Om de rijkswegen van transportland Nederland in goede staat te houden en de verkeersdoorstroming te garanderen, is asfalt nodig. Veel asfalt. Daar zijn aanzienlijke kosten mee gemoeid. Hoe het beter kan, onderzoekt de ‘asfaltketen’ in de Asfalt-Impuls. Samen willen ze het onderhoud en aanleg niet alleen beter voorspelbaar en efficiënter maken, maar ook duurzamer.
Rob Hofman is productielijncoördinator wegenbouw bij Grote Projecten en Onderhoud (GPO) van Rijkswaterstaat en 1 van de trekkers van de Asfalt-Impuls. Hij geeft aan dat het programma vooral draait om kwaliteitsverbetering en duurzaamheid. ‘Het gaat de deelnemers aan de Asfalt-Impuls erom dat ze op deze onderdelen de lat hoger willen leggen om zo te voldoen aan de maatschappelijke veranderingen op gebied van mobiliteit en de klimaatdoelen.’
Grote ambities
Geheel in lijn met de Marktvisie geven wegbeheerders, asfaltaannemers, leveranciers, producenten en kennisinstellingen de Asfalt-Impuls samen vorm. Het programma moet vooral een duurzame impuls aan het product asfalt geven. In 2050 moet al het asfalt 100% circulair en 100% energieneutraal zijn. Grote ambities, erkent Hofman. ‘Oud asfalt gebruiken we nu al opnieuw, maar alleen voor de onderlagen. Maar als je écht werkt volgens het cradle-to-cradle-principe, wil je het oude asfalt ook gebruiken voor de toplaag, zoals het zoab. Ook omdat dit relatief dure materialen zijn. Dan is er namelijk sprake van hoogwaardige toepassing.’ Een ander voordeel van een volledig hernieuwbare asfaltweg: lagere transportkosten. ‘Bitumen komt uit het Midden-Oosten of Venezuela’, stelt Hofman. ‘En de stenen in asfalt zijn afkomstig uit Noorwegen en Schotland. Dat transport en de CO2-uitstoot daarvan ben je bij volledige hernieuwbaarheid kwijt.’
Asfalttrein
Hergebruik is mogelijk door het oude asfalt laag voor laag af te pellen. ‘Er is zelfs een aannemer die een “asfalttrein” inzet’, vertelt Hofman. ‘Het voorste gedeelte van de trein schraapt lagen van het asfalt, terwijl de “wagonnetjes” daarachter het verwarmen en weer aanbrengen, een continu proces.’ Ook bij de productie van asfalt is nog veel duurzaamheidswinst te boeken. Het productieproces vraagt namelijk veel energie in de vorm van warmte. De meeste asfaltmixen moeten tot zo’n 160 graden worden verhit om te kunnen worden geproduceerd. Ook hier is volop sprake innovatie. ‘Er zijn al aannemers die asfalt bij 110 graden kunnen maken en leggen. Dat is toch een winst van 50 graden. En er zijn zelfs partijen die claimen dat nog lagere temperaturen mogelijk zijn.’
Innovatief vermogen aanwakkeren
Deze en andere innovaties bestaan al, maar moeten nog beproefd worden op het wegennet van Rijkswaterstaat. Ze vragen bovendien een andere mindset. Niet alleen van de aannemer of de producent, maar van de hele asfaltbranche. ‘Om een voorbeeld te noemen: de mensen die het asfalt eruit frezen, zijn gewend dit in grote brokken te doen. Niet laag voor laag. Ze kunnen dat wel, maar zijn het gewoon niet gewend. Zo zijn er veel dingen die al mogelijk zijn, maar die niet gebeuren omdat we er nog niet met de juiste blik naar kijken.’ Om het innovatieve vermogen van de keten beter te benutten en aan te wakkeren, zijn ook zogenoemde klimaatenveloppen uitgedeeld. Tijdens de vakbeurs InfraTech kregen 5 bouwbedrijven een geldprijs voor hun slimme ideeën op asfaltgebied. Hofman: ‘Het geld komt van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en is bedoeld om de klimaatdoelstellingen te halen. Met deze impuls krijgen de vernieuwende ideeën hopelijk wat extra vaart mee en kunnen we ze – als het meezit – binnenkort gebruiken.’
Voorwaarden scheppen
Ook Rijkswaterstaat zelf moet – met de keten – zijn verantwoordelijkheid nemen. Niet alleen door innovatie te stimuleren, maar door ook zelf de voorwaarden te scheppen. Bijvoorbeeld door niet alleen te vragen om innovaties, maar daar in contracten ook echt ruimte voor te bieden. De aanleg van de Gaasperdammertunnel is een goed voorbeeld. ‘Waar het om draait is duidelijk naar elkaar toe zijn over wat je wilt en wat je van elkaar verwacht’, stelt Hofman. ‘Dan zie je: er zijn volop kansen!’
Big data
Bij het verduurzamen en verbeteren van het asfalt kijkt Rijkswaterstaat ook nadrukkelijk naar big data. Adviseur Rutger Krans geeft aan dat er heel veel gebruiksgegevens zijn als het gaat om de rijkswegen. ‘Bijvoorbeeld uit eigen onderzoek of detectielussen. Combineer je die met data van bijvoorbeeld het KNMI, CBS of gemeenten, dan kun je daar met machine learning veel uit halen. Kunstmatige intelligentie helpt ons daarbij, door de zee aan gegevens te doorzoeken naar verbanden tussen parameters.’ Op dit moment gaat het om zo’n 400 parameters per hectometervak. ‘Dit aantal zal alleen nog maar groeien, nu ook de partijen van de Asfalt-Impuls gegevens gaan aanleveren.’ Het uiteindelijke doel is een model waarmee de levensduur van een snelweg nauwkeurig te voorspellen is: het zogenaamde LevensduurvoorspellingsAsfaltModel (LAM).
Verbetering
Maar voor het LAM er is, moeten er tijdens de data-analyses al instrumenten worden opgeleverd waarmee de asfaltketen kan werken. Te denken valt aan toepassingen om data te doorzoeken, voor monitoring en voor visualisatie van de data. Zo’n toepassing is ook het nauwkeuriger kwalitatief analyseren van elke 100 meter asfalt. ‘Nu doen we dat op basis van visuele inspecties’, vertelt Krans. ‘In de praktijk betekende dit dat in 1 op de 3 gevallen de voorspelling van de restlevensduur klopte met die van een jaar eerder. Wij hebben hier nu data uit onze scanauto’s aan toegevoegd, waarmee we nauwkeuriger kunnen analyseren. Met resultaat: we zitten nu 2 van de 3 voorspellingen goed. Een behoorlijke verbetering.’
Iedereen is nodig
Krans ziet big data niet als zaligmakend, maar eerder als aanvulling op wat er al is. ‘Er is in de hele branche al een schat aan kennis en ervaring aanwezig. En net zoals Rijkswaterstaat maar 1 van de spelers in de keten is, en we iedereen nodig hebben, zo is ook big data-analyse maar 1 extra dingetje om het asfalteren sneller, kostenefficiënter en duurzamer uit te voeren. Maar uiteindelijk is het natuurlijk wel fantastisch dat we elkaar zo goed hebben weten te vinden!’
Bevindingen en informatie uit de Asfalt-Impuls worden gedeeld op de website van kennisplatform CROW.