Foto Studio Retouched

Hoe mooi zou het zijn als we een tweede kans geven aan bruggen die nog niet het einde van hun fysieke levensduur hebben bereikt, maar al wel plaats moeten maken voor een nieuwe? Heel mooi natuurlijk! Daarom onderzoekt Rijkswaterstaat samen met marktpartijen, zoals ingenieursbureaus en transportbedrijven en andere overheden de mogelijkheid om bruggen te hergebruiken. De Keizersveerbruggen waren een ideaal studieobject.

Barbara van Offenbeek, senior adviseur circulaire economie

Zo’n 80% van de Nederlandse bruggen en viaducten die op de nominatie staan voor sloop, heeft nog niet het einde van zijn levensduur bereikt. ‘Ze kunnen nog wel even mee, alleen niet op hun huidige plek’, zo vertelt Barbara van Offenbeek, senior adviseur circulaire economie bij Rijkswaterstaat. ‘Bijvoorbeeld omdat de constructie niet geschikt is voor de uitbreiding van rijbanen.’

‘We verwachten dat het kan, maar doen het nog niet’

Urgent

Niet zo raar dus dat Rijkswaterstaat inzet op hergebruik van bruggen. Van Offenbeek legt uit dat voor het bouwen van een brug veel grondstoffen nodig zijn. ‘Ook gaat het gepaard met veel milieu-impact. Niet alleen door het winnen van grondstoffen, maar ook door het productieproces. Op zich worden vrijkomende bruggen wel gerecycled; de grondstoffen zelf gaan dus niet verloren, maar het is beter om te kijken of we de brug elders kunnen hergebruiken. Dat scheelt sloop en recyclingkosten – en de daarmee gepaard gaande milieu-impact – én zorgt ervoor dat we geen nieuwe brug hoeven te bouwen.’ Hergebruik van bruggen is een onderwerp dat leeft, ook bij andere overheden. En het thema wordt alleen maar urgenter. ‘Rijkswaterstaat staat de komende decennia voor een grote vervangings- en renovatieopgave, waarbij veel bruggen vrijkomen omdat ze aan vervanging toe zijn. Dit betekent niet dat ze helemaal moeten worden afgeschreven. Op onze rijkswegen kunnen ze niet meer mee, maar op het onderliggende wegennet met minder zwaar vrachtverkeer kunnen we ze mogelijk nog 60 tot 100 jaar gebruiken.’

Het wiel samen uitvinden

Hoe gaat hergebruik in de praktijk dan in zijn werk? ‘We hebben er nog weinig ervaring mee’, vertelt Van Offenbeek. ‘We verwachten dat het kan, maar doen het nog niet. Het is een wiel dat we samen met elkaar aan het uitvinden zijn.’ Hergebruik van bruggen is namelijk behoorlijk complex. ‘Bruggen zijn ontworpen voor een specifieke locatie en dus voor een bepaalde ondergrond, met een bepaalde constructie en een bepaald gewicht. Precies zo’n locatie vind je natuurlijk niet als je een brug wil hergebruiken. Het past dus niet zomaar en dat heeft uiteraard gevolgen. Ook vervoer is een issue: een brug vervoer je niet zomaar over de weg. Eigenlijk is alleen vervoer over water een reële mogelijkheid.’

Foto: Studio Retouched

Keizersveerbruggen als ideaal studieobject

Rijkswaterstaat heeft samen met de gemeente Rotterdam, de gemeente Amsterdam en een aantal marktpartijen een concrete case bestudeerd: de Keizersveerbruggen. ‘Deze bruggen worden tijdens de verbreding van de A27 tussen Houten en knooppunt Hooipolder vervangen door 2 nieuwe bruggen. Ze zijn dus over, en in die zin een ideaal studieobject in het kader van hergebruik. Bijzonder is dat deze bruggen al eens zijn hergebruikt; ze waren eerder onderdeel van de oude Moerdijkbrug.’ Belangrijk bij deze case was dat de brug pas over een aantal jaar beschikbaar komt en er voldoende tijd is om alles uit te zoeken en voor te bereiden. ‘Dat hebben we geleerd van een case die we in het verleden onder de loep hebben genomen: de Lekbrug bij Vianen. Daar hadden we achteraf gezien eerder naar moeten kijken, want het was moeilijk een bruikbare oplossing te vinden voor hergebruik.’ Voor de Keizersveerbruggen zijn 2 mogelijke opties onderzocht: hergebruik in onderdelen bij de bestaande Spijkenisserbrug en hergebruik voor een verbeterde OV en/of fietsverbinding tussen Amsterdam en Zaandam. ‘We hebben belemmeringen en mogelijkheden in kaart gebracht tijdens een bijeenkomst met deskundigen van marktpartijen en de gemeenten Amsterdam en Rotterdam.’

