directeur van de programmadirectie Klimaatadaptatie en Water Internationaal (IenW).
Wat doet een watergezant?
‘Als watergezant ben ik het boegbeeld van Nederland waterland in het buitenland. Wij delen onze eigen waterkennis. Ook spreek ik vaak op internationale fora, omdat we als Nederlandse overheid het belangrijk vinden dat water op de internationale politieke agenda staat. We zetten onze waterkennis in als ‘soft power’. Als watergezant werk ik rijksbreed, dus ik help om de aanpak van verschillende ministeries voor onze Nederlandse Internationale Waterambitie te coördineren.
Hoe werkt die kennisuitwisseling?
Vaak spreek ik op internationale congressen, bijvoorbeeld bij de Wereldbank. Een landenbezoek werkt heel doelgericht. Een voorbeeld is het bezoek dat ik bracht aan India. Daar leerde ik hoe India het waterbeheer in de Brahmaputra en Ganges aanpakt. Het is kennis die ons kan helpen bij ons beheer van de Rijn. Soms ga ik mee op handelsmissies, zoals naar Canada. Of ik help een ambassade om hun waterprogramma vorm te geven, bijvoorbeeld in Irak. De universele problemen met water kunnen een ingang zijn voor samenwerking. Ook in landen waarmee Nederland een stroeve relatie heeft, blijkt water een goede ingang om betere banden op te bouwen.
Hoe ziet u de plek van de Sustainable Development Goals (SDG) in milieueffectrapportage?
De mer-wetgeving en de Commissie m.e.r. moeten de SDG’s borgen. Dat gaat verder dan het recht op schoon water. Ook honger, armoede, klimaat en leefomgeving hangen samen met water. Ik heb veel aan mer gewerkt toen ik bij de Wereldbank zat. Zelf zie ik het grote belang van de sociale kant van effectrapportage, oftewel een sociaal-mer. Aandacht voor de sociale omgeving speelt extra mee als de lokale bevolking niet goed beschermd is.
Hoe legt u verbindingen met andere landen?
Het succes ligt niet in het van de ene naar de andere conferentie vliegen om daar je verhaal te houden. Het gaat erom om tussen die conferenties samen te werken aan lokale en nationale actie. Zodat boeren op lokaal niveau extra wateracties ondernemen, of dat bij grensoverschrijdende rivieren beter wordt samengewerkt. Op conferenties leg je die afspraken vast, maar de mijlpalen komen van organisaties die in het land zelf werken.
Wat is de rol van water in klimaatadaptatie?
Water kan de motor zijn van klimaatadaptatie. Denk aan natuurlijke waterbuffers om een overschot op te vangen of als reservoir bij schaarste. Bij klimaatverandering is er sprake van minder of juist meer water. We moeten ons ervan bewust zijn dat activiteiten niet meer overal kunnen plaatsvinden. In Nederland hebben we water en bodem sturend gemaakt in onze ruimtelijke ordening. Maar crisismanagement is ook van levensbelang. Zero risico bestaat namelijk niet.
Hoe ziet u de opkomst van water en bodem sturend?
Interessant is dat water en bodem niet alleen bij ons, maar ook in andere landen sturend worden. Klimaatverandering en de uitdijende bevolking maken duidelijk dat niet alles maakbaar is. In oplossingen wordt een gebied steeds meer als geheel gezien. Een strategische mer of gebiedsplannen helpen om dat goed te plannen.
Welke belangrijke ontwikkelingen ziet u in Nederland?
800 jaar lang streden we tégen het water. De grootste ontwikkeling is dat we nu mét water gaan leven en mét de natuur. Daarmee breken we met de lijn om water zo snel mogelijk af te voeren naar zee. We borgen water voor drogere periodes.
Wat vindt u een aansprekend project?
In Cartagena, in Colombia, ondersteunt de Nederlandse overheid het Water-as-Leverage-project. Water wordt hier als hefboom gebruikt om samen met de lokale inwoners een klimaatbestendige en leefbare stad te plannen, inclusief een veilige kustwering en herstel van de lagune. Een mooi uitgangspunt.
Hoe kunnen planvorming en mer nog beter worden?
Mijn ervaring is dat een mer meer opvolging moet krijgen. Het verzachten van milieueffecten en sociale effecten moeten we monitoren. De ervaring is dat goedgekeurde plannen niet overal volledig worden uitgevoerd. Dat ondervang je met monitoring, wat ook kan leiden tot eventuele aanpassingen in de aanpak.