Martin Wijnen is sinds 1 januari 2024 directeur-generaal (DG) van Rijkswaterstaat. Zijn leidende principes: leveren, vereenvoudigen, verbinden. Wat gaat de markt hiervan merken? Een gesprek met de nieuwe DG.
Bijna een half jaar is Martin Wijnen nu DG van Rijkswaterstaat. Een half jaar waarin hij veel gesprekken voerde. Intern bij Rijkswaterstaat en het ministerie van IenW, maar ook extern. Met marktpartijen, brancheverenigingen, onderzoeksinstellingen en allerlei andere samenwerkingspartners. Dat heeft hem een goed beeld gegeven van Rijkswaterstaat en het ‘ecosysteem’ waarbinnen de uitvoeringsorganisatie zich beweegt. Het heeft ook bijgedragen aan een zogenoemde ‘intent van de DG’, waarin hij ontvouwt hoe hij Rijkswaterstaat en het ecosysteem idealiter ziet werken.
Je bent bijna een half jaar aan boord van Rijkswaterstaat. Wat is je eerste indruk van de sector?
‘Het afgelopen half jaar ben ik veel op pad geweest, heb veel gepraat met allerlei partijen. Wat opvalt is dat het een trotse sector is. En dat is terecht: we mogen trots zijn op de Nederlandse infrastructuur – op de deltawerken, bruggen, sluizen, viaducten, wegen en waterwegen. Een veelheid aan marktpartijen, van groot tot klein, werkt met ons mee aan de aanleg ervan, aan het beheer en onderoud (de exploitatie) en – steeds meer – aan vervanging en renovatie (de instandhouding). Wat me ook is opgevallen: hoewel Rijkswaterstaat en markt verschillende rollen hebben, verschillen we niet wezenlijk in onze doelen. We werken allemaal aan een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland. En we willen allemaal een infrasector die duurzaam, innovatief en financieel gezond is; waarin projectrisico’s goed worden beheerst en verdeeld.’
Wat zijn de grootste uitdagingen voor Rijkswaterstaat?
‘Ten eerste is dat de snel verouderende infrastructuur. Hierdoor hebben we onze focus verlegd van aanleg naar instandhouding. Daarnaast hebben we te maken met andere ontwikkelingen, zoals de klimaatverandering, duurzaamheidseisen en de energietransitie. Ook de toenemende digitalisering is een uitdaging, net zoals de steeds mondiger wordende burger. Alles bij elkaar opgeteld staan we als Rijkswaterstaat voor een enorme opgave. We moeten dan ook alles op alles zetten om onze productie te verhogen. Dat is onze opdracht voor de komende jaren.’
Niet alleen Rijkswaterstaat kampt met forse uitdagingen, de markt ook natuurlijk…
‘Zeker. En die moeten we niet uitvlakken. Neem de stijgende bouwkosten, waardoor het uitvoeren van projecten duurder wordt. Aannemers zijn daarnaast terughoudender in het nemen van risico’s. Ze aarzelen, vinden onze projecten riskant. Ten slotte speelt de krapte op de arbeidsmarkt een rol. Bedrijven maken hierdoor scherpe keuzes over de in te zetten capaciteit. Waarbij hun voorkeur uitgaat naar inschrijven op projecten met minder risico’s. Gevolg is dat er minder concurrentie is op grote, complexe projecten. Allemaal factoren die van invloed zijn op Rijkswaterstaat en op onze ambitie om de productie te verhogen.’
Hoe gaan we de productie dan verhogen?
‘Mijn streven is om van Rijkswaterstaat een “oase van rust” te maken. Ik hamer dan ook op het aloude adagium “rust, reinheid en regelmaat”. Dat gaat ons helpen om meters te maken. Wat we in elk geval níet gaan doen, is onze missie en organisatiekoers veranderen. We gaan door op de ingeslagen weg. Maar wel met meer duidelijkheid, focus en motivatie. Dit heb ik verwoord in mijn zogenoemde “intent van de DG”, een kernboodschap die samenvat waar we de komende jaren voor gaan en voor staan, en dus wat er van Rijkswaterstaat mag worden verwacht.’
Waar komt deze kernboodschap, deze intent, op neer?
