De beschikbaarheid van Probe Vehicle Data – ’voertuigdata’ – groeit. Steeds meer wegbeheerders zien de mogelijkheden. Maar de ontwikkeling staat nog in de kinderschoenen, beamen Chris de Vries en Jilt Reitsma van het Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW). "Er liggen heel veel kansen. Daarbij is het belangrijk om de privacy van de gebruiker te waarborgen."
Autofabrikanten bouwen steeds meer sensoren in voertuigen die data over bijvoorbeeld ruitenwissers, mistlichten en de bandenweerstand terugsturen naar de fabrikant, vertelt Reitsma, inkoopmanager bij NDW. "De geanonimiseerde gegevens bieden kansen voor wegbeheerders om de verkeersveiligheid te vergroten." Veel informatie komt nu nog van locatiegebonden meetpunten die gegevens verzamelen. Maar die meetpunten staan lang niet overal. Op grote stukken van de weg zijn wegbeheerders eigenlijk ‘blind’. De Vries, directeur NDW: "Met data uit auto’s kunnen we het wegennet beter in kaart brengen en zijn we 24/7 op de hoogte van de toestand op de weg."
Voortrekkersrol Rijkswaterstaat
Het NDW is in Nederland de centrale organisatie als het gaat om data van en over wegverkeer. De Vries: "We regelen de inwinning, zien toe op de kwaliteit, verrijken data, slaan ze op en stellen ze beschikbaar." Het NDW speelt, als samenwerkingsverband, een voortrekkersrol op het gebied van Probe Vehicle Data. Als partner binnen dit verband speelt Rijkswaterstaat een belangrijke voortrekkersrol. Andere wegbeheerders zijn geïnteresseerd, maar hebben zelf minder ruimte voor ontwikkeling van nieuwe technieken. Ze liften vooral mee. "Dat is ook logisch", vindt De Vries. "Rijkswaterstaat is de grootste wegbeheerder van Nederland. Adel verplicht."
Samenwerking essentieel
Bij Probe Vehicle Data is samenwerking essentieel, legt Reitsma uit. "Data over onder meer ruitenwisser- en aircogebruik kun je niet zelf ophalen. Daarvoor ben je afhankelijk van autofabrikanten, met ieder hun eigen systemen. Een individuele wegbeheerder kan daar weinig mee. Daarom trekken wij op namens alle wegbeheerders in Nederland. We werken nu bijvoorbeeld aan het ontwikkelen van marktstandaarden voor auto’s. Dat krijg je als losse provincie niet voor elkaar. Maar samen lukt het wel."
Bescherming van privacy staat voorop
De mogelijkheden van nieuwe databronnen zijn legio. "Technisch kan er heel veel en is data goed bruikbaar", aldus Reitsma. "Het Landelijk Verkeersmanagement Beraad (LVMB) is druk bezig met verdere ontwikkeling van onder andere Probe Vehicle Data, Floating Car Data en glasvezel. Privacy van de gebruikers is daarbij essentieel. We zetten geen stappen voordat we zeker weten dat die gewaarborgd is. Recent hebben we dit bijvoorbeeld ervaren bij Safety Related Traffic Information. Voor dit Europese project zijn autofabrikanten verplicht veiligheidsgerelateerde informatie te delen met overheden. Dan is het belangrijk dat data niet tot op persoonsniveau herleidbaar zijn, bijvoorbeeld door combinatie van de data uit de auto en camera’s langs de weg."
Privacy waarborgen is noodzakelijk bij datagebruik voor betere verkeersveiligheid
Daan Arnoldussen is portfoliomanager bij het Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW). Ook hij pleit voor wetgeving voor actuele verkeersgegevens. “Dit is echt nodig om verder te komen in de huidige ontwikkelingen.”
Over het algemeen worden er steeds meer soorten data verzameld om de verkeersveiligheid verder te verbeteren. “Daardoor komen er ook meer vragen over privacy. Logisch natuurlijk, want we hebben te maken met veel nationale én Internationale regelgeving daarover. Hij vertelt dat er in pilots wel meer data gebruikt mogen worden. “Daar gaat het om het beproeven van nieuwe technologie in een kleine gesloten omgeving.” Bij het opschalen vindt er echter een verdere verspreiding van de data plaats, zodat privacy checks dan wel een rol gaan spelen.
Remmende factor
Een bredere kaderwet geeft duidelijkheid aan alle betrokken partijen in de mogelijkheden en onmogelijkheden rond de verwerking en het gebruik van verschillende data. “Denk bijvoorbeeld aan cellulaire data, fietsdata en MAASdata. Deze wetgeving op basis van doelbinding moet duidelijkheid scheppen voor een heel scala aan berichten en bronnen voor speciale toepassingen.”
Data uit voertuigen
“Als er een auto in de vangrail belandt, willen we dat doorgeven. We willen dat er zo snel mogelijk een berger ter plaatse komt en dat er een rijstrook wordt afgesloten. We willen deze berichten ook met serviceproviders delen zodat zij dit naar hun gebruikers kunnen doorsturen.” Het minimale wat dan nodig is aan data, zijn een locatie en tijdsbepaling. Zeker gezien het feit dat er steeds meer individuele bronnen - zoals data uit voertuigen - beschikbaar komen, is het belangrijk om privacy afspraken te hebben. Arnoldussen: “Ook al worden de berichten verder geanonimiseerd, het is wenselijk discussies te voeren over het creëren van een duidelijk wettelijk kader.”
Passende privacywetgeving
Arnoldussen vindt dat privacywetgeving (bijvoorbeeld op basis van doelbinding) een voorwaarde is om de volle potentie van beschikbare data en databronnen voor verkeersveiligheid en verkeersmanagement te benutten. “Ik denk ook aan andere doelen zoals betere doorstroming en het milieu. De technologische ontwikkelingen zijn groot en gaan snel. Een passende privacywetgeving maakt het gemakkelijker om verdere ontwikkelingen te faciliteren. Een duidelijk kader geeft ook voor de marktpartijen een motivatie, duidelijkheid en een juridische basis om hun data verder door te ontwikkelen. Daarnaast is het mogelijk om op wegen waar voorheen weinig informatie over beschikbaar was (‘niet gesignaleerd gebied’), nu wel relevante informatie te verzamelen en te delen met de weggebruikers.”