‘Circulair werken doen we met iedereen in de keten’

Risico’s en onzekerheden

Een van de marktpartijen is ingenieursbureau Witteveen+Bos. ‘Circulariteit en circulair ontwerpen zijn belangrijke speerpunten voor ons’, vertelt adviseur duurzaamheid Rob Dijcker. ‘Daarom denken we graag met Rijkswaterstaat mee over het hergebruik van bruggen. Vaak wordt gedacht dat dit alleen maar gedoe oplevert. Voor een deel klopt dat, want er komt inderdaad heel veel bij kijken. Daarbij gaat het niet alleen om de vraag of hergebruik überhaupt mogelijk is en waar dat dan zou kunnen, maar ook om hoe je omgaat met de bijbehorende risico’s.’ Van Offenbeek vult aan: ‘De aannemer die de brug gaat hergebruiken krijgt voor zijn gevoel misschien een “tweedehandsje”, net zoals de wegbeheerder. En wat doe je als er bij het transport iets gebeurt waardoor de brug beschadigd raakt? Kortom, hoe ga je om met onbekende risico’s en onzekerheden? Het antwoord op die vraag hebben we nog niet gevonden.’ Dijcker en zijn collega, projectleider Wouter de Vries, vinden dat deze issues geen belemmering mogen vormen om bruggen daadwerkelijk te hergebruiken. ‘Circulair werken doen we met iedereen in de keten’, vindt De Vries. ‘En dat betekent ook samen oplossingen bedenken, realiseren én leerpunten delen.’

Foto: Studio Retouched

‘De ontwikkelingen staan niet stil en er is steeds meer mogelijk’

Transport over water

Ook transportbedrijf Mammoet denkt mee met Rijkswaterstaat. Wessel Helmens, director solutions & innovations, vertelt dat Mammoet hergebruik hoog in het vaandel heeft staan. ‘Dat zit nu eenmaal in ons DNA: wij zetten ons gereedschap steeds opnieuw in, voor allerlei klanten overal ter wereld.’ Zijn ervaring met het hergebruik van bruggen komt overeen met die van Witteveen+Bos en Rijkswaterstaat: ‘Het lijkt wel of iedereen het wil, maar we hebben de ultieme oplossing nog niet gevonden. Hebben we het over het transport, dan weten we als Mammoet wél wat er kan, of kunnen we dat uitzoeken. Voor de Keizersveerbruggen hebben we bijvoorbeeld in kaart gebracht of transport naar Rotterdam of Amsterdam tot de mogelijkheden behoort.’ Transport over water is de meest geschikte oplossing. ‘De brug ligt immers al over het water heen’, aldus Helmens. ‘Het is dan ook relatief eenvoudig om deze op te tillen, op een ponton te leggen, naar een andere locatie aan het water te vervoeren en weer te plaatsen. Ook is er in de loop der jaren steeds meer speciaal hef- en hijsmaterieel ontwikkeld. De ontwikkelingen staan niet stil en er is steeds meer mogelijk. Toch kom je ook knelpunten tegen: bruggen waar je onderdoor moet, is de brug geschikt om op andere punten op te pakken, stremmingen van het scheepvaartverkeer, dat soort zaken. Maar ook hiervoor geldt dat we altijd een oplossing kunnen bedenken.’

Handleiding én bruggenbank

Van Offenbeek vertelt dat het traject voor de Keizersveerbruggen nog geen totaaloplossing heeft opgeleverd, maar wel een aantal interessante vervolgstappen. ‘De optie om de bruggen her te gebruiken bij de OV en/of fietsverbinding tussen Amsterdam en Zaandam wordt nu technisch verkend. Valt die verkenning positief uit, dan willen we het voorstel bespreken met bestuurders en kijken of er draagvlak is voor zo’n oplossing.’ Naast potentiële locaties voor hergebruik, benut Rijkswaterstaat het traject rondom de Keizersveerbruggen ook om een handleiding voor het hergebruik van bruggen op te stellen. ‘Zo kan iedereen zijn voordeel doen met wat we met z’n allen hebben bedacht.’ Daarnaast ontwikkelt Rijkswaterstaat een ‘bruggenbank’: een online catalogus voor (rijks)overheden, waarin alle bruggen komen te staan die kunnen worden hergebruikt. ‘Doordat iedereen weet welk aanbod er is, maken we de keuze voor hergebruik gemakkelijker. We zijn er nog niet, maar timmeren inmiddels wel aardig aan de weg.’