‘Als het erom spant, móet een stormvloedkering het doen’
Foto Tineke Dijkstra
In het 70ste jaar na de Watersnoodramp staat het belang van onze stormvloedkeringen weer op ieders netvlies. Maar voor goed beheer en onderhoud van de keringen is veel specifieke kennis nodig. Daarom voert Rijkswaterstaat een actieve strategie om organisaties met kennis over stormvloedkeringen met elkaar te verbinden – nationaal en internationaal. Door samen kennis te ontwikkelen, toepasbaar te maken en te delen, ook over de landsgrenzen heen, beschermen we Nederland optimaal tegen hoog water.
Stormvloedkeringen en de Deltawerken
De stormvloedkeringen maken deel uit van de Deltawerken, ons voornaamste veiligheidssysteem tegen hoog water uit zee. Een innovatief, gedurfd bouwprogramma als antwoord op de Watersnoodramp van 1953. Samen met een aantal sluizen en dammen beschermen de stormvloedkeringen een groot deel van Nederland én onze economie. De prestigieuze Deltawerken hebben Nederland internationaal als specialist in waterbouw op de kaart gezet.
Na de Watersnoodramp was de stormvloedkering Hollandsche IJssel in 1958 als eerste van de Deltawerken gereed. In al die jaren daarna zijn mensen gekomen en gegaan, onderdelen versleten en technieken verbeterd. ‘Maar als het erom spant, móeten alle stormvloedkeringen op de juiste manier worden gesloten én weer opengaan’, vertelt Marc Walraven, senior adviseur stormvloedkeringen bij Rijkswaterstaat. ‘Met vrijwel 100% zekerheid moeten de keringen doen waarvoor ze zijn bedoeld: Nederland beschermen tegen hoog water. Daarom moeten we zorgen dat de stormvloedkeringen altijd goed onderhouden zijn, dat we exact weten wat er tijdens een storm moet gebeuren, en dat we daarvoor getraind zijn. Deze specifieke waterveiligheidstaak vraagt om specifieke kennis.’
Kennis verbinden
De kennis over stormvloedkeringen is versnipperd aanwezig bij verschillende partijen. Het zijn immers gecompliceerde bouwwerken, ontwikkeld en gebouwd door samenwerkingen tussen onder meer overheden, aannemers, ontwerpstudio’s en ingenieursbureaus. ‘Het is mijn werk om deze kennisdragers met elkaar te verbinden’, vertelt Walraven. ‘Soms hebben we de neiging om kennis te verkokeren, maar de kennis uit één kolom is hier gewoonweg niet genoeg. Het gaat juist om de kennis dwars door kolommen heen. Denk aan kennis over assetmanagement, bouwtechnologie, waterloopkunde, veiligheid en nadrukkelijk ook beheer- en onderhoudsmethodieken. En dat betekent dat de samenwerking tussen al deze kennisdragers van groot belang is.’
Maatwerk en uniformiteit
Elke stormvloedkering is uniek. Tegelijkertijd zijn er ook overeenkomsten, zowel in techniek als in werkwijzen en opgaven. Walraven: ‘Daarom is het belangrijk om de kennis over stormvloedkeringen met relevante partijen uit te wisselen. We willen met een overstijgende aanpak toe naar maatwerk waar het nodig is, en uniformiteit waar het kan. In de kennisstrategie Stormvloedkeringen hebben we vastgelegd welke kennis dermate cruciaal is voor de betrouwbaarheid van de stormvloedkeringen dat deze zeker binnen Rijkswaterstaat en (deels) bij andere partijen geborgd moet zijn. Ook beschrijven we hoe partijen deze kennis kunnen overdragen en borgen, en hoe we samen nieuwe kennis kunnen ontwikkelen.’
Opleidingenhuis Stormvloedkeringen
Het fundament onder de kennisstrategie is het Opleidingenhuis Stormvloedkeringen. ‘We leiden continu mensen op die werken aan stormvloedkeringen, zodat zij beschikken over de kennis die daarvoor nodig is’, licht Elja Huibregtse, coördinator van het Opleidingenhuis toe. ‘Wij faciliteren de kennisoverdracht tussen partijen. Dat doen we steeds meer met de markt. We spreken bijvoorbeeld met ingenieurs over kennis die zij bij hun werkzaamheden voor de stormvloedkeringen hebben opgedaan. De kennis van aannemers nemen we al mee in de opleidingen voor dagelijks beheer en onderhoud, en in de opleidingen voor de operationele teams die ervoor moeten zorgen dat de keringen in geval van hoog water ook daadwerkelijk sluiten.’
Enorme meerwaarde
Wat geldt voor onze eigen stormvloedkeringen, geldt ook internationaal: de partijen in de markt kunnen veel van elkaar leren. Daarom heeft Walraven in 2007 I-STORM opgericht. Deze internationale groep van enthousiaste professionals die werkzaam is in de stormvloedkeringindustrie wisselt onderling kennis uit en zoekt verdieping in het vakgebied. Leden zijn bijvoorbeeld in dienst bij overstromingsbeheerorganisaties die stormvloedkeringen bedienen, aannemers, universiteiten, onderzoeksinstellingen en andere partnerorganisaties. Walraven: ‘Elk I-STORM-lid moet aantoonbaar kennis inbrengen. We leren van elkaars ervaringen, zowel van successen als van tegenvallers in bijvoorbeeld beheer en onderhoud. Het heeft enorme meerwaarde om elkaar makkelijk te kunnen vinden, ervaringen te delen en samen projecten te doen. Daar leren wij niet alleen zelf van. Ook internationale collega’s plukken er de vruchten van, bijvoorbeeld bij nieuw te bouwen stormvloedkeringen zoals in Galveston, Texas of Londen.’
Vertrouwen is de basis
In I-STORM moeten technici in onderling vertrouwen hun kennis en ervaringen kunnen delen. ‘Alle leden willen met en voor elkaar problemen oplossen die we in de praktijk tegenkomen’, vertelt Charles Schelpe. Hij is hoofdingenieur en hoofd overstromingsrisicobeheer bij het wereldwijd opererende bedrijf Jacobs en vertegenwoordigt zijn bedrijf in I-STORM. ‘Maar er spelen natuurlijk ook commerciële belangen. We houden de balans daartussen goed in de gaten, zodat iedereen in vertrouwen kan deelnemen en kennis kan delen.’ Schelpe is onder de indruk van wat dat oplevert. ‘De open discussies hebben al geleid tot betere ontwerpen en praktische adviezen. We bespreken steeds meer onderwerpen. Kwamen eerst vooral operationele zaken en onderhoud aan bod, tegenwoordig gaat het ook over efficiency, kosten, duurzaamheid, ontwerpdetails en nieuwe manieren van bouwen en monitoren.’
Internationale kennis verenigen
Tijdens de laatste I-STORM-bijeenkomst in Nederland presenteerden Walraven en Huibregtse de I-STORM Academy, de internationale variant van het Opleidingenhuis Stormvloedkeringen. Het initiatief wordt inmiddels breed omarmd. Huibregtse: ‘Onze internationale partners hebben veel ideeën om kennis op internationaal niveau te delen en door te ontwikkelen. Van een kinderboek over stormvloedkeringen, waardoor op een luchtige manier bij kinderen al bewustwording ontstaat over leven met water, tot aan internationale uitwisselingen en internationale perscommunicatie. Zo werken we continu aan een goede kennisbasis.’
Ver in de toekomst
Ook het recente initiatief I-STORM Next Generation is belangrijk voor het borgen en ontwikkelen van kennis met internationale marktpartners. Het moet ervoor zorgen dat I-STORM ook ver in de toekomst blijft bestaan. Schelpe: ‘Veel kennis over stormvloedkeringen zit enkel in de hoofden van de mensen. Dat geldt voor zowel leden van I-STORM als de meest ervaren ingenieurs op dit gebied. Voor een goede opvolging en borging van kennis over stormvloedkeringen is het belangrijk om nu kennis en ervaring over te dragen.’ Walraven vult aan: ‘Dat doen we bijvoorbeeld met het mentorprogramma voor minder ervaren specialisten en nieuwe collega’s in het werkveld. Omdat we kennis en ervaring direct uitwisselen, kunnen we toekomstige uitdagingen aanpakken.’
Internationaal ontwerpteam
Met de bij I-STORM aangesloten organisaties verkent Walraven ook hoe Rijkswaterstaat deel kan gaan uitmaken van een internationaal ontwerpteam, dat wereldwijd meedenkt over nieuw te bouwen stormvloedkeringen. ‘Mede door de klimaatverandering en extremere weersomstandigheden is de noodzaak er’, stelt hij. ‘We kunnen bovendien leren over nieuwe materialen en technieken, en adaptief ontwerpen met klimaatverandering op het netvlies. We hebben in Nederland al lang geen stormvloedkering meer ontworpen, maar moeten dat in de toekomst mogelijk wel weer doen. I-STORM biedt ons de kans om te leren van en met internationale specialisten. Zo pakken we de wereldwijde uitdaging van de klimaatverandering steeds meer op door met internationale partijen samen te werken.’