De scherpe pen van wetgevingsjurist Henk Gierveld was jarenlang een populaire rubriek in MER-nieuws. Veel oud-redacteuren van MER-nieuws opperden de wens om de column nog een keer terug te zien in dit jubileumnummer. De columnist liet zich gemakkelijk overhalen en vond al snel weer inspiratie in de actuele ontwikkelingen. En zo vloeide er weer een puntige column uit de pen van Henk.
Bij het schrijven van deze column op 13 december 2021 zijn de verwachtingen hoog gespannen. Het nieuwe regeerakkoord zal er waarschijnlijk voor de kerst zijn en wellicht zijn dan ook de namen van de nieuwe ministers bekend. Is er eenmaal een regeerakkoord dan volgen ook enkele koninklijke besluiten. Een van die besluiten bepaalt dat geen ontslag zal worden verleend aan de minister-president, althans als Rutte doorgaat. Verder zal via koninklijke besluiten duidelijk worden aan welke ministers en staatssecretarissen wel ontslag zal worden verleend en wie de nieuwe ministers, de nieuwe viceminister-presidenten en de nieuwe staatssecretarissen zullen zijn. Ook een vervangingsregeling zal niet ontbreken. Bij die vooral administratieve besluiten zou het kunnen blijven.
Bij het aantreden van Rutte-III is stevig doorgepakt. Besloten werd toen bijvoorbeeld om een aantal naamswijzigingen door te voeren: die voor de ministeries van Veiligheid en Justitie (nieuwe naam: het Ministerie van Justitie en Veiligheid), Infrastructuur en Milieu (nieuwe naam: het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) en Economische Zaken (nieuwe naam: het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat) en om het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit opnieuw in te stellen. Tenslotte zijn er ook taken overgedragen van het ene ministerie naar het andere.
De koninklijke besluiten werden niet voorzien van een toelichting. Er was ook geen enkele goede reden te verzinnen waarom wetten als de Wet ruimtelijke ordening en de Omgevingswet naar het Ministerie van BZK, dat totaal geen ervaring had en heeft met grote ruimtelijke projecten, over gingen. Het uitsmeren van die taken over in ieder geval vier ministeries (BZK, IenW, EZK en LNV) stond ook haaks op het streven regelgeving op het terrein van ruimtelijke ordening, milieu, water en natuur te integreren. Dat koninklijk besluit was op zijn zachtst gezegd niet bevorderlijk voor de voortgang van dit toch al megalomane project. Al wil ik niet suggereren dat de Omgevingswet al in werking was getreden als deze bij IenM was gebleven.
Omdat de milieudossiers gewoon op de Rijnstraat bleven, was er geen enkele reden voor een naamswijziging. Als men mij vraagt bij welk ministerie ik werk, dan volsta met de (juiste) naam: het Ministerie van Waterstaat. Gebrek aan historisch besef – onder waterstaat wordt al meer dan 200 jaar natte en droge waterstaat verstaan – maakt dat het ministerie ten onrechte iets adellijks (dubbele achternaam) heeft gekregen: het Ministerie van Waterstaat en Waterstaat.
De naamsverandering van ministeries en de herverdeling van taken tussen de nieuwe departementen heeft tientallen miljoenen euro’s gekost. Dat meldde de Volkskrant op 2 april 2019. Het meeste geld ging naar het aanpassen van softwaresystemen. Andere kosten zijn het veranderen van de namen op bijvoorbeeld enveloppen, busjes en briefpapier. Het omdraaien van twee letters van het voormalige ministerie van Veiligheid en Justitie heeft twee miljoen euro gekost. De nieuwe oprichting van LNV kostte zo’n 26,3 miljoen euro. Wat de overdracht van de Omgevingswet naar BZK heeft gekost, is destijds niet becijferd.
Ik ben benieuwd welke wijzigingen Rutte-IV met zich brengt. Hoewel ik wat terughoudend ben om miljoenen euro’s te laten spenderen aan nieuwe visitekaartjes en bebording, heb ik toch enige suggesties voor als besloten wordt om wederom naamgeving te gaan pimpen. Er is op zich geen bezwaar dat twee ministeries in hetzelfde pand aan de Bezuidenhoutseweg zitten, maar zowel de naamgeving van EZK als LNV heeft een te hoog januskopgehalte.
We hebben aan de vruchteloze pogingen van Schouten om uit de stikstofcrisis te komen, gezien dat je niet én natuur én landbouw kunt dienen. De PAS-uitspraken maakten op zich al duidelijk dat alleen een Ministerie van NLV het herstel van de natuur op de eerste plaats kon zetten, bij dat van LNV neemt het vooral perspectief willen bieden aan de landbouw een te preponderante plaats in.
Laten we het simpel houden en komen tot een Ministerie van Economische Zaken, waar economische zaken maar ook landbouw zich thuis zullen voelen, en een Ministerie van Natuur en Klimaat, dat volop aan de slag kan gaan met het halen van de klimaatdoelen en het herstel van de natuur.