Column
Geert Roovers
Saxion Hogeschool en Antea Group
Op veel plekken in Nederland is nog sprake van resterende bodemverontreiniging en nazorgmaatregelen. De omvang hiervan is groot: ruim 550 locaties met een geschatte jaarlijkse kostenpost van minimaal 6 tot 10 miljoen euro, maar waarschijnlijk groter. In het Convenant Bodem en Ondergrond 2016 - 2020 hebben Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten een (inspannings)verplichting op zich genomen om deze nazorgmaatregelen zoveel mogelijk te verminderen (zogenaamde ‘afbouw’).
In de afgelopen jaren heeft het Uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond de basis gelegd om tot deze afbouw te komen. Er ligt een adviesrapport (wat willen we doen?) en een kennisrapport (hoe kunnen we dat doen?). Aansluitend is een ‘impuls’ gestart om partijen te stimuleren aan de slag te gaan. Nu deze impuls met het aflopen van de convenantsperiode eindigt, is het tijd voor een reflectie. Bij deze de mijne. Daarbij geef ik u de keuze uit twee glazen. Een halfvolle, en een halflege. Aan u de keuze welke u drinkt.
Het halflege glas
We hebben zo weinig écht bereikt. Slechts een beperkt aantal mensen heeft het initiatief genomen om de nazorg op hun locaties te heroverwegen. En mooie combinaties met lokale energie-initiatieven of klimaatmaatregelen heb ik niet gezien. De bestuurlijke flow om ‘van bovenaf’ in alle gemeenten mensen te activeren, leek eerder bestuurlijke klei. En de eerste ruimtelijke ordenaar of gebiedsontwikkelaar die ons geïnteresseerd heeft opgebeld met vragen over locaties en mogelijkheden, moet zich nog melden. Helaas!
Het halfvolle glas
We hebben belangrijke stappen gezet. Een kennisbasis is aanwezig, gebundeld en toegankelijk. Netwerken en kennishouders zijn verbonden, een community is gevormd. We hebben daar hoger onderwijs en onderzoek aan gekoppeld. En diverse projecten laten zien dat afbouw mogelijk is en daadwerkelijk meerwaarde levert. Met nieuwe bestuurlijke afspraken en nieuw elan zal de afbouw de komende jaren daadwerkelijk een vlucht nemen. Mooi!
Mijn glas
U kiest welk glas u drinkt. Ik drink mijn glas. En in dat glas zie ik het commitment, de drive en het enthousiasme van alle mensen die ik de afgelopen jaren heb zien werken aan de afbouw, de gemeenschap en de kennisbasis. Ik zie het plezier waarmee ik aan de impuls heb mogen werken, en de uitdagingen die de afbouw biedt – op het gebied van techniek, proces en ruimtelijke kansen. Met de wetenschap dat er nog veel locaties op ons liggen te wachten, betekent dat twee dingen. Ten eerste dat ik er alle vertrouwen in heb dat de komende jaren de afbouw écht op gang komt. En ten tweede dat ik daar graag aan blijf meewerken. Mijn glas is niet halfvol of halfleeg. Mijn glas vul ik steeds bij.