Het kan een flinke uitdaging zijn om bij de uitvoering van infrastructuurprojecten in te spelen op nieuwe ontwikkelingen. Hoe kan de Netwerkbeheervisie helpen om langlopende projecten flexibeler in te vullen? Programmamanager Marcel Tosserams van WVL reikt hiervoor ideeën aan.
De lange doorlooptijd en strakke procedure van planuitwerkingen maken het niet makkelijk om tussentijds op nieuwe ontwikkelingen in te springen. De projectscope biedt daarvoor weinig ruimte. Het bestuur van Rijkswaterstaat onderkent dat de behoefte aan flexibiliteit tijdens de uitvoering groeit. Dit staat ook in de Netwerkbeheervisie. Hoe kunnen projectorganisaties dan op een goede manier met nieuwe ambities en wensen omgaan? Aanknopingspunten voor ‘anders werken’, liggen in de ontwikkeling van het assetmanagement en de invulling door Rijkswaterstaat als gebiedspartner.
Ambities
Met name in de voorbereidende fase van een project kan de informatie in de Netwerkbeheervisie helpen om afwegingen te maken ten aanzien van de scope. Zo staan in de Netwerkbeheervisie richtinggevende uitspraken die ondersteunend zijn bij de uitvoering van projecten. De Netwerkbeheervisie is geen ‘handboek soldaat’, maar in de praktijk blijkt dat de richtinggevende uitspraken wel degelijk helpen bij dilemma’s die zich tijdens de uitvoering voordoen, zoals geïllustreerd in het voorbeeld van de Suurhoffbrug (zie kader). Daarnaast brengt de Netwerkbeheervisie overzicht en samenhang in de ambities en opgaven die Rijkswaterstaat heeft voor de netwerken. Als het goed is komen deze ambities en opgaven tot uiting in de scope van infrastructuurprojecten. In het voortraject van de uitvoering kan het zinvol zijn om de Netwerkbeheervisie nogmaals te raadplegen voor de scopebepaling van een project.
De scope is de basis voor de uitvoering van projecten, maar het komt nogal eens voor dat de scope flexibiliteit belemmert die het project juist ten goede kan komen. Gaandeweg het project, zeker wanneer er sprake is van een langdurig traject, kan de scope ter discussie komen te staan. Soms wordt het project ingehaald door nieuwe ontwikkelingen, waardoor het niet meer voldoet aan de wensen van de omgeving. Het is dan handig om te weten waar ruimte zit om te kunnen anticiperen op andere belangen of op de consequenties van verwachte ontwikkelingen. ‘Projecten moeten niet alleen nu maatschappelijke meerwaarde opleveren, maar in 2040 moet die meerwaarde er nog steeds zijn, daarom biedt de Netwerkbeheervisie ambities voor de lange termijn’, stelt Marcel Tosserams, programmamanager team Netwerkbeheervisie.
Marcels team actualiseert de Netwerkbeheervisie voortdurend en ondersteunt ook bij het toepassen van de informatie. De mogelijkheden voor ondersteuning zijn divers, vertelt Marcel. ‘Wij kunnen collega’s die met dezelfde issues worstelen met elkaar in contact brengen of inhoudelijk adviseren. Zo moeten de belangrijkste ambities uit de Netwerkbeheervisie in de scope herkenbaar zijn. Nieuwe inzichten over duurzaamheid vragen in startende projecten al serieus aandacht. Daarom worden de ambities voor circulair en energieneutraal bouwen duidelijk verwoord in de scopes. Tegelijkertijd kunnen andere onderwerpen nog onderbelicht blijken, zoals klimaatadaptatie, informatievoorziening, bediening op afstand en sensortechnologie.’
Hoe gebruik je de Netwerkwerkbeheervisie?
