Rijkswaterstaat, aannemerscombinatie BAM/Van den Herik en Deltares werken binnen het prestatiecontract Twentekanalen en IJsseldelta op een vernieuwende manier samen. Dat doen ze in een zogenaamde leerruimte, waarbij de traditionele opdrachtgever-opdrachtnemersrol is losgelaten en innovatie wordt omarmd. Een van de meest aansprekende innovaties is The Great Bubble Barrier: een bellenscherm dat plastic uit de rivier vangt.
Hoe maken we het beheer en onderhoud van onze rivieren en wegen efficiënter, betrouwbaarder en duurzamer? Een relevante vraag, zowel voor Rijkswaterstaat als voor marktpartijen. Binnen het prestatiecontract Twentekanalen en IJsseldelta wordt geëxperimenteerd met een zogeheten leerruimte. Yuri Wolf neemt namens Rijkswaterstaat deel aan de leerruimte. Hij vertelt dat prestatiecontracten over het algemeen vrij traditioneel zijn ingestoken. ‘Uitgangspunt bij beheer- en onderhoudscontracten is instandhouding van wat we aantreffen. Maar waarom zou je het daarbij laten? Het mooie is dat we als Rijkswaterstaat de mogelijkheid hebben om méér te doen dan alleen instandhouding. Hoe? Door aan het prestatiecontract een set bepalingen toe te voegen die samenwerking tussen Rijkswaterstaat, aannemer, kennisinstellingen en andere partijen bevordert én sociale en technische innovatie stimuleert. En dat is precies wat we bij het prestatiecontract Twentekanalen en IJsseldelta hebben gedaan.’
Denkomslag
Het prestatiecontract Twentekanalen en IJsseldelta werd in 2014 gegund aan aannemerscombinatie BAM/Van den Herik. De Leerruimte Self Supporting River System (SSRS) maakte deel uit van dit contract. Maar hoe zet je nu zo’n leerruimte op? Tim van der Lugt, innovatiemanager bij BAM/Van den Herik, vertelt dat dit behoorlijk ingewikkeld was. ‘We begonnen from scratch. In de bepalingen die Rijkswaterstaat aan het contract had toegevoegd, stond bijvoorbeeld dat Deltares een rol zou moeten krijgen in de leerruimte en dat we de aanpak gezamenlijk zouden vaststellen. Vooral dat laatste zijn wij eigenlijk niet gewend, omdat we met Rijkswaterstaat toch vaak in een traditionele rolverdeling – opdrachtgever versus opdrachtnemer – zitten. De eerste periode hebben we daarom vooral gebruikt voor procesinnovatie: hoe krijgen we hier binnen onze eigen organisaties de handen voor op elkaar.’ Heleen Vreugdenhil, innovatiemanager bij Deltares, herkent zich hierin: ‘Omdat het idee van de leerruimte zo nieuw was, moesten we echt een denkomslag bewerkstelligen binnen onze organisaties. Dat kost veel tijd.’
Simpel idee
Inmiddels draait de leerruimte volop en worden er tal van innovatieve ideeën doorontwikkeld tot realistische oplossingen die bijdragen aan efficiënter, betrouwbaarder en duurzamer beheer en onderhoud van rivieren. Oplossingen bovendien, die Rijkswaterstaat op termijn zou kunnen uitvragen aan de markt. Een mooi voorbeeld is The Great Bubble Barrier. ‘Het idee is simpel’, legt co-founder Saskia Studer uit. ‘We plaatsen een buis met gaten diagonaal op de bodem van een rivier of gracht. Door hier lucht doorheen te pompen, ontstaat een scherm van bellen. Dit houdt plastic tegen en duwt het naar de oppervlakte, waarna het gemakkelijk uit het water kan worden gehaald.’ Wolf vult aan: ‘Het gaat feitelijk om dezelfde techniek die we als Rijkswaterstaat soms al toepassen bij het scheiden van zoet en zout water. Maar op het tegenhouden van plastic waren we zelf nog niet gekomen.’
Werkend prototype
Studer vertelt dat het idee voor The Great Bubble Barrier ontstond in de kroeg, toen ze zich samen met twee vriendinnen kwaad maakte over de hoeveelheid afval die ze in het water zagen drijven. ‘Maar met alleen een idee kom je niet zo ver’, lacht ze. ‘Daarom deden we mee aan de “Plastic-Free Rivers Makathon” van Rijkswaterstaat en PWN. Tot onze grote verbazing wonnen we de eerste prijs: een pilot in de IJssel.’ En zo kwam het drietal in contact met het leerteam. Wolf: ‘In een jaar tijd hebben we de dames geholpen om van hun “schets” een werkend prototype te maken. Daar hebben we met z’n allen – Rijkswaterstaat, Deltares en de aannemerscombinatie – veel in geïnvesteerd.’ Eerst is er een schaalmodel gebouwd. ‘Daarna hebben we het model 4 weken mogen testen in de stroomgoot van Deltares’, glundert Studer. ‘We hebben vooral gekeken naar de werking. Ook hebben we het materiaal onder verschillende condities kunnen testen. Zo hebben we een goede basis gelegd voor de echte praktijkproef in de IJssel bij Kampen.’
De boer op
In november 2017 werd een bellenscherm van 200 m getest. Met mooie resultaten. ‘De pilot liet zien dat The Great Bubble Barrier in typisch Nederlands novemberweer 86% van het testmateriaal afvangt’, licht Studer toe. ‘Het kleinste plastic dat we tot nu toe uit het water hebben gefilterd is 3 mm groot plastic granulaat.’ Hoe gaat het verder, nu de pilot is afgerond? Studer: ‘Het leerteam heeft ons echt geholpen om ons idee van de grond te krijgen. We hebben een product ontwikkeld waarmee we de boer op kunnen. Wel moeten we het nu weer zelf zien te rooien. Dat vraagt veel van ons, maar geeft ook veel energie. Ons streven is om dit jaar weer een bellenscherm in het water te krijgen. Daarom zijn we op zoek naar partijen – zoals gemeenten, waterschappen of havens – die ons bellenscherm willen gebruiken om de Nederlandse rivieren plasticvrij te maken.’
Inzichten
Niet alleen de bedenkers van The Great Bubble Barrier hebben de afgelopen jaren veel bijgeleerd, ook het leerteam zelf heeft veel inzichten opgedaan. Inzichten die het team graag deelt met leerteams bij andere beheer- en onderhoudscontracten en aanlegprojecten. Bijvoorbeeld dat je oog moet hebben voor elkaars belangen. ‘Als leerteam hebben we een gezamenlijk belang, waar we hard aan trekken’, aldus Vreugdenhil. ‘Maar uiteindelijk hebben we allemaal ook te maken met ons eigen organisatiebelang. Daar moet je helder in zijn en duidelijke afspraken over maken.’ Een ander inzicht is dat het heel goed is geweest om het leerteam los te koppelen van de daadwerkelijke uitvoering van het prestatiecontract. ‘Zo voorkomen we dat we worden opgeslokt door de dagelijkse beslommeringen’, stelt Van der Lugt. ‘Om de binding met de uitvoering niet te verliezen, schuiven liaisons vanuit de uitvoeringsteams van tijd tot tijd aan bij onze overleggen. Want om doelgericht te innoveren moet je wel weten wat er in de uitvoering allemaal speelt.’ Wolf sluit af. ‘Eigenlijk is de leerruimte een innovatie op zichzelf. En daar mogen we met z’n allen heel trots op zijn.’