Rijkswaterstaat zet in op city-bins: nieuwe bovengrondse afvalbakken op de verzorgingsplaatsen. Alle parkeer- en rustplaatsen langs de A58, N57, N59 en N61 in Zeeland hebben inmiddels deze bakken staan, 80 stuks in totaal. Waarom zijn de afvalbakken vervangen? En wat zijn de voordelen? Kees Sanderse en Peter-Paul van Beers laten het zien en vertellen er meer over.

Kees Sanderse
Kees Sanderse, adviseur duurzaamheid Rijkswaterstaat
Peter-Paul van Beers
Peter-Paul van Beers, technisch manager Rijkswaterstaat Zee & Delta

Kees Sanderse, adviseur duurzaamheid, steekt direct van wal: ‘Er speelt enorm veel op duurzaamheidsvlak. Met het wegenteam werken we intensief samen, hier liggen namelijk veel kansen. Bijvoorbeeld bij de parkeer- en rustplaatsen, in jargon verzorgingsplaatsen.’

Peter-Paul van Beers is technisch manager bij Rijkswaterstaat Zee & Delta. ‘In ons areaal, het gebied waar we verantwoordelijk voor zijn, hebben we elf verzorgingsplaatsen. Vaak is dit bij een tankstation. Hier kunnen weggebruikers parkeren, rusten en wat eten. Vrachtwagenchauffeurs gebruiken deze locaties om te rusten tussen rijtijden. Op deze verzorgingsplaatsen wordt geleefd. En dus is er ook afval’, legt hij uit.

‘De huidige afvalbakken zijn einde levensduur’

‘De huidige afvalbakken zijn einde levensduur. Ze zijn versleten, beschadigd en niet meer goed veilig te gebruiken. Daarom moesten ze worden vervangen’, vervolgt Peter-Paul. ‘Onze aannemer Mourik stelde voor om te optimaliseren: nieuwe afvalbakken, zogenaamde city-bins.’

Kees vult aan: ‘Samen hebben we echt onze schouders eronder gezet om kansen te verzilveren. Dit is een van die kansen: structureel aandacht voor verduurzaming wanneer we iets moeten vervangen.’ Peter-Paul: ‘Wij stonden hier zeker voor open, vooral omdat deze city-bins sluikstort ontmoedigen.’

Sluikstort?

De huidige afvalbakken hadden grote openingen. Rijkswaterstaat merkte dat er veel weggebruikers ook vuilniszakken plaatsten in de containers. Vanuit de achterbak wordt verschillend afval, dat niet thuishoort in deze containers, in en naast de containers geplaatst: sluikstort. ‘Ik zag laatst zelfs een babybadje staan naast de afvalbak’, vertelt Peter-Paul. ‘Dit hoort in de milieustraat afgeleverd te worden, niet op een verzorgingsplaats langs de snelweg.’

De nieuwe city-bins hebben veel kleinere openingen, waardoor enkel het afval van de verzorgingsplaats hier in kan: een kartonnen bekertje van de koffie, of een verpakking van een snack.

Peter-Paul: ‘De aannemer geeft vanuit zijn ervaring aan dat er in het begin zeker meer rotzooi wordt verwacht. Maar je creëert een ontmoedigingsbeleid. Op den duur weten weggebruikers wel dat het dumpen van groot afval en sluikstort hier niet meer mogelijk is en dat ze gewoon langs de milieustraat moeten.’

De nieuwe afvalbakken zijn op afstand te volgen via een sensor. De aannemer kan de metingen inzien.

Meten is weten

Naast kleinere openingen hebben de tachtig nieuwe afvalbakken ook sensoren. Peter-Paul: ‘Het leuke aan deze nieuwe bakken is dat we ze volledig digitaal op afstand kunnen volgen en zo analyses kunnen maken. Voor hoeveel procent zijn ze al gevuld? Moeten ze al geleegd worden? Of kunnen we een paar dagen wachten? Of moeten we juist extra vaak legen? Zo kunnen we onze rijroute optimaliseren. We kunnen onze vrachtwagenbewegingen dus beter controleren. Dit betekent minder kilometers en daarmee minder CO2-uitstoot.’

‘Door te meten en de data te verzamelen, weten we veel meer dan voorheen’

Kees: ‘Dat de vrachtwagens pas gaan rijden als de afvalbak bijna vol is, is een schoolvoorbeeld van hoe we werken: we maken continu de combinatie economie en duurzaamheid. We kunnen zo het contract efficiënter maken. Het mes snijdt aan meerdere kanten. We werken met 90% hergebruikt materiaal, hebben minder tijd nodig en minder CO2-uitstoot bij het legen en op termijn gaan we hierbij zelfs naar geen uitstoot, zero-emissie.’

Peter-Paul: ‘Met de verkregen data kunnen we zelfs een stap verder gaan: we kunnen zien waar het meeste afval is en waar het minste. Staan de afvalbakken dan wel op de juiste locatie? Moet die vuilbak achteraan niet verder naar voren? Alles om de bakken zo optimaal mogelijk in te zetten. Door te meten en de data te verzamelen, weten we veel meer dan voorheen.’

Veiligheid verhogen

Een extra pluspunt is het vergroten van de veiligheid. Peter-Paul: ‘Hoe minder bakken er geleegd hoeven te worden, hoe minder hinder voor de weggebruikers. Dit is veiliger. Maar ook voor de degene die de bakken leegt: minder bakken legen betekent ook minder hijsbewegingen. De oude bakken werden hoe dan ook geleegd, nu kunnen we zien of het nodig is of dat het nog even kan wachten. Het is plus, plus, plus: we kunnen veiliger werken, er zijn minder vrachtbewegingen en we creëren een schonere verzorgingsplaats.’

City-bins worden in tegenstelling tot de oude afvalbakken, bovengronds geplaatst.

Leuk weetje

De picknickbanken op de verzorgingsplaatsen zijn van 100% gerecycled plastic en gemaakt van afval uit de bakken die ernaast staan.

Groeimodel

De aannemer zal na plaatsing van de bakken het onderhoud ook zelf uitvoeren. Voor het ophalen van het afval heeft Mourik een perscontainer, zodat er zoveel mogelijk afval meegenomen kan worden per ronde. Het afval wordt ter plaatse nog kleiner gemaakt. ‘Doordat ze alles zelf doen, kunnen we nog verder optimaliseren’, vertelt Peter-Paul.  

Kees: ‘We moeten niet te grote stappen willen zetten in één keer. Stap voor stap, en altijd vooruit kijken. Zoals het er nu uitziet kunnen we van de huidige 65.527 kilometer die de vrachtwagens per jaar rijden, naar 21.705 kilometer. Dat is meer dan een halvering van de bewegingen. In vijf jaar tijd kunnen we dan 223 kiloton CO2 besparen. Dit is nu nog een schatting. We willen alles cijfermatig inzichtelijk maken en precies uitrekenen.’

Peter-Paul: ’Het is een groeimodel: als we na een x aantal maanden data hebben verzameld kunnen we weer een stapje verder gaan. Via een app krijgt de aannemer door dat de bakken vol zitten en wat de meest economische en duurzame route is. De vrachtwagenchauffeurs kunnen dit dan uitlezen in de app. Een mooie volgende stap!’