Het werkveld van Rijkswaterstaat verandert voortdurend door maatschappelijke ontwikkelingen. Om hierin samenhang aan te brengen, legt Rijkswaterstaat zijn inhoudelijke koers voor de lange termijn vast in de Netwerkbeheervisie. Dit gaat bijvoorbeeld om onderwerpen als nieuwe mobiliteit, goederenstromen, klimaatverandering en burgerparticipatie. Om als organisatie succesvol in te kunnen spelen op deze ontwikkelingen is het nodig om eenduidig te handelen. Dit vraagt om een heldere visie op het beheer van de netwerken, waarin de duurzame leefomgeving het fundament is en de informatievoorziening het verbindend element.
De Netwerkbeheervisie komt daarom tot stand in dialoog met de organisatie en de partners. Relevante ontwikkelingen en signalen worden verzameld via het programma Strategische Verkenningen met daarin als onderdeel ‘Early Warnings’. Ook via individuele medewerkers en afdelingen van diverse dienstonderdelen wordt informatie opgehaald. Na besluitvorming binnen Rijkswaterstaat leidt dit vervolgens tot bijstelling van de koers in de Netwerkbeheervisie. Deze geeft richting en handelingsperspectief bij het beheer en de ontwikkeling van de netwerken.
Meer informatie: netwerkbeheervisie@rws.nl
Watersysteem
De Netwerkbeheervisie benoemt ook nieuwe dilemma’s die zich voordoen bij het beheer en de ontwikkeling van de netwerken. Zo constateren topadviseurs van Rijkswaterstaat dat de eigen beheerruimte van het watersysteem onder druk staat. Steeds meer functies stellen namelijk eisen aan het waterpeil, terwijl tegelijkertijd de veiligheidseisen de ruimte hiervoor beperken. Bovendien komen er nog steeds nieuwe functies bij, zoals het opwekken van energie uit water. Om die reden zijn voor het hoofdwegennet en het hoofdvaarwegennet in de Netwerkbeheervisie de dilemma’s benoemd. Door kennis te nemen van deze dilemma’s kunnen projectorganisaties hier bij de uitvoering op anticiperen.
Marcel hoopt dat de Netwerkbeheervisie zich verder ontwikkelt tot een instrument dat projectteams bij de uitvoering ondersteunt en daadwerkelijk handelingsperspectief biedt. ‘De Netwerkbeheervisie reikt weliswaar niet altijd panklare keuzes aan, maar kan door context en overzicht te bieden wel helpen bij het maken van de juiste afwegingen. Hierdoor zijn we als organisatie steeds beter in staat te anticiperen op nieuwe ontwikkelingen.’
Meer informatie: marcel.tosserams@rws.nl 06 29 01 87 19
Netwerkbeheervisie in de praktijk: vervanging Suurhoffbrug
Maarten Borgdorff (GPO), oud-projectmanager vervanging Suurhoffbrug
‘Bij de vervanging van de Suurhoffbrug hebben wij in de beginfase de Netwerkbeheervisie gebruikt om breder te kijken dan technische of sectorale vraagstukken. De Suurhoffbrug is de enige verbinding tussen de A15 en de Maasvlakte. De brug heeft zowel een functie in het weg, spoor- als vaarwegverkeer. Het is daarom een belangrijke verbinding die niet stilgelegd kan worden. In een integrale benadering – samen met andere partijen zoals het Havenbedrijf Rotterdam en ProRail – richtten we ons vooral op oplossingen waarin de gebruiker centraal staat. De Netwerkbeheervisie was daarbij ons uitgangspunt. Aanvankelijk viel ons het hoge open-deur-gehalte op. Toch bleek de inhoud van toepassing op de samenwerking waarmee wij worstelden. Hoewel alle partijen achter de geformuleerde doelen en uitgangspunten stonden, merkten we dat er keuzes en compromissen nodig waren om met het beperkte budget de problemen op te kunnen lossen. Het gezamenlijk belang was de sleutel voor succes. Door vragen te blijven stellen word je je bewust van onderlinge verschillen. Ook moet je elkaar aan blijven spreken op dat gezamenlijk belang. Voor ons bood de Netwerkbeheervisie op dit punt houvast en dit kwam de samenwerking ten goede.’
Meer informatie: maarten.borgdorff@rws.nl 06 25 51 93 03