‘De sleutelwoorden zijn: leveren, vereenvoudigen, verbinden. "Leveren" gaat over hoe we de productie gaan aanpakken en versnellen. We gaan tempo maken, afspraken nakomen en werk uit onze handen krijgen. "Vereenvoudigen" verwijst naar het versimpelen van processen: efficiënter en slagvaardiger werken. Dus minder koppelvlakken en meer eenduidigheid, want we maken dingen soms veel te moeilijk. Bij "verbinden" gaat het om de mens en onze partners: we moeten goed en fijn kunnen werken én samenwerken. Ook met de markt en andere samenwerkingspartners. Werken aan een gezamenlijk doel met oog voor het weloverwogen eigenbelang van de partijen.’
Wat betekent dit voor de markt?
‘We zetten hiermee alles op alles voor een productiesprong. Zodat we de markt een gestage stroom aan opdrachten-dealflow kunnen bieden. Zo verwacht ik dat we eind dit jaar de portfolio-opdracht beweegbare bruggen in de markt kunnen zetten, en een soortgelijke opdracht voor tunnels. Maar het moet natuurlijk niet alleen vanuit ons, vanuit Rijkswaterstaat, komen. Van de markt verwacht ik ook iets terug. Denk aan innovatiekracht, aan het omarmen en opschalen van innovatieve ideeën en technieken, aan verduurzaming.'
Hoe krijg je dit alles voor elkaar?
‘Door niet te dralen, door het te doen. Dat klinkt misschien simpel, maar ik meen het echt. Ook belangrijk: dialoog. We moeten het samen doen. En dat betekent samen het gesprek voeren, ook als het moeilijk wordt. Over nieuwe contractvormen zoals de tweefasen- en portfolioaanpak. Over het lerend vermogen van de markt en hoe dit ons gaat helpen bij die portfolioaanpak. Over dat wat ons bindt: dat we samen aan de lat staan voor een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland. En dat we daar trots op mogen zijn. Ik ben ervan overtuigd dat we zo de productie kunnen opschroeven. Waarbij ik wel wil benadrukken dat veiligheid bij al het werk in uitvoering voorop staat. We moeten niet alleen hard produceren, maar ook veilig. Gelukkig proef ik in al mijn gesprekken met marktpartijen en andere samenwerkingspartners een positieve grondhouding. Dat helpt. Wat ook gaat helpen: mijn overtuiging dat er écht meer dan genoeg werk is voor iedereen die kwaliteit levert. Dus: daden, geen woorden. Aan de slag!’
Aan de slag!
De huidige infrastructuur is op leeftijd en wordt intensief gebruikt. Rijkswaterstaat voert nu en de komende jaren veel extra onderhoud uit en vervangt en renoveert vele bruggen, sluizen, stuwen, tunnels en viaducten. Dit is een pittige klus, die veel van ons allemaal vraagt. Minister Harbers van IenW heeft de Tweede Kamer op dinsdag 17 juni 2024 geïnformeerd over hoe Rijkwaterstaat dit wil gaan doen, hoe de organisatie de productie gaat verhogen. De opgaven het hoofd bieden en productiegroei realiseren, kunnen we niet alleen. Samen met marktpartijen werken we aan de transitie naar een vitale infrasector.
Efficiënter en slagvaardiger
Om de productie te verhogen, pakken we het werk efficiënter en slagvaardiger aan. Dit verloopt via vijf sporen, waarvan we er hieronder twee uitlichten:
- De meerjarenafspraak: Rijkswaterstaat heeft een meerjarenafspraak gemaakt met het ministerie van IenW. Hiermee krijgen we voor langere tijd geld en zekerheid, waardoor we voor een langere periode kunnen programmeren, langlopende afspraken kunnen maken met de markt en over projecten heen kunnen werken. De meerjarenafspraak biedt ons de ruimte om efficiënter te werken samen met de markt.
- Samen met de markt ontwikkelen we nieuwe contractvormen en nieuwe vormen van projectvoorbereiding, projectuitvoering en aanbesteding. We standaardiseren waar het kan en zetten capaciteit zo efficiënt mogelijk in. Dit doen we met productiestraten op het gebied van bruggen, sluizen, damwanden en tunnels. Daarnaast blijven we inzetten op de toepassing van de portfolioaanpak. Een voorbeeld is de portfolioaanpak tunnels Zuid-Holland en een bruggenportfolio.
Meer informatie? De brief, inclusief bijlagen, is hier te downloaden.