Rijkswaterstaat wil circulair werken en zo min mogelijk primaire grondstoffen gebruiken. Samen met aannemers, leveranciers en gespecialiseerde bedrijven werkt de organisatie daarom aan de renovatie van geleiderails. Uit een verkenning blijkt dat het technisch en economisch haalbaar is. Nu wordt gekeken of het ook werkt in de praktijk.
Adviesbureau TwynstraGudde begeleidde de verkenning naar circulaire geleiderails. Joost Meijer, adviseur mobiliteit en infrastructuur bij TwynstraGudde: ‘We formeerden een werkgroep waarin alle betrokken partijen waren vertegenwoordigd: Rijkswaterstaat, aannemers, leveranciers, renovatiebedrijven en verzinkerijen. Doel was om uit te zoeken of renovatie haalbaar zou zijn. De groep bestond uit ongeveer 35 mensen en er was bij iedereen geloof dat circulaire geleiderails de toekomst hebben.’
Renoveren is haalbaar
Kort nadat de werkgroep van start ging met een bijeenkomst bij Heijmans in Rosmalen, gooide de coronacrisis roet in het eten. ‘Fysiek bij elkaar zijn kon niet meer, maar we gingen vol goede moed door met digitale meetings via Teams’, vertelt Meijer. ‘Dat was wel even wennen met zo veel mensen tegelijk.’ Tijdens de verkenning speelden er ook wel eens concurrerende belangen. ‘Want het gaat om een nieuwe werkwijze met een andere taakverdeling dan gebruikelijk. Uiteindelijk heeft dat geen invloed gehad op de uitkomst, want die is overduidelijk: renoveren is haalbaar!’
Bouten losdraaien
Henk Senhorst, projectmanager bij Rijkswaterstaat, stelt dat er tijdens de verkenning een mooi renovatieprogramma is bedacht. ‘Maar nu is het tijd voor de praktijktest. Dat is nodig om erachter te komen of de renovatie van geleiderails economisch en technisch haalbaar is op basis van de geformuleerde uitgangspunten. Dit noemen we valideren. Het moet ook duidelijkheid geven over zaken als hoeveel uitval er is, hoeveel er hergebruikt kan worden en wat de aannemers tegenkomen tijdens het proces van renoveren.’ De validatie levert volgens Senhorst ook informatie op over hoeveel meter geleiderails er bijvoorbeeld per nacht verwijderd kan worden. ‘Ons streven is 300 m. Daarbij raden we aan om stukken van 12 m tegelijk te verwijderen. Als je nagaat dat 1 geleiderail 4 m is, scheelt dat al enorm in de hoeveelheid bouten die moeten worden losgedraaid.’
In fases demonteren
Senhorst wil de validatie meteen ook een demo laten zijn. ‘Hiermee laten we aan Rijkswaterstaat én marktpartijen zien dat renovatie van geleiderails haalbaar is. Na de validatie hebben we 3 of 4 renovatiepartijen en 3 of 4 verzinkerijen nodig die renovatie op commerciële basis gaan uitvoeren.’ De validatie vindt plaats op de A79, de snelweg tussen Maastricht en Heerlen. ‘Deze weg heeft voldoende km geleiderails om te renoveren.’ Het demonteren gaat in fases. ‘Het stuk dat het eerst wordt gedemonteerd, wordt direct vervangen door nieuwe geleiderails. Want een snelweg zonder geleiderails is natuurlijk ondenkbaar. Het is de bedoeling om vanaf het tweede gedemonteerde stuk gerenoveerde geleiderails terug te plaatsen. Uiteraard monitoren we ook het “verlies”, de stukken geleiderail die niet meer te renoveren zijn.’ De validatie start naar verwachting in het voorjaar van 2021.
Stap in de goede richting
Renovatiebedrijf Arrosso nam tijdens de verkenning deel aan de werkgroep die onderzocht of renoveren economisch en financieel haalbaar was. Ook renoveert het bedrijf de geleiderails tijdens het validatieproject van Rijkswaterstaat. Hans Verstappen: ‘We controleren de geleidedelen op staalkwaliteit en -dikte, geometrie, gaten, scheuren en roestvorming. De herbruikbare delen ontdoen we van de oude zinklaag. Daarna verzinken we ze opnieuw. De kwaliteit van de gerenoveerde producten is net zo goed als die van nieuwe onderdelen. We renoveren al 15 jaar en wilden graag dat Rijkswaterstaat hier beleid van zou maken. Dat lijkt nu te gaan gebeuren; een grote stap in de goede richting.’
Meer communicatie
Tijdens de validatie wordt mogelijk 10 km aan geleiderails gerenoveerd. ‘Dit past gemakkelijk binnen de capaciteit van Arrosso’, stelt Verstappen. Ook vertelt hij dat er meer communicatie met opdrachtgever(s) is dan hij gewend is. ‘Logisch natuurlijk, want Rijkswaterstaat wil de renovatie monitoren.’ Een ‘uitvalpercentage’ van geleidedelen kan Verstappen nu nog niet noemen. ‘Na een visuele inspectie op slijtage en ouderdom kunnen we wel een inschatting van het renoveerbare deel maken. Zo kunnen we van tevoren al inschatten hoe groot de economische- en milieuvoordelen zijn. Ik ben enorm benieuwd hoe dit in de praktijk gaat uitpakken.’
Ook in dit magazine!
- Innovatiepartnerschap: samen de systeemsprong wagen
- Nieuw contract warme dranken Rijkswaterstaat
- Markt denkt mee over nieuwe raamovereenkomsten
- Tijdig betalen: goed voor de markt én Rijkswaterstaat
- Koplopers wijzen de weg naar ultiem duurzaam asfalt
- Samen digitalisering van de watersector versnellen