Duurzame relaties aangaan met de omgeving. Dat is het doel van Strategisch Omgevingsmanagement (SOM). Deze methode, die ontwikkeld is voor gecompliceerde omgevingsprocessen, geldt inmiddels als algemene succesfactor in planprojecten. Hoe werkt het?

De SOM-principes

  1. Streef naar winst voor alle partijen
  2. Werk aan oprechte interesse in de belangen van de stakeholders
  3. Maak onderscheid tussen standpunten en belangen
  4. Wees betrouwbaar, maak waar wat je zegt
  5. Goede voorbereiding, goede analyse van de eigen situatie, de issues en de stakeholders
  6. Inventariseer eerst de issues, dan pas de bijbehorende stakeholders
  7. Maak transparante afwegingen en deel deze tijdig met de betreffende partijen
  8. Besteed de meeste tijd aan de stake-
    holders met het grootste belang
  9. Maak onderscheid tussen constructief onderhandelen en conflict resolution
  10. Kies waar mogelijk voor pakket-
    onderhandelingen
  11. Goede monitoring van gemaakte afspraken
  12. Blijf de SOM-principes trouw

De aanpak voor SOM is gebaseerd op vertrouwen en borduurt voort op Mutual Gains Approach (wederkerige winst). Allereerst analyseer je de issues in het gebied. Aan de hand daarvan brengt SOM de bijbehorende stakeholders in beeld. Deze beide onderdelen vertaal je vervolgens naar projectmatig werken (PMW). Inmiddels heeft SOM al bij veel projecten zijn waarde bewezen, zoals de Blankenburgverbinding en de A27 Houten Hooipolder.

Een onderzoek naar issues in het gebied is een goed startpunt voor het omgevingsmanagement. Issues leveren een compleet beeld van wat er speelt. Vervolgens kan de omgevingsmanager per issus de bijbehorende stakeholders bepalen. Hans van Zijst van Adviesbureau WesselinkVanZijst licht dit toe. ‘Een issue kan een ontwikkeling of gebeurtenis zijn, die stakeholders prikkelt om stelling te nemen voor of tegen het project. De essentie van SOM is dat we niet met iedereen over alles gaan praten, maar alleen met de betrokkenen over de problemen die hen raken en die opgelost moeten worden. Met een bewoner die bezorgd is of zijn huis straks nog wel verkoopbaar is hoef je de problemen met luchtkwaliteit niet tot op de bodem uit te diepen.’

Duurzame relatie

Binnen SOM staat de gezamenlijke meerwaarde (mutual gains) voorop. Dit is geen snelle winst, maar winst op de lange termijn. Hans: ‘Een project kan voor Rijkswaterstaat een eenmalig initiatief in het gebied zijn, maar voor de andere betrokken overheden ligt dat anders. Bij elk volgende grondgebonden projecten hebben zij wel weer te maken met dezelfde terreinbeheerders, natuurorganisaties en eigenaren van kabels en leidingen. Omgevingsprocessen die fout gaan worden hen nagedragen bij elke volgende gelegenheid. Een duurzame relatie en onderling vertrouwen is daarom het uitgangspunt.’

schema SOM
schema SOM

Veel voorbereidend werk

‘De methode leent zich goed voor complexe opgaven met veel stakeholders’, stelt Hans. ‘Als nadeel wordt soms het vele voorbereidende werk genoemd. Aan de voorkant moet al veel worden nagedacht over hetgeen de ontwikkeling gaat betekenen voor inwonersgroepen, maatschappelijke organisaties en andere overheden. Ook kan de behoefte aan informatie of meedenken heel verschillend zijn. Sommige stakeholders willen meteen geïnformeerd worden over de juistheid van de verkeerscijfers en de toename van autoverkeer bij hun huis. Anderen willen eerst een plan zien voordat ze schieten.’

Oprecht over inbreng

Bij SOM is het uitgangspunt dat er nog wat te kiezen is. Toch is dat volgens Hans niet altijd het geval. ‘Onlangs sprak ik in een project over de aanpak en al pratende bleek dat alles al was bedacht en er geen ruimte meer was voor inbreng van omwonenden. Mijn advies is dan: noem het een informatieavond en zet belanghebbenden niet op het verkeerde been door hen ruimte voor te spiegelen die er niet is.’

Algemeen en individueel belang

Tot slot is het volgens Hans een illusie om te denken dat je er in alle gevallen met elkaar uit kunt komen. In een omgevingsproces past het dat je meerdere processen aangaat, zowel gericht op nut en noodzaak als op de kleinere belangen. Dit leidt tot een afweging van het algemeen belang en het individuele belang. ‘Uiteindelijk weegt de rechter of het proces goed is doorlopen en de initiatiefnemer alles gedaan heeft om belangen mee te nemen en voor draagvlak te zorgen.’

Meer informatie: Hans.van.Zijst@wesselinkvanzijst.nl  06-55327156

Beperkte participatiemogelijkheid werkte goed

Lilian Marcolina, destijds adviseur omgeving A27 Houten-Hooipolder
‘De verbreding A27 Houten-Hooipolder was een versoberd project. Daarom leek participatieniveau 4 ons bij de voorbereiding richting voorkeursalternatief in 2013 het hoogst haalbare. Met bestuurlijke partners spraken we daarom af om onze kennis en informatie uit te wisselen, in de wetenschap dat we uiteindelijk van elkaars standpunt konden afwijken. Dat wij vooraf aan provincies, gemeenten en waterschappen deze beperkte participatiemogelijkheid aangaven, heeft goed gewerkt. Aan de voorkant wist iedereen welke ruimte er wel en niet was. Mooi dat zowel Rijkswaterstaat als de bestuurlijke partners dezelfde voorkeursvariant adviseerden aan de minister, zodat we uiteindelijk toch op 1 lijn zaten.’

Blankenburgverbinding

Hans van Zijst, omgevingsmanager Blankenburgverbinding (SOM)
‘Voor de Blankenburgverbinding hebben we samen met andere overheden in het gebied gekeken naar de belangen en kansen. Zo zaten de gemeenten Vlaardingen en Maassluis niet zo te wachten op de nieuwe verbinding. De grote financiële bijdrage van Rijk en regio maakte het mogelijk om samen met hen een kwaliteitsproces voor het gebied te starten. Ideeën vanuit de omgeving waren de basis voor een nieuwe impuls aan het gebied. Ook partijen die geen voorstander waren van de Blankenburgverbinding zijn wel de bestuurlijke overeenkomst aangegaan, omdat zij gingen voor een mooie afronding in het gebied.’