Je staat er niet bij stil als je in ons land over een van de vele vaste stalen bruggen rijdt. Maar je kunt er alleen maar veilig overheen rijden, omdat er mensen zijn die de staat van onze infrastructuur goed in de gaten houden. Een stevige uitdaging waar Rijkswaterstaat binnen het RISK-programma samen met de ingenieurs en adviseurs van Antea Group met succes de schouders onder zet. Wat houdt dit programma precies in? Wat leren ze van elkaar? En welke innovatieve oplossingen gebruiken ze? Deze en andere vragen legden we voor aan vier specialisten.

De gespreksdeelnemers

Wie nemen deel aan het rondetafelgesprek?

  • Marco Freijsen
    Projectmanager RISK
    Rijkswaterstaat
  • Caroline den Besten-van Daalen
    Specialist stalen bruggen
    Rijkswaterstaat
  • Dennis Jansen
    Adviesgroepmanager assetmanagement
    Antea Group
  • Rendel Verkijk
    Senior adviseur assetmanagement
    Antea Group

Wat is RISK en hoe is het ontstaan?

Den Besten-van Daalen: ‘RISK staat voor Rijdek Inspectie Stalen Kunstwerken. Tot dit programma behoren ongeveer 275 stalen bruggen, waaronder de 14 grootste van Nederland. We kijken niet alleen naar het rijdek, maar ook naar de algehele constructieve veiligheid. Elke stalen brug heeft namelijk met vermoeidheidsverschijnselen te maken. Tegenwoordig nog meer dan vroeger, omdat het gebruik steeds intensiever is en vrachtverkeer steeds zwaarder. Eventuele scheuren die hierdoor in het stalen rijdek ontstaan, zie je met het blote oog niet omdat er asfalt op ligt.’
Jansen: ‘De inspecties brengen schades aan het licht. Maar we letten bijvoorbeeld ook op roest of veroudering van lasnaden om in te kunnen schatten wanneer mogelijk problemen ontstaan. Daarom hanteren we een specifiek monitoringsplan, waarmee we vermoeiingsproblematiek goed in de gaten houden en adequaat kunnen handelen door reparatiewerkzaamheden uit te voeren.’
Den Besten-Van Daalen: ‘Deze werkwijze helpt ook om te prioriteren. Omdat de opgave enorm is en de personele capaciteit en middelen beperkt, proberen we de opgave te verkleinen door maatregelen te nemen die de levensduur verlengen en de veiligheid waarborgen, tot renovatie aan de orde is.’

Hoe zien de inspecties er in de praktijk uit?

‘Uiteraard hebben we ook altijd onze ogen nog’

Den Besten-van Daalen: ‘Geruime tijd voor de introductie van het RISK-programma hebben we verschillende inspectiemethodes beproefd om scheuren te vinden. Zo gebruiken we ultrasoon geluid, dat bij onregelmatigheden op een bepaalde manier weerkaatst. Een andere methode is wervelstroom waarbij we een elektromagnetisch veld genereren. De wervelstroom reageert op veranderingen in het oppervlak. Uiteraard hebben we ook altijd onze ogen nog.’
Jansen: ‘En er zijn nog meer innovatieve methodes. Zo kun je drones inzetten. Die kunnen plekken bereiken waar mensen moeilijk bij kunnen komen. En met sensoren kun je 24/7 meten of scheurvorming optreedt, lang voor dit met het blote oog zichtbaar is.’
Verkijk: ‘We beschikken inmiddels zelfs over technologie waarmee we door asfalt heen kunnen kijken.’
Freijsen: ‘Een mooi voorbeeld van een stalen brug die dankzij het RISK-programma is aangepakt, is de Galecopperbrug in Utrecht. Die is in 2023 versterkt. Er zijn toen stalen platen onder gelast en er is hogesterktebeton aangebracht om de levensduur te verlengen. We voeren daar nu tot eind 2025 onderhoud uit, waarbij we stalen kabels vervangen. Daarbij blijft de brug grotendeels in gebruik.’

Wat maakt RISK uniek?

