Toen het MIRT nog MIT heette en ‘spitsteams’ en ‘beter benutten’ de toverwoorden waren voor doorstroming en veiligheid was Johan Boelhouwers eindredacteur van MER-nieuws. Vanuit de toenmalige Dienst Weg en Waterbouwkunde deed hij zijn intrede in de redactie vanwege het programma Samen werken aan bereikbaarheid (SWAB). Een groot programma dat breder keek dan asfaltoplossingen.
De mijlpaal van Johan Boelhouwers
Langs Eem en Spoor.
Amersfoort ontwikkelt de komende 10 jaar een woon-werk-recreatiegebied langs de Eem en het spoor. Het nieuwe gebied is aanvullend op de binnenstad en komt qua oppervlak daarmee overeen. De nadruk ligt op extra woningen, werken, openbare ruimte en duurzaamheid. Voor het aangrenzende Soesterkwartier Voor die wijk biedt de ontwikkeling van Langs Eem en Spoor bijvoorbeeld extra kansen voor scholen, winkels en andere voorzieningen. De plannen voor de verschillende gebieden Langs Eem en Spoor worden samen met bewoners, betrokkenen en belanghebbenden gemaakt.
Johan Boelhouwers
Periode: 1998-2002
Toen: redactielid en eindredacteur vanuit Rijkswaterstaat WVL
Nu: Afdelingshoofd Stad en ontwikkeling bij de gemeente Amersfoort
Wat zie jij als een grote stap in jouw periode als eindredacteur MER-nieuws?
“Het projectenoverzicht bij MER-nieuws was toen nog een wezenlijk onderdeel, dat bij iedere lezer op de werkplek werd opgehangen. Een uitgebreid schema, waarin alle actuele gegevens van MIT- en mer-projecten van Rijkswaterstaat stonden, zoals mijlpalen en contactgegevens. Het was een crime om te maken. In mijn periode is het projectoverzicht overbodig geworden door de overlap met het MIT-projectenboek. Daardoor kwam het blad MER-nieuws op zichzelf te staan.”
Welke betekenis hadden de artikelen van MER-nieuws?
"MER-nieuws stond nog in de kinderschoenen met een eenvoudige opmaak van artikelen vóór en dóór lezers, waarin vooral kennis en ervaringen werden uitgewisseld. Nuttig in zijn eenvoud en dat hoorden we ook terug van lezers. We hebben veel energie gestoken in een samenwerking met het externe blad Kenmerken, de voorganger van het huidige magazine Toets. Het leek een goede stap om een intern en extern blad te combineren, met als doel om de kwaliteit van mer-projecten te verhogen. Het samengaan is niet gelukt, de waarde van MER-nieuws richtte zich op het vrij delen van ervaringen en meningen binnen Rijkswaterstaat. Extern publiceren was een stap te ver.”
Wat is er eigenlijk van Samen Werken aan Bereikbaarheid (SWAB) terecht gekomen?
“SWAB gaf een enorme investeringsimpuls om projecten versneld uit te voeren. Het resultaat was een hoos aan projecten, waar toen nog in elk project geprobeerd werd het wiel uit te vinden ten aanzien van mer. Vandaar dat we vanuit het tracé/mer-centrum allerlei handleidingen schreven. Het ging dan over de procedure zelf, maar ook over onderzoekstechnieken van verschillende milieuthema’s en afstemming milieu/ontwerp. Het terugkijken naar de uitvoering van SWAB-maatregelen vind ik nog steeds wel zinvol in mijn werk bij de gemeente Amersfoort.”
Is SWAB nog iets van deze tijd?
“Jazeker. Op mijn huidige afdeling RO hebben we de SWAB-principes onlangs nog gebruikt voor het verkeer en vervoerplan. Tegenwoordig heet dat Samen BOUWEN aan bereikbaarheid. Door terug te kijken naar wat er 10 jaar geleden in de stad Amersfoort was en wat er toen mocht, zagen we nog eens goed wat er ondertussen is gerealiseerd. En gek genoeg… de dromen van toen bleken grotendeels uitgekomen. Die constatering sterkt ons in ons nieuwe verkeer- en vervoersplan.”
Heb je raakvlakken met mer-projecten van Rijkswaterstaat?
“Jazeker, in mijn werk loop ik tegen de consequenties aan van het niet doorgaan van Knooppunt Hoevelaken. In Amersfoort hebben we te maken met veel sluipverkeer door het vaststaan van knooppunt Hoevelaken. Verder zijn er veel gronden in en om de stad onbruikbaar voor ons vanwege de ruimtelijke reservering voor dit project. En dat terwijl wij zitten te springen om grond. Over het algemeen werken we goed samen met Rijkswaterstaat, bijvoorbeeld in de ‘Goed op Weg-aanpak 2030’.”
Wat vind je van het huidige MER-nieuws?
“De themabenadering van MER-nieuws en de verbreding naar planvorming vind ik heel erg leuk. In mijn tijd bij MER-nieuws richtte de inhoud zich op de tracé/mer-procedure. Nu is dat veel minder strak. Kennis delen, ontwikkelingen volgen en geleerde lessen – ook als ze niet gelukt zijn – blijven hun meerwaarde houden. Door zoals nu rondom een thema te werken lukt het MER-nieuws goed om meer samenhang in de materie te brengen.”
Nog een onderdeel dat je mist?
“De rondetafelgesprekken, waarbij spraakmakende personen samen over een thema spraken. Het was leuk om te doen. Je hoopte dan op wat discussie en vuur in het gesprek. Het was geen gemakkelijke vorm, want soms waren deelnemers het veel meer met elkaar eens dan we hadden gedacht. Misschien leuk om nog eens uit de kast te halen.”
Wat is voor jou in je huidige werk een voorbeeldproject?
“Ik ben ambtelijk opdrachtgever van ‘Langs Eem en spoor’. Het gaat over stadsontwikkeling in het gebied vanaf het station en de wagenwerkplaats langs het Eemplein, de prodentfabriek en industrieterreinen. Door herontwikkeling willen we in dit gebied 5500 nieuwe woningen bouwen.”