Met het programma Innovaties in de Kustlijnzorg werkt Rijkswaterstaat samen met marktpartijen aan het verduurzamen van het onderhoud aan de kustlijn. Een van de resultaten is de ontwikkeling van de H2-Hopper, een baggerschip dat wordt aangedreven door groene waterstof en daardoor geen CO2, stikstof en fijnstof uitstoot tijdens het kustonderhoud. ‘Innovatie betekent twee stappen vooruit en daarna weer een stap terug.’
Met kustlijnzorg zorgt Rijkswaterstaat voor een veilige Nederlandse kust. ‘Dat doen we bijvoorbeeld door het aanbrengen – suppleren – van zand’, vertelt Edwin Verduin, adviseur natuur en duurzaamheid bij Rijkswaterstaat Zee en Delta. Het programma Innovaties in de Kustlijnzorg (IKZ), dat in 2018 is gestart, heeft als doel duurzame oplossingen te vinden voor het onderhoud van de kust.’ Bij IKZ werkt Rijkswaterstaat met een nieuwe Europese aanbestedingsvorm: het innovatiepartnerschap. ‘Hierbij werken we niet vanuit een reguliere opdrachtgevers- en opdrachtnemersrol. Overheid en bedrijfsleven werken samen in een partnership, waarbij innovaties worden ontwikkeld vanaf het eerste idee tot een inzetbare oplossing. Heeft een innovatie succesvol alle trajecten van de ontwikkeling doorlopen, dan kan deze in de praktijk worden ingezet.’
Een sprong in ambitie
Royal IHC is een van de marktpartijen die deelneemt aan het innovatiepartnerschap. Area sales director Hans Hesen vertelt dat dit partnership Royal IHC de kans biedt om een uniek zero-emissie baggerschip te ontwerpen met een zo laag mogelijk energieverbruik. 'Deze H2-Hopper gebruikt vloeibare waterstof als brandstof, waarbij het schip met brandstofcellen en batterijen volledig elektrisch wordt aangedreven.’ Het mooie van het IKZ-programma is volgens Hesen dat het marktpartijen de mogelijkheid biedt om een innovatie niet alleen te ontwikkelen, maar na goedkeuring ook toe te passen in de praktijk. ‘Zo konden we nader onderzoeken of ons idee toepasbaar was bij een baggerschip. Gelukkig zag Rijkswaterstaat ook de potentie van de H2-Hopper voor de verduurzaming van de kustlijnzorg.’
Van diesel naar waterstof
Hesen vertelt dat Royal IHC op dit moment bezig is met het basisontwerp van het schip. 'Van de brandstofcellen en batterijen tot de tank voor vloeibare waterstof en hoe de ruimtes eruit moeten zien.’ Samen met Rijkswaterstaat zijn er op technisch gebied al tal van uitdagingen getackeld. ‘Om maar wat te noemen…’, begint Hesen. ‘Normaal gebruiken baggerschepen diesel of LNG als brandstof. Diesel heeft een grotere energiedichtheid dan vloeibare waterstof. De uitdaging was om de waterstofsystemen optimaal te integreren in dit baggerschip om toch effectief te kunnen baggeren.’ Verduin onderstreept de toewijding van Royal IHC in dit proces. ‘Hun ingenieurs en technici hebben intensief gewerkt aan het perfectioneren en berekenen van deze technologieën. Zonder het innovatiepartnerschap zouden we hierin nooit zo ver zijn gekomen.’
De H2-Hopper
De H2-Hopper is een innovatieve oplossing voor duurzame kustlijnzorg en vaargeulonderhoud. Het baggerschip, aangedreven door vloeibare waterstof en brandstofcellen, stoot tijdens het werk geen CO2 en stikstof uit. Dit zorgt voor een geschatte CO2-reductie van 82 tot 97 procent en een volledige reductie van stikstof. De waterstof wordt aan boord opgeslagen in cryogene tanks en omgezet in gasvorm, waarna brandstofcellen dit vervolgens omzetten in elektriciteit.
Open en transparante samenwerking
Hesen roemt de samenwerking met Rijkswaterstaat. ‘Innovatie betekent twee stappen vooruit en daarna weer een stap terug. Daarvoor moet je goed op elkaar zijn ingespeeld en elkaar vertrouwen. Alles aan de H2-Hopper is complex. Daarom is een open en transparante samenwerking noodzakelijk voor succes. Dit vereist vertrouwen van beide kanten.’ Verduin beaamt dit: ‘Dankzij IKZ hebben we een goede samenwerking opgebouwd met marktpartijen. Het heeft ons een breed scala aan innovatieve en duurzame oplossingen voor kustbescherming opgeleverd. En dat niet alleen: we hebben ook inzicht gekregen in de noodzakelijke keuzes om de stappen naar verduurzaming te realiseren en hoe we de markt kunnen betrekken en overtuigen om samen te werken.’
Zoeken naar balans
Het streven naar verduurzaming brengt ook dilemma’s met zich mee. Denk aan het maken van afwegingen tussen milieuvoordelen en kosten. Verduin stelt dat het aan de overheid is om scherpe keuzes te maken over welke middelen er worden ingezet om de duurzaamheidsdoelstellingen te behalen. ‘Het is zoeken naar de balans tussen de voordelen van de inzet van duurzame innovaties, de kosten die daarmee gepaard gaan en wat deze innovaties betekenen voor onze organisatie en voor de markt.’ Ondanks deze uitdagingen geloven zowel Rijkswaterstaat als Royal IHC sterk in de potentie van de H2-Hopper. Hesen verwacht dat het schip kan dienen als een showcase van Nederlandse innovatie op het gebied van duurzaamheid en emissieloze technologieën in de scheepvaartsector. Verduin sluit af: ‘Uiteindelijk zijn nieuwe, emissieloze brandstoffen de toekomst voor de gehele baggersector en maritieme industrie. Door het innovatiepartnerschap hebben we al veel hordes kunnen nemen in de ontwikkeling van deze nieuwe technologie.’
Ook in dit magazine!
- Nieuwe Sluis Terneuzen: ‘Iedereen draagt bij aan het pronkstuk van de regio’
- Breder samenwerken voor complexe ecologische vraagstukken
- Losmaakbare bouwblokken: dé toekomst voor infrastructuur?
- LEF Future Center RWS: geloven in de kracht van samenwerking
- Krachten en kwaliteiten bundelen voor energieprojecten op rijksgronden