Foto Natuurlijk Veilig informatiebijeenkomst 2019 (Bron: Natuurlijk Veilig)
Het project Natuurlijk Veilig blikt tevreden terug. Dat blijkt 24 november 2021 tijdens het online eindcongres. Hoofdconclusie: de impact van de huidige suppleties op de kustnatuur blijft beperkt. Rijkswaterstaat, natuurorganisaties en onderzoekers roemen de opgehaalde kennis. De projectaanpak – samen optrekken met natuurorganisaties – bevalt. Rijkswaterstaat nodigt de kenners uit om bij het suppletiedossier betrokken te blijven.
Het eindcongres vindt vanuit Den Helder online plaats. Een samenzijn is vanwege de coronamaatregelen niet mogelijk. Op afstand luisteren en chatten een vijftigtal deelnemers mee. Het programma: negen korte inleidingen, afgewisseld met videoboodschappen. Het eindoordeel klinkt unaniem positief. Simeon Moons van Rijkswaterstaat benadrukt de meerwaarde van de samenwerking. ‘Bouwkunde, wetenschap en natuur zijn vaak gescheiden werelden. Natuurlijk Veilig brengt ze in een mooi samenwerkingsproject bij elkaar.’ Petra Damsma van Rijkswaterstaat wil de samenwerking graag in een andere vorm voortzetten. Ze vraagt de deelnemers wie jaarlijks wil aanschuiven, om actief mee te denken bij het plannen en uitvoeren van suppleties. Meer dan twintig aanwezigen steken digitaal de hand op. ‘Ik vind het superwaardevol om met natuurorganisaties samen te werken’, verklaart Damsma haar oproep.
Robuust systeem
De onderzoeken schetsen een eenduidig beeld. ‘Het kustsysteem heeft weinig last van zandsuppleties’, concludeert Theo Prins van Deltares in zijn inleiding. ‘Een suppletie begraaft weliswaar de bodemdieren onder een laag zand, maar de populaties komen er niet door in gevaar. Ook zien we in de kustzone tot nu toe geen verandering in de korrelgrootte. Het kustsysteem is robuust. De soorten die in de branding leven, zijn bestand tegen ruwe omstandigheden. Pas op de lange termijn kunnen suppleties een rol gaan spelen.’
Vissoorten beter in beeld
Prins’ conclusie gaat op voor bodemdieren en vissen in de vooroever. ‘De kustzone is buitengewoon belangrijk als kinderkamer voor jonge vissen’, vertelt Martin Baptist van Wageningen Marine Research. Over de verspreiding van soorten als schol, tong, tarbot en griet langs de kust was weinig bekend. ‘In de branding, met hoge golven, is het lastig onderzoek doen. Grote schepen kunnen er niet komen, voor kleine bootjes is het gevaarlijk. Dankzij Natuurlijk Veilig hebben we nu beter in beeld hoeveel en welke vissen waar voorkomen.’
Gevolgen klimaatverandering
Op de langere termijn beïnvloedt klimaatverandering de kustnatuur en de suppleties. ‘Door de stijgende watertemperatuur vertrekt jonge schol uit de Waddenzee. Dit maakt de kustzone nóg belangrijker als kinderkamer. Andere vissoorten, zoals zeebaars, zullen van het warmere water profiteren’, vertelt Ralf van Hal van Wageningen Marine Research. Stéphanie IJff van Deltares staat stil bij de klimaatgevolgen voor duingebieden. ‘Duinen zijn belangrijk voor de drinkwaterwinning. Een stijgende zeespiegel kan de zoetwaterbel onder de duinen verkleinen. Met suppleties kun je duinen breder maken, waardoor de zoetwaterbel juist groeit. Daarmee houden we niet alleen de drinkwaterwinning op peil, ook andere functies, zoals veiligheid, duinnatuur en recreatie, hebben er baat bij.’
Kansen natuurinclusief suppleren
Suppleties kunnen bijdragen aan een oplossing. Voor bredere duinen, zoals IJff stelt. Maar ook voor rijke onderwaterlandschappen. Baptist over het suppletie-ontwerp: ‘Richt met het suppletiezand een nieuw kustlandschap in, met eilanden en lagunes, waar jonge vissen, grote sterns en aalscholvers van profiteren. Wordt door klimaatverandering het suppletievolume opgeschaald, dan lonkt een mooie toekomst voor de kustnatuur.’ Anderzijds oppert Baptist ook een andere denkrichting over de suppletietechniek: ‘Voorkom collateral damage. Plof niet al het zand in één keer neer, waardoor het bodemleven bedolven raakt, maar spreidt het zand geleidelijk uit.’
Vergaarde kennis toepassen
Natuurlijk Veilig levert een vracht aan nieuwe inzichten op. Petra Damsma van Rijkswaterstaat wil deze kennis nu gaan implementeren in de suppletiepraktijk. ‘In plaats van meer onderzoek uit te zetten, gaan we de vergaarde kennis eerst toepassen’, zegt ze. Binnen Kustlijnzorg, verantwoordelijk voor de suppleties langs de kust, krijgt de kustnatuur al meer aandacht. Omdat eerder ecologische kennis in het programma Kustlijnzorg ontbrak, schuift Simeon Moons sinds kort als ecoloog aan. ‘In de ontwerpweken krijgt ecologie nu al aan de voorkant een stem. Dat is waardevol. Eerder bleef de ecologie grotendeels buiten beschouwing’, legt hij uit. Zijn collega, Stefan Pluis van Rijkswaterstaat, schetst een concreet natuurresultaat. ‘Op Texel hebben we de strandsuppletie tweehonderd meter verplaatst om de monding van de Slufter, een natuurgebied, open te houden.’