Extreem weer kan op de netwerken van Rijkswaterstaat gevaar, schade of stremmingen veroorzaken. De RWS Klimaateffectatlas (KEA) helpt om dit vroeg in beeld te krijgen. Adviseur klimaatadaptatie Lisette Goes vertelt hoe dit in het planproces van pas komt.
Kwetsbare situaties
De Klimaateffectatlas laat zien welke kwetsbare situaties het klimaat oplevert op de netwerken van Rijkswaterstaat. Ook staan de locaties aangegeven waar zich effecten kunnen voordoen. Deze informatie komt voort uit stresstesten die overheden al sinds 2019 uitvoeren vanuit het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie.
Totaalbeeld van de omgeving
Voor planprocessen levert de Klimaateffectatlas, volgens Lisette Goes, bruikbare informatie op. ‘Door risico’s vanaf het begin in beeld te hebben, kunnen oplossingen nog in een vroeg stadium worden meegenomen. In planvorming en MER kan het ook gebruikt worden om een totaalbeeld te geven van wat er speelt in de omgeving. Zo geeft de atlas inzicht in of incidenten te verwachten zijn.’
Onderlinge verbanden leggen
De globale kennis uit de Klimaateffectatlas is ook een goed startpunt voor aanvullend onderzoek, merkt Lisette. Door de gebruikte wetenschappelijke methode kunnen namelijk goed onderlinge verbanden worden gelegd. ‘Als bijvoorbeeld door lage waterstanden een rivier niet bevaarbaar is, kan dit extra drukte op de weg veroorzaken. Het leidt dan tot een verschuiving van vervoersvormen. Dit verband laat de Klimaateffectatlas zien.’
Vroeg in het planproces
Hoe eerder de informatie uit de Klimaateffectatlas beschikbaar is, hoe beter, stelt ze. In een vroeg stadium van het planproces kunnen namelijk nog extra maatregelen worden opgenomen om klimaateffecten te verkleinen. Bovendien kan de informatie volgens Lisette helpen om onderscheid te maken tussen alternatieven in een MER. ‘Klimaatredenen en kosten kunnen bij de afweging het verschil maken.’
Extreme scenario’s als uitgangspunt
Rondom klimaatverandering kleven nog veel onzekerheden. Bij elk project is een afweging nodig tussen kosten, prestaties en risico’s. Ook het meest extreme scenario wordt daarin, volgens Lisette, steeds meegenomen. ‘Bij de stresstesten kijken we vaak ook naar de range van scenario’s, waarbij de risico’s van het extreme scenario de bovengrens vormen. Vervolgens maak je dan je afweging.’
Adaptatiemaatregelen
Bij bestaande kunstwerken in een planvormingsproject kunnen zich nu al flinke problemen voordoen door extreme regenbuien. Het kan zijn dat bestaande pompkelders te klein zijn om een grote bui op te vangen. ‘Deze informatie kan betekenen dat een tijdelijke omleiding nodig is als bij extreme buien te veel water in een viaduct blijft staan. Dat kun je acceptabel vinden, maar het kan ook aanleiding zijn voor extra adaptatiemaatregelen in het project.’
Weerbaar met adaptatiemaatregelen
De risico’s die er nu al zijn, geven veel inzicht in wat adaptatiemaatregelen kunnen toevoegen om weerbaar te worden, merkt Lisette op. ‘Lichter asfalt verkleint bij hitte de kans op uitzetten van stalen beweegbare bruggen. Ook kun je in droogteperiodes de kans op bermbranden verkleinen door extra te maaien of door het maaisel sneller dan afgesproken op te ruimen. Je kunt ook denken aan oplossingen die wateroverlast voorkomen op plaatsen waar bermen hoger liggen dan de weg of bij geluidsschermen zonder hemelwaterafvoer.’
Handelingsperspectief biedt oplossingen
Lisette wijst erop dat al veel klimaatoplossingen vroeg bekend zijn. ‘Niet alles staat in de Klimaateffectatlas zelf, maar wel in de handelingsperspectieven die we ook ontwikkelen. Denk aan het voorkomen van plasvorming of bermbranden. De resultaten hiervan nemen we zoveel mogelijk op in de Klimaateffectatlas. Daarnaast werken we er hard aan om klimaatadaptatie als normaal onderdeel op te nemen in standaarden, richtlijnen en kaders. Klimaatadaptatie moet vanzelfsprekend worden in ons werk.’