Met de CO2-Prestatieladder stimuleert de rijksbrede inkoopcategorie Werkplekomgeving leveranciers om te verduurzamen. Met succes, aldus categoriemanager Tamara van Vastenhoven: ‘We zien dat we met onze inkoopkracht de markt in beweging brengen.’
Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor alle inkopen van de rijksoverheid binnen de categorie Werkplekomgeving. De categorie heeft de ambitie om met haar inkoopkracht maatschappelijke impact te realiseren op 4 onderdelen: circulariteit, CO2-reductie, social return en internationale sociale voorwaarden. ‘Daarvoor zijn we op zoek gegaan naar geschikte instrumenten om de markt te stimuleren’, vertelt categoriemanager Tamara van Vastenhoven enthousiast. ‘Voor CO2-reductie kwamen we uit bij de CO2-Prestatieladder. Dat is een onafhankelijk en daarmee objectief middel om de thermometer in je organisatie te steken en te kijken hoe goed je bespaart op CO2-uitstoot. Bovendien wordt de ladder binnen het hele Rijk gebruikt.’
Hele markt meenemen
Van Vastenhoven benadrukt dat de CO2-Prestatieladder slechts één van de middelen is. ‘We kijken bijvoorbeeld ook hoe je materiaal kunt hergebruiken voor circulair meubilair. Zo zijn we betrokken bij de ontwikkeling van een NEN-norm Circulaire kantoor- en leeromgeving. Op die manier maken we met de hele markt afspraken over standaarden.’ Ook de CO2-Prestatieladder is erop gericht om de hele markt mee te nemen. De ladder heeft 5 treden. Vanaf trede 4 draait de beoordeling niet meer alleen om de CO2-prestaties van de organisatie zelf, maar ook om de impact op de rest van de keten. Van Vastenhoven: ‘Dát is wat je uiteindelijk wilt. Dat leveranciers hun toeleveranciers aanspreken. Dan breidt het zich uit als een olievlek.’
Rever Interieurprojecten: ‘Continu blijven monitoren en innoveren’
Jeroen Kuilman, accountmanager Belastingdienst: ‘De CO2-Prestatieladder is een goed middel om bewust duurzame stappen te zetten. Anders dan bij bijvoorbeeld een FSC-certificaat is dit geen eenmalige actie. Je moet continu blijven monitoren en innoveren. Dat is een goede zaak, maar het kost ook veel tijd. De eerste keer hadden we na gunning een jaar om op trede 3 te komen. Dat hadden we wel echt nodig. We zijn blij dat we een externe adviseur hebben ingeschakeld om ons hierin te begeleiden.’
Jaytee van Veen, senior interieurarchitect en operationeel manager: ‘We zijn nu de enige interieurdienstverlener met dit certificaat. Helaas heeft