‘Als het moet, gaan we binnen 24 uur aan de slag’

Freijsen: RISK is heel sterk gericht op het hier en nu. Je hebt bijvoorbeeld ook het programma Instandhoudingsadvisering Kunstwerken (IAK) en het Bureau Herberekeningen. IAK gaat echter meer over risico’s op de middellange termijn. En bij Bureau Herberekeningen gaat het erom of een risico in de categorie rood, groen of oranje valt. Rood staat dan voor de hoogste urgentie. Bij die kleur komen wij meestal in beeld, want dan is direct actie nodig om het theoretische risico in de praktijk te beoordelen en te toetsen, om de veiligheid van een brug te waarborgen.’
Verkijk: ‘Als het moet, gaan we binnen 24 uur aan de slag. Ook op vrijdagmiddag of op een feestdag. Verkeersveiligheid gaat immers boven alles.’

Hoe krijgen jullie het voor elkaar om zo snel in actie komen?

Jansen: ‘Doordat we een enorm hecht team zijn. We kennen elkaar door en door en delen de passie voor het in stand houden van bruggen. We zijn de traditionele relatie van opdrachtgever en opdrachtnemer ontstegen en werken echt samen aan de opgave. We zijn heel open naar elkaar en delen veel kennis waardoor we van elkaar leren. We spreken dezelfde taal. Er zijn inmiddels bijna 200 mensen bij de samenwerking betrokken, maar toch zijn de lijnen kort. Als iets je niet lekker zit, dan bel je elkaar. Ik vergelijk onze samenwerking wel eens met een trein, waarbij ieder van ons een wagonnetje is. We zijn nauw verbonden en bewegen allemaal in dezelfde richting.’

Van links naar rechts: Dennis Jansen, Rendel Verkijk, Caroline den Besten-van Daalen en Marco Freijsen

Welk resultaat levert de samenwerking op?

‘Door de jaren heen hebben we behalve elkaar ook de bruggen goed leren kennen’

Den Besten-Van Daalen: ‘Door de jaren heen hebben we behalve elkaar ook de bruggen goed leren kennen. Samen hebben we kennis opgebouwd over het gedrag van bruggen. Daardoor kunnen we steeds beter voorspellen waar onveilige situaties dreigen te ontstaan en waar actie nodig is.’
Verkijk: ‘Weggebruikers krijgen dan te maken met omleidingen of afgezette rijstroken. We proberen de overlast altijd zoveel mogelijk te beperken, maar helemaal voorkomen kan niet.’
Freijsen: ‘Opgedane ervaringen en nieuwe inzichten vanuit de samenwerking borgen we trouwens door het verbeteren en aanscherpen van de inspectie- en reparatiespecificaties van Rijkswaterstaat. Daarnaast delen we kennis zoveel mogelijk met voor RISK-inspecties gekwalificeerde marktpartijen, tijdens trainingen.’

Welke lessen hebben jullie inmiddels geleerd?

Den Besten-Van Daalen: ‘Dat ondanks onze toegenomen voorspellende kracht niet alles even planbaar is. Zo bleek het staal van de brug Uitwellingerga bij Sneek toch sneller achteruit te gaan dan gedacht. Dat had onder meer te maken met het extra verkeer dat de brug kreeg te verwerken na de stremming van de Prinses Margriettunnel.
Jansen: ‘Ik denk vooral aan hoe belangrijk het is om de randvoorwaarden op orde te hebben. Zo moet je over een inspectiewagen beschikken om op het brugdek te kunnen komen. Dat klinkt misschien simpel, maar het is wel cruciaal.’

Welke verbeteringen zijn nog mogelijk?

Freijsen: ‘We hebben al veel stappen gezet in het gebruik van innovatieve methodes, zoals sensoren en drones. Ik zou graag zien dat de inzet van dit soort toepassingen de norm wordt.’
Verkijk: ‘Daar ben ik het mee eens. De methode om door asfalt heen te kijken bijvoorbeeld, is gewoon een manier om slimmer en effectiever te werken.’

Hoe kijken jullie naar de toekomst van jullie samenwerking

Verkijk: ‘Wij zouden graag met elkaar nog meer innovatieve ontdekkingen doen.’
Den Besten-Van Daalen: ‘Zo staan wij er ook in, want dankzij dit programma zijn we in control als het gaat om de instandhouding van stalen bruggen.’
Verkijk: ‘Er is wat mij betreft nog een andere reden. Ik merk dat Rijkswaterstaat echt iets met de adviezen doet. Ik heb al eens ervaren dat een dag later al reparatie plaatsvond.’
Freijsen: ‘Onze inzet mag nooit stoppen bij inspectie. Als je constateert dat een patiënt ziek is, moet je ook een medicijn toedienen. Het klopt wat Rendel zegt, dat werk aan een brug voor weggebruikers en omwonenden soms hinder oplevert. Maar veiligheid gaat boven alles.’