De gemeente Amersfoort groeit. Jaarlijks worden er rond de 1.000 woningen gebouwd. Deze plannen gaan hand in hand met een gezonde leefomgeving en energietransitie. Projectleider Heidy Smit vertelt hoe Amersfoort de omgevingsvisie combineert met het nieuwe instrument de omgevingseffectrapportage (OER).
Voorkeursalternatief
Amersfoort wil in de toekomst gezond, groen en slim groeien. De gemeente investeert daarom in een woonomgeving met voldoende ruimte voor groen, wonen en werken. Een omgeving die uitnodigt tot een gezonde levensstijl en meer ruimte biedt aan fietsers en voetgangers. De Omgevingsvisie en het OER werken vanuit 3 varianten toe naar 1 voorkeursalternatief dat bij die uitgangspunten past. Dit voorkeursalternatief geeft richting aan het ruimtelijk beleid voor de komende 10-15 jaar.
2 vliegen in 1 klap
Volgens Heidy Smit was tot nu toe in Amersfoort een m.e.r. voor structuurvisies niet gebruikelijk. “Onder de Omgevingswet zien we dat de ontwikkelingen die wij nastreven - én de focus op inbreiding - nu wel een m.e.r. vereisen. Voor bouwen, leefbaarheid en groen, zagen we dat dit thema’s zijn die sterk leven onder inwoners. Daarom kozen wij voor een m.e.r.-achtige OER, waarin de in beeld gebrachte effecten meewegen in de keuzes.” Een OER biedt daarbij volgens haar - méér dan een m.e.r. - de ruimte om het keuzeproces goed met de omgeving te doorlopen. De OER voldoet aan de eisen van de m.e.r.-plicht. Oftewel: 2 vliegen in 1 klap.
Verbreding van thema’s
Mobiliteit, bodem, duurzaamheid, gezondheid en groen en schaduw vormen als thema’s een lijvig onderdeel van de OER. De thema’s staan volgens Heidy in nauw verband met de verdichting van de stad, de hoge ambities voor wonen, duurzaamheid en de vastlopende mobiliteit. “Andere effecten die we in beeld brengen zijn externe veiligheid en de beperkte ruimte voor auto’s,” benoemt ze. “Verder kijken we op stadsniveau naar de leefbaarheid en klimaat vanuit de gewenste hoeveelheid groene ruimte. Het bouwen van duizenden woningen in de stad kan ook niet zonder compenserende maatregelen en het slim combineren van functies.”
Heldere uitgangspunten formuleren
Het concreet maken van het beleid voor groene ruimte, een gezonde leefomgeving en klimaatmaatregelen vroeg om heldere uitgangspunten. Een gezamenlijk zoekproces volgens Heidy. “Hoeveel buurtgroen willen we? Op onderdelen geeft dat duidelijkheid. Voor iedere woning in Amersfoort stellen we bijvoorbeeld 75m2 buurtgroen als norm. Je kunt dan eenvoudig berekenen hoeveel groen er in heel Amersfoort moet zijn bij een aantal van 100.000 woningen. Niet voor alle thema’s is dit concreet gemaakt, hier zijn kwalitatieve normen voor opgenomen.”
Hitte en fietsgroen
Iets soortgelijks doet zich voor bij hittemaatregelen en fietsgroen. “Binnen een straal van 100-500 meter van woningen willen we openbare schaduwrijke plekken beschikbaar hebben. En voor iedere Amersfoorter moet binnen 10 minuten fietsen een groene omgeving bereikbaar zijn. Vervolgens kun je in het ontwerp cirkels trekken om te zien of er nog gebieden buiten de boot vallen.”
Participatie: huisnummer 33
In het participatietraject is gekozen voor de design-thinking methode: Eerst in de breedte de vraagstukken en zoveel mogelijk oplossingen ophalen (diverteren) en vervolgens keuzes maken (convergeren). “We zijn blanco in gesprek gegaan met inwoners die op huisnummer 33 wonen. Simpel maar doeltreffend. Welke problemen signaleren zij? En wat zouden vervolgens oplossingen kunnen zijn?” licht ze de gespreksaanpak toe.
Verwarring
Toch was er ook verwarring. “We hadden al eerder participatie gehad over de Bouwstenennotitie uit de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD). Ga je dan opnieuw met inwoners in gesprek, dan is het moeilijk uit te leggen dat het nu weer over iets anders gaat.” Een ander probleem was dat inwoners en de raad de 3 varianten lastig vonden. De varianten waren namelijk bewust extreem geformuleerd om de verschillen te benadrukken. “Het was moeilijk uit te leggen dat vergaande ideeën uit de varianten bedoeld zijn om de discussie op gang te helpen. Het was voor ons een handvat om uit de geslaagde elementen een voorkeursalternatief samen te stellen,” verduidelijkt Heidy.
Hoe verder?
Het hele proces had een lange doorlooptijd. Volgens Heidy kostte het uitgebreide participatietraject en het integraal in beeld brengen van alle thema’s tijd. Achteraf vindt ze dat de OER veel inzicht heeft gegeven in de knellende thema’s en geholpen heeft bij een bredere invulling en het concreet maken van de vraagstukken. Dit is eind 2021 in een richtingennotitie vertaald en aan de gemeenteraad en stakeholders voorgelegd. Op dit moment wordt de ontwerp omgevingsvisie geschreven en het voorkeursalternatief van het OER onderzocht. Dit najaar wordt de ontwerp omgevingsvisie aan de stad voorgelegd.
Meer informatie: Heidy Smit, tel. 06-48 15 11 23