MER-nieuws was oorspronkelijk bedoeld voor in de tas, de trein, op de koffietafel of op het bureau. Redactieleden legden persoonlijk exemplaren op strategische plaatsen. De inhoud werd breder, de vormgeving eigentijdser én er kwamen meer opiniemakers aan het woord. Beprijzen was volgens oud-eindredacteur en adviseur Hans de Vries toen al een item. Hoe gaat het nu?
De Mijlpaal van Hans de Vries
Het nieuwe klimaat.
“We hebben zowel te maken met een klimaatverandering als met een nieuwe manier van samenwerken om maatschappelijke problemen op te lossen. Om de extreme droogte en wateroverlast op te vangen moeten we heel snel maatregelen ontwikkelen, misschien wel heel anders dan we gewend waren. Aanpakken zullen in ieder geval niet sectoraal opgelost moeten worden. De foto die ik op mijn vakantie maakte bij de ondergelopen weg bij de Waal is veelzeggend.”
Periode: 1994-heden
Toen: Vanuit DWW, DVS en WVL wisselend redactielid, eindredacteur en adviseur MER-nieuws
Nu: aanspreekpunt voor MIRT vanuit RWS-WVL
Op welke manier was nummer 50 een omslagpunt?
“Het jubileumnummer 50 in 2006 leek ons een mooie kans om te experimenteren met kleur en vorm. Heel toepasselijk stond de A50/N50 centraal en brachten we onder andere met luchtfoto’s ook in beeld. De artikelen werden aangevuld met andere markante projecten en ontwikkelingen. Bovendien ontdekten we de thema-aanpak, waardoor de artikelen onderling meer samenhang kregen. Voor het openingsartikel stapten we af van de discussierubriek: Het Gesprek. In plaats daarvan kozen we voor een spraakmakend persoon die een opinie op het thema had. Het nummer was voor ons een opmaat naar een totaal nieuwe aanpak. Een grote stap, want veel lezers prezen nog de eenvoud en inhoud van de beginperiode. De reacties waren heel goed. Het sloot aan bij wat de lezersgroep nodig had.”
Waarom was een nieuw imago nodig?
“In de periode rond de agentschapsvorming verdwenen steeds meer interne nieuwsbrieven en personeelsbladen. Een speciale commissie speurde naar overbodige publicaties. Dat was een punt van zorg. We moesten onze meerwaarde nog beter laten zien.”
Op welke manier is MER-nieuws inhoudelijk meegegroeid?
“Het delen van kennis over effectrapportage stond altijd al voorop: nieuwe oplossingen en gedeelde ervaringen. De scope is gaandeweg verruimd naar verkenningen en planvorming en dat gingen we ook vermelden in de ondertitel. Ook keken we meer buiten Rijkswaterstaat, we haalden veel meer kennis binnen en stonden ook open voor een kritische blik van buitenaf. Vooral deskundige opiniemakers bleken lezers goed te kunnen prikkelen met nieuwe inzichten. Zodoende hadden we op de voorpagina klinkende namen van ministers, hoogleraren, belangenvoorzitters en oud-politici zoals Jeltje van Nieuwenhoven en Eelco Brinkman. Uitspraken deden zij uiteraard op eigen titel. Het is een aanpak die onze lezers uitdaagt om verder te kijken dan de eigen organisatie.”
Door de jaren heen zijn er veel thema’s aan bod geweest. Zijn daar nog hete hangijzers bij?
“Ik zie nu terecht veel aandacht voor grote thema’s, zoals klimaat, gezondheid en duurzaamheid. Een gevoelig thema dat in mijn ogen nog steeds moeilijk voor het voetlicht komt is beprijzing. Afhankelijk van de politiek is beprijzing of kilometerheffing al tientallen jaren onderwerp van discussie. Het ‘Anders betalen voor mobiliteit’ is een stelsel dat wel in het buitenland, maar in Nederland niet van de grond wil komen. In mijn tijd als eindredacteur leek het logisch om weggebruikers mee te laten betalen voor intensief gebruik van infrastructuur. Er kwamen wel allerlei ideeën, commissies en constructies, maar bij de verkiezingen ging de stekker er altijd weer uit. Nog steeds is het in het licht van klimaat en vervoer haast onvermijdelijk dat er een vorm van beprijzing komt. Elke dag gaan er eindeloze kolonnes met vrachtwagens richting de grenzen met Duitsland en België, waar ze vervolgens wel geconfronteerd worden met een vorm van betaling voor de gebruiker. Ik ben benieuwd of de volgende regering wel doorpakt.”
De grote mer-projecten komen steeds vaker ook van andere ministeries. Wat moet IenW hiermee?
“Kijk je in het MIRT-overzicht dan zie je een enorme diversiteit aan programma’s, zoals gebiedsgerichte aanpakken, thematisch goederenvervoer of het programma fiets. Het hoofdwegennet is min of meer klaar, terwijl de energieprojecten meer een nationaal belang zijn geworden. Andere ministeries maken graag gebruik van RWS’ers bij hun energieprojecten, zoals hoogspanningsverbindingen en windparken. Aan het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK) van EZK werkt Rijkswaterstaat mee, maar niet als eerstverantwoordelijke. Daarvoor ontbreken de regelgeving en mandaat. Dat betekent dat de grote vernieuwing nu ook meer van andere ministeries verwacht mag worden, maar dat de kennis zeker relevant blijft voor MER-nieuws. Verbreding is dus terecht.”