Infrastructuur bouwen met legoblokken, fantasie of werkelijkheid? Jan Dirk van Duijvenbode van Rijkswaterstaat en René de Koning van Zeus Beton geloven erin. Ze sloegen de handen ineen en gingen aan de slag met dit innovatieve en duurzame idee.
Wie heeft het niet gedaan als kind: met lego de mooiste bouwwerken maken om deze daarna weer uit elkaar te halen en er iets nieuws van te bouwen. Het inspireerde Jan Dirk van Duijvenbode (Rijkswaterstaat GPO Innovatie en Markt) tot het idee van BenBenBlocs: losse schakelbare elementen, die je op kunt bouwen en weer uit elkaar kunt halen om vervolgens te hergebruiken. Circulariteit in optima forma.
Rondingen zorgen voor variatie
Van Duijvenbode, van huis uit civiel ingenieur, ging meteen aan de slag met de 3D-printer. ‘Ik nam het klassieke legoblokje als uitgangspunt en ging van daaruit verder. Zo kwam ik uit bij een achtvormig blok met twee holle cilinders erin. Door de ronde vorm sluiten de blokken perfect op elkaar aan, waardoor je een bouwwerk met de blokken kunt blijven uitbreiden. Door de rondingen kun je bovendien variëren met de vorm van het bouwwerk.’
Denken in circulaire oplossingen
Op de tweejaarlijkse Railtech-beurs liep Van Duijvenbode René de Koning van Zeus Beton tegen het lijf. ‘We kenden elkaar al van een eerder circulariteitsproject’, vertelt De Koning. ‘Daar werd het zaadje voor denken in circulaire oplossingen voor infrastructuur geplant. Na onze hernieuwde kennismaking op de Railtech-beurs besloten we serieus werk te maken van Jan Dirks BenBenBlocs.’
Elkaar versterken
Dat begon aan de tekentafel. De Koning: ‘We wilden een mooi en duidelijk ontwerp maken. En zoals dat gaat bij innovatieve processen, was het ook hier een kwestie van vallen en opstaan. We stonden voor allerlei uitdagingen. Hoe maken we de elementen goed schakelbaar? Hoe zorgen we ervoor dat ze goed verplaatsbaar zijn? Hoe blijven de blokken goed aan elkaar zitten? Hoe maken we ze mooi rond? En hoe kunnen we de kosten binnen de perken houden?’ Ook Van Duijvenbode dacht tijdens het ontwerpproces volop mee met Zeus Beton. ‘De ideeën bleven maar opborrelen bij Jan Dirk’, vertelt De Koning. ‘Dat was heel inspirerend. De creativiteit van Jan Dirk en onze visie op praktische uitvoerbaarheid versterkten elkaar.’
Geluidscherm bij Haarrijn
Vele CAD-tekeningen verder lag er uiteindelijk een goed ontwerp voor een houten mal. Daarmee maakte het bedrijf de eerste dertig betonnen blokken. Daarvan kregen er zestien al gauw een bestemming: als ‘roadblocks’ bij de ingang van het nieuwe Rijkswaterstaatgebouw in Haarlem. ‘En nu komt er een pilot waarin we de BenBenBlocs echt gaan schakelen’, vertelt een trotse Van Duijvenbode. ‘Bij verzorgingsplaats Haarrijn langs de A2 tussen Utrecht en Amsterdam gaan we een geluidscherm bouwen in de vorm van een slang. We noemen het een slangenmuur vanwege de kronkelende vorm.’
Ruimte voor groen
De losse blokken zijn schakelbaar. ‘Zo ontstaan er vier halve cirkels van zes meter lang en drie meter hoog’, vertelt Van Duijvenbode. ‘Hiervoor gaat Zeus Beton 250 blokken van ieder 130 kilogram produceren. Zeus’ partner Fabiton gaat de muur plaatsen.’ Hij vervolgt: ‘Normaal gesproken is een geluidscherm vrij rechttoe rechtaan, maar dankzij de rondingen van de BenBenBlocs kunnen we de muur laten meanderen. Dit ziet er niet alleen mooi uit, maar zorgt ook voor stabiliteit en geeft groen de ruimte om tussen de elementen door te groeien.’
Pilot als testcase
Van Duijvenbode ziet de pilot als een belangrijke testcase. ‘Normaal is een geluidscherm gefundeerd op geheide palen. De slangenmuur is gefundeerd op staal met losse betonplaten. We weten nog niet hoe dit uitpakt. Is het stevig genoeg? Gaat de muur niet verzakken? Verder zijn we benieuwd of de planten net zo goed tussen de kieren van de blokken heen gaan groeien als wij verwachten. En hoe ervaren de weggebruikers en omwonenden de slangenmuur? Tegelijkertijd testen we de constructie in een laboratoriumomgeving om het effect van geluidsbronnen op deze muurconstructie te meten.’
Geluidscherm als vervolg
De pilot is wat Van Duijvenbode betreft geslaagd als er met de demontabele BenBenBlocs een circulair bouwwerk kan worden gemaakt. Daarna volgt dan hopelijk een opdracht van grotere omvang: de vervanging van een geluidscherm bij Zeist van 700 meter lang door een BenBenBloc-constructie. ‘Dat zou een voorlopig hoogtepunt zijn’, vindt Van Duijvenbode. Ondertussen voeden beide heren elkaar met nieuwe ideeën. ‘Samen met Rijkswaterstaat zoeken we bijvoorbeeld naar de minst milieubelastende oplossing’, vertelt De Koning.
Toekomstbestendig bouwen
Maar verder kijken is in de ogen van Van Duijvenbode ook andere materialen uitproberen. Zo heeft hij inmiddels contact met kunststofproducent Wavin voor het produceren van een kunststof variant van de BenBenBloc. ‘Die kan weer andere toepassingen krijgen. Denk aan oeverbescherming, kadeafscheiding of landhoofd. De mogelijkheden zijn legio, maar stoelen allemaal op het principe van toekomstbestendig bouwen.’ Hergebruik van bouwelementen is misschien wel het summum van circulariteit, stelt De Koning. ‘Dit vraag om andere ontwerpen, een andere blik dan waarmee we infrastructurele werken tot nu toe hebben gemaakt. Waar de standaard ophoudt, begint innovatie.’ Van Duijvenbode knikt instemmend. ‘Hoewel het gedroomde scenario van iedere innovator natuurlijk is dat zijn idee standaard wordt. Wat mij betreft wordt de BenBenBloc dan ook het eerste losmaakbare standaardelement in infrastructurele bouwwerken.’
Ook in dit magazine!
- Nieuwe Sluis Terneuzen: ‘Iedereen draagt bij aan het pronkstuk van de regio’
- Innovatiepartnerschap: samen op weg naar duurzaam kustonderhoud
- Breder samenwerken voor complexe ecologische vraagstukken
- LEF Future Center RWS: geloven in de kracht van samenwerking
- Krachten en kwaliteiten bundelen voor energieprojecten op rijksgronden