Bodem+, Jaarwerkplan Jaargang 2024
- Publicatiedatum
- donderdag 01 februari 2024
- Hoofdredactie
- Rijkswaterstaat WVL
- bodemplus@rws.nl
- Copyright
- CC0 1.0 Universal
Dit artikel hoort bij: Bodem+ Jaarwerkplan
Hierbij presenteren wij het Jaarwerkplan Rijkswaterstaat Bodem en Ondergrond in de vorm van een online magazine.
2024 wordt een belangrijk en druk jaar voor Rijkswaterstaat Bodem en Ondergrond. Er komen vanuit de beleidsontwikkeling diverse bodemprogramma’s en -projecten in uitvoering met grote ambities.
Dit jaarwerkplan 2024 geeft op hoofdlijnen onze toekomstplannen weer en schetst daarnaast enkele ontwikkelingen. Eind 2022 zijn er nieuwe bestuurlijke afspraken tussen overheden gemaakt voor Bodem en Grondwater. Sinds 2022 werkt het Implementatieprogramma versterking bodemstelsel volop aan de adviezen voor verbetering en versterking van het stelsel tot kwaliteitsborging in bodembeheer. Dit programma levert in 2024 eindresultaten op en wordt dan afgerond. De beleidsprogramma’s Water en Bodem Sturend en Bodem en Ondergrond zijn inmiddels opgestart, evenals het Project Herijking bodemregelgeving. Aan al deze programma’s leveren we in 2024 beleidsondersteuning en capaciteit. En uiteraard zal het jaar 2024 vooral in het teken staan van beantwoorden van vragen over bodemregels in de Omgevingswet en ondersteuning bij de implementatie daarvan.
Dit werkplan speelt in op de actualiteit. We houden voortdurend rekening met de ontwikkelingen in de omgeving, de achtergronden en de ontwikkelingen in ons werkveld. Dit doen we onder andere via de reguliere contacten met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, via onze accountmanagers, de signalen die binnenkomen via het Informatiepunt Leefomgeving, gesprekken met de Omgevingsdiensten en reguliere contacten met de Werkgroep Bodem en Ondergrond (BOOG) van IPO, de Werkgroep bodem (WEB) van VNG en met diverse brancheorganisaties.
Namens de Rijksoverheid voeren wij vijf wettelijke taken uit. Het beoordelen van aanvragen Baggerspecieverklaringen (op basis van de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm)) en Niet-reinigbaarheidsverklaringen grond (op basis van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (Bssa)) voeren we uit in opdracht van Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat-DGMI (directoraat-generaal Milieu en Internationale Zaken). Zij regelen ook de financiering. De overige drie wettelijke taken voeren we uit in opdracht van en zijn gefinancierd door het Ministerie van IenW-DGWB (directoraat-generaal Ruimte en Water).
In december 2022 zijn de Bestuurlijke afspraken Bodem en Ondergrond voor de periode 2023 t/m 2030 door het Ministerie van IenW en de koepels VNG, IPO en UvW vastgesteld. Met deze samenwerking worden landelijk, provinciaal en lokaal beleid en uitvoering beter met elkaar verbonden en afgestemd.
In 2024 richten wij onze aandacht op de advisering en kennisinbreng bij vraagstukken over de toepassing van de regelgeving rond grondverzet en op benodigde aanpassingen van de bestaande regelgeving op het gebied van grondverzet (graven, saneren, toepassen, reinigen en storten), mede met het oog op de eerste ervaringen die worden opgedaan met de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Rijkswaterstaat Bodem en Ondergrond stimuleert en ondersteunt de implementatie van het bodem- en ondergrondbeleid door decentrale overheden via kennisoverdracht, netwerkvorming en beheer van netwerken, accountmanagement in de regio’s met decentrale overheden.
Duurzame instandhouding van grondwatervoorraden in Nederland van voldoende kwaliteit en in voldoende beschikbare hoeveelheid is van groot belang voor zowel de korte als de langere termijn.
Het bodemherstelbeleid heeft zich de afgelopen decennia vooral gericht op de sanering en het beheer van historische bodemverontreinigingen, waarbij de aandacht vooral uit is gegaan naar stoffen die al enkele decennia zijn genormeerd in de Nederlandse bodemregelgeving. De afgelopen jaren is er echter veel aandacht uitgegaan naar niet-genormeerde stoffen en in het bijzonder naar PFAS. PFAS blijkt alom aanwezig te zijn in de Nederlandse bodem en dat zorgt voor vraagstukken op het gebied van preventie (aanpak lozingen, uitfaseren van PFAS uit producten en productieprocessen), beheer (omgaan met diffuse verontreiniging bij grond- en baggerverzet) en sanering (aandachtlocaties zoals brandweeroefenlocaties).
Een klimaatbestendig Nederland in 2050. Het doel dat de gezamenlijke overheden hebben onderstreept in het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie in 2017 om te anticiperen op de voorspelde klimaatverandering. Hierin zijn stevige stappen gezet. ‘Nu Voor Later’ zet de toon voor de uitvoering van het Deltaprogramma 2024.
Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden en gaan we er in Nederland echt mee werken. Het doel van het IPLO is om medewerkers van overheden, bedrijven en adviesbureaus van de benodigde kennis te voorzien om de wet- en regelgeving en het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) in de uitvoeringspraktijk toe te passen. Dat gebeurt onder andere door diverse webpagina’s op de website en vraagbeantwoording via de helpdesk van IPLO. De vakgroep bodem van het IPLO verzorgt de uitleg voor het onderwerp bodem.
Rijkswaterstaat, afdeling Bodem en Ondergrond heeft in januari 2021 de opdracht van het Ministerie van BZK gekregen om een Kenniscentrum ontplofbare oorlogsresten 1 uit de Tweede Wereldoorlog op te richten en te beheren. De primaire doelgroep van het kenniscentrum zijn de gemeenten. Het kenniscentrum heeft als doel de kennis met betrekking tot het omgaan met ontplofbare oorlogsresten bij gemeenten te vergroten.
Alle werkzaamheden voor de gezamenlijke opdracht Bodem en Ondergrond, de uitvoering van wettelijke taken en het Kenniscentrum Ontplofbare Oorlogsresten zijn ondergebracht in de Rijkswaterstaat-afdeling Bodem en Ondergrond. Voor uitvoering hiervan lenen we ca 6,5 fte aan capaciteit van andere Rijkswaterstaat-afdelingen in. Deze afdeling Bodem en Ondergrond leent ook capaciteit uit aan de opdrachten Informatiepunt Leefomgeving, de Impulsregelingen Klimaatadapatie en Deltaprogramma agrarisch waterbeheer en aan de Rijkswaterstaat-afdelingen Natuurlijk Circulair en Waterkwaliteit en Natuurbeheer.