Pieter-Johannes Steenbergen is als beleidsmedewerker bij DG Milieu en Internationaal nauw betrokken bij de milieuinformatie voor de project-MER van luchthavens. Grensoverschrijdende effecten komt hij in deze m.e.r.-procedures beperkt tegen. Toch verwacht hij dat dit voor de toekomst een belangrijk item wordt. Wat zijn de ontwikkelingen?
De milieueffecten als gevolg van emissies naar lucht worden in de project-MER van luchthavens beschouwd tot een hoogte van 3000 voet. Thema’s als natuur en klimaat komen wel steeds prominenter op de agenda voor luchtvaartprojecten, merkt Pieter-Johannes. ‘Per definitie leidt de uitstoot van broeikasgassen en stikstof tot grensoverschrijdende effecten.’ Voor de toekomst verwacht hij dan ook dat grensoverschrijdende effecten een veelbesproken onderwerp zullen worden, waarover expliciet een afweging wordt gedaan.
Import en export van emissies
Voor broeikasgassen geldt dat deze nu al in Europees verband breder in kaart worden gebracht. Pieter-Johannes licht de ontwikkelingen toe: ‘Maar uitstoot houdt uiteraard geen rekening met grenzen. Ook over de grens is er import en export van emissies.’ Vanuit de klimaatopgave van Parijs ligt het volgens hem voor de hand om ook klimaateffecten mee te nemen. Voor luchtvaart is dat nu in ontwikkeling. Het is een doelstelling vanuit de Duurzame Luchtvaarttafel en ook in de Luchtvaartnota 2020-2050 is dit een thema.
Uitstoot terug naar nul
Hij weet dat op dit moment wordt nagedacht over de uitwerking van een CO2-plafond als instrument voor de Nederlandse luchthavens. ‘Ik zie dat als een manier om klimaateffecten in de toekomst meer bij de besluitvorming over projecten te betrekken. Daarmee ontstaat een breder kader voor de milieuinformatie. Emissies van een bepaalde luchtvaartactiviteit, dragen nu eenmaal bij aan grensoverschrijdende effecten.’ Nu is volgens hem de relatie nog moeilijk te leggen, omdat het instrumentarium nog ontbreekt. De doelstelling is wel geformuleerd en daarom wordt er met de Luchtvaartnota aangesloten bij de doelstellingen van de Duurzame Luchtvaarttafel. Dit houdt in dat voor 2030 de CO2-emissies van uit Nederland vertrekkende vluchten gelijk moeten zijn aan die van 2005 en in 2050 minimaal gehalveerd moeten zijn ten opzichte van 2005. In 2070 is de uitstoot terug naar nul. ‘Aan de tafel is afgesproken deze nationale doelstelling volledig binnen de luchtvaartsector zelf te realiseren.’
Sluitende boekhouding door afspraken
Voor klimaat verwacht hij voor de toekomst ook in Europees verband kaders om effecten van niet-CO2-klimaatemissies te beschrijven en een aanpak voor de verantwoording en monitoring. Dat zal volgens hem geen eenvoudige materie zijn. ‘Als je naar een vliegbeweging kijkt van Nederland naar Amerika, dan is het heel moeilijk om vast te stellen waar de boekhouding van Nederland begint en waar deze eindigt. Datzelfde geldt voor de boekhouding van Amerika. We hebben dus internationale afspraken nodig, om te beginnen in Europees verband. Daarmee kun je zorgen voor een sluitende boekhouding om te voorkomen dat er emissies optreden, die óf niet worden geregistreerd óf dubbel worden geteld.’
Meer informatie:
pieterjohannes.steenbergen@minienw.nl
tel. 06 - 31 97 09 86