Jaarlijks vervangt Rijkswaterstaat een deel van zijn gladheidbestrijdingsmaterieel. Bij de inkoop van deze nieuwe strooiers en sneeuwploegen speelt duurzaamheid een steeds grotere rol. Paul Bosma en Rinse Nieuwsma van Rijkswaterstaat vertellen over de onlangs afgeronde aanbesteding voor nieuw materieel. Op alle mogelijke manieren wordt gekeken hoe gladheidbestrijding zo duurzaam mogelijk kan, van automatisch strooien met behulp van GPS tot hergebruik van onderdelen.
Gladheidbestrijding is een belangrijke taak van Rijkswaterstaat. Nu het winterseizoen is aangebroken, staat de organisatie dan ook weer paraat om zo veel mogelijk te voorkomen dat gladheid ontstaat op de ruim 3.000 km aan wegdek die zij beheert. Dit betekent dat het materieel voor gladheidbestrijding piekfijn in orde moet zijn. Omdat strooiers een gemiddelde levensduur van 13 jaar hebben en sneeuwploegen gemiddeld 20 jaar meegaan, vervangt Rijkswaterstaat jaarlijks ongeveer 60 strooiers en 80 sneeuwploegen.
Besparen op zoutverbruik
De aanbesteding voor nieuw gladheidbestrijdingsmaterieel werd in september 2021 afgerond. De aanbesteding volgt de inkoopstrategie ‘Inkopen met impact’ en daarom speelde duurzaamheid een belangrijke rol. Zo vroeg Rijkswaterstaat de inschrijvende partijen om maximaal invulling te geven aan de eis om in 2030 klimaat- en energieneutraal te zijn, de helft minder primaire grondstoffen te gebruiken en circulair te werken. ‘Concreet vroegen we leveranciers in deze aanbesteding om – naast social return – via een routekaart korte-, middellange- en langetermijndoelen aan te geven op het gebied van duurzaamheid’, vertelt Paul Bosma, tactisch inkoper bij Rijkswaterstaat. ‘In die routekaart gaven de leveranciers aan wat zij doen om CO2-uitstoot te beperken, op welke manier ze gebruikmaken van alternatieve energievormen, hoe zij het onderhoud van gladheidbestrijdingsmaterieel verduurzamen en of zij nog andere manieren zien om tot besparingen te komen.’
Automatisch strooien
Een van die mogelijkheden is het toepassen van technieken om te besparen op zoutverbruik. Rinse Nieuwsma, landelijk adviseur gladheidbestrijding bij Rijkswaterstaat, legt uit dat afhankelijk van de te bestrijden gladheidsituatie een zoutdosering wordt ingesteld. ‘Deze komt daadwerkelijk uit de strooier. Bij het gunningsproces van deze aanbesteding hebben we de nauwkeurigheid hiervan getest op basis van een NEN-norm.’ Een andere besparingsmogelijkheid is automatisch strooien in combinatie met gps. Hierbij worden voorgeprogrammeerde routes gereden en wordt elke instelling, zoals breedte en excentriciteit, automatisch aangepast. Bosma: ‘Daarmee bereiken we dat er zout op elke m2 en van kantstreep tot kantstreep op de weg terechtkomt. Deze aanpak is ook veiliger, omdat de chauffeur zich volledig kan concentreren op het rijden. Daarnaast voorkomt het menselijke fouten.’ Nieuwsma vult aan: ‘Met automatisch strooien is bovendien een besparing op het zoutverbruik mogelijk van 10 tot 20%.’ Nieuw in de aanbesteding was een vereiste dat de strooiers ook een zoutbesparende mengverhouding moesten kunnen strooien. Bosma: ‘Normaal gesproken is het 70% “droog” zout en 30% pekel (zoutoplossing). Nu doen we ervaring op met een ander mengsel, dat bestaat uit 50% zout en 50% pekel. We moeten de effectiviteit hiervan in de praktijk testen, omdat er op ZOAB nog weinig ervaring mee is. Door de open structuur van ZOAB kan het zo zijn dat het zoutmengsel sneller van het wegdek afstroomt.’
Hergebruik van onderdelen
Beide heren zijn het erover eens dat de marktpartijen bij deze aanbesteding flink zijn uitgedaagd qua duurzaamheid. Bosma: ‘Denk aan hergebruik van onderdelen (refurbishment) als de levensduur van een voertuig voorbij is. De gecontracteerde leveranciers hebben al enige ervaring met hergebruik van onderdelen, maar in dit contract hebben we afgesproken dat ze circulaire productie en circulair machine-onderhoud een boost gaan geven. In beide situaties geldt dat ze grotendeels gebruikte en gerefurbishte onderdelen gebruiken en dat de materialen als ze het einde van hun levensduur hebben bereikt weer voor nieuwe producten worden gebruikt. Er lopen op dit moment bijvoorbeeld al pilots met circulaire strooiers bij provincies.’
Gezamenlijk traject
Het verder verduurzamen van gladheidbestrijdingsmaterieel is een gezamenlijk traject van Rijkswaterstaat en de leveranciers. ‘Dit vraag wel om investeringen van deze bedrijven’, constateert Nieuwsma. ‘Bovendien gaat het om trajecten die tijd kosten en die ze graag samen met Rijkswaterstaat willen oppakken. We kijken hoe we elkaar daarin kunnen vinden.’ Als voorbeelden noemt Nieuwsma de inzet van elektrische voertuigen of refurbished materieel. ‘Het is een mooie zoektocht. Nu gaat een strooier zo’n 13 jaar mee, maar wellicht is het mogelijk om de gebruiksduur verder op te rekken, zonder dat een betrouwbare inzet in het geding komt. Binnen het nieuwe contract concretiseren we de MVI-toezeggingen samen met de contractpartijen verder tot meetbare duurzaamheidsresultaten.’
Nichemarkt met hoge eisen
Rijkswaterstaat is de grootste opdrachtgever als het gaat om de aanschaf van gladheidbestrijdingsmaterieel. ‘We opereren in een nichemarkt en onze eisen zijn hoog’, zegt Bosma. ‘Er zijn niet veel marktpartijen in Nederland die zo’n grote opdracht aankunnen.’ Nieuwsma is blij dat er 2 marktpartijen zijn gecontracteerd om een deel van het gladheidbestrijdingsmaterieel te vervangen. ‘Rijkswaterstaat krijgt met deze 2 partijen meer inzicht en kennis over nieuwe ontwikkelingen en de haalbaarheid van innovaties en duurzaamheid. Dit nemen we weer mee in volgende aanbestedingen.’