Meer dan 100 fysieke rapporten van Rijkswaterstaat en ProRail moesten digitaal doorzoekbaar worden gemaakt. Een pittige klus voor TNO, maar ook een uitgelezen kans voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die zich hier graag in vastbijten. Via de Groeituin Social Return werd het geregeld en nu kijken Rijkswaterstaat, ProRail, TNO en het gespecialiseerde bureau Swink terug op een geslaagde samenwerking. De eerste stappen voor het vervolg zijn al gezet.
Myrthe van Grootel is tactisch inkoper bij Rijkswaterstaat en enthousiast lid van de Learning Community Groeituin. Ze zag direct een mooie kans toen ze de opdracht voorbij zag komen om fysieke rapporten van Rijkswaterstaat en ProRail over hun klimaatneutrale en circulaire projecten digitaal doorzoekbaar te maken. ‘De opdracht werd verstrekt aan TNO en had precies de omvang van het drempelbedrag om onze Groeituin Social Return te kunnen aanhaken. Laten we het gewoon doen, dacht ik. Zeker omdat ik weet dat ook TNO hun sociale impact wil vergroten. Gelukkig was de projectleider bij Rijkswaterstaat hier ook meteen voor te porren.’
Investeren in succes
In de uitvraag kwam te staan dat de opdrachtnemer aansluiting moest zoeken bij het rijksbeleid Maatwerk voor Mensen en binnen 2 maanden na gunning een plan van aanpak moest indienen om concreet invulling te geven aan social return. De belangrijkste eis daarbij: besteed minimaal 4% van het budget aan de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Van Grootel: ‘Een mooi budget om iemand tijdelijk aan passend werk te helpen. TNO heeft daarnaast veel tijd en energie geïnvesteerd om er een succes van te maken.’
Uitdagende zoektocht
Voor TNO was deze manier van werken nieuw. Maar dat bleek juist een mooie uitdaging voor Mark van Ommen, senior business developer circulaire economie bouw & infrastructuur. ‘Ik wilde echt inhoud geven aan dit deel van de opdracht. De Groeituin gaf me randvoorwaarden en handvatten mee. Op basis daarvan heb ik eerst aan TNO-collega’s gevraagd of zij mogelijkheden zagen om social return in te passen. Vervolgens kwam ik via de eigen Prestatieladder Socialer Ondernemen van TNO uit bij Swink, een sociale onderneming die mensen met autisme inzet voor digitale diensten.’
Gaandeweg meerwaarde ontdekken
Van Ommen kwam al snel tot een overeenkomst met Swink-eigenaar Niels van Buren. Ze legden afspraken vast met het budget als uitgangspunt. Doel was om gaandeweg de meerwaarde van de samenwerking voor alle betrokken partijen te ontdekken. ‘TNO was heel doortastend’, vertelt Van Buren. ‘Ze namen ons mee in de opzet van het project, zodat we zelf konden meedenken over hoe de kwaliteiten van onze mensen daarin pasten. Rijkswaterstaat en ProRail wilden ruim 100 fysieke rapporten digitaal doorzoekbaar maken. Wij hebben toen een van onze mensen met autisme ingeschakeld om al die rapporten te analyseren en in een database te zetten. Bovendien hebben we geholpen met de visualisatie van de data.’
Open samenwerking
Deze manier van samenwerken pakte voor alle partijen goed uit. Van Ommen geeft aan dat Swink een scherpe blik had. ‘Hun inbreng werd ook steeds meer door alle partijen gewaardeerd. Ik denk dat het eindresultaat beter is dan wanneer wij Swink er niet bij hadden betrokken.’ Van Buren vult aan: ‘Onze opdrachtgevers waren heel tevreden. We hebben bij zowel TNO als Rijkswaterstaat met prettige mensen samengewerkt. Andersom vonden zij het ook leuk om met onze collega’s te werken. Zo’n project zorgt bovendien voor werkgelegenheid voor mensen met autisme. Het is fijn dat daar aandacht voor is.’
Groeituin moet overbodig worden
Van Grootel had als inkoper tijdens de uitvoering geen rol meer in het project, maar was heel blij om terug te horen hoe succesvol het was. ‘Het is mooi dat Rijkswaterstaat de ruimte biedt om zo’n pilot uit te voeren. De Groeituin Social Return is nauw betrokken gebleven om de inzet van de mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te faciliteren. Niet alleen helpen zij om dit goed te beheren, ze kijken vooral ook naar de persoon zelf en welke begeleiding hij of zij nodig heeft. Als collega-inkopers het voorbeeld van dit project willen volgen, raad ik ze aan om de Groeituin er tijdig bij te betrekken. Maar uiteindelijk moet de Groeituin overbodig worden en moet social return de standaard zijn bij de hele rijksoverheid en de markt.’
Hele markt prikkelen
De betrokkenen zijn allemaal gemotiveerd om het succes verder uit te bouwen. Liefst met een ruimer budget, zodat de impact groter is en je iemand langduriger werk kunt bieden. Daarbij zien ze wel ruimte voor verbetering. Van Buren: ‘Als Swink zitten wij al in de Groeituin. Maar TNO vond ons via een andere weg. Ik zou projectleiders van Rijkswaterstaat adviseren om in het vervolg meteen bij de Groeituin aan te kloppen voor namen van sociale ondernemingen om mee samen te werken.’ Van Grootel vult aan: ‘Het zou mooi zijn als we een grote raamovereenkomst kunnen sluiten met meerdere partijen die betrokken zijn bij social return. Dan krijg je een roulatiesysteem en kunnen we de hele markt prikkelen.’
Samen duurzame doelstellingen halen
De eerste stappen voor het vervolg zijn inmiddels gezet. ‘Binnen TNO heb ik gevraagd naar meer ervaringen met social return’, geeft Van Ommen aan. ‘Er lopen nu gesprekken om dit een vaster onderdeel te maken van ons beleid. We kijken ook of we vaker mensen van Swink kunnen inzetten.’ Van Grootel vervolgt. ‘Ik vind het mooi om deze beweging bij TNO te zien. Daarom hebben we hen uitgenodigd om mee te denken over concrete afspraken om verder invulling te geven aan maatschappelijk verantwoord ondernemen en inkopen. Ook met andere partners uit de TO2-federatie, een samenwerkingsverband van Nederlandse topinstituten voor toegepast onderzoek. Alleen samen kunnen we onze duurzame doelstellingen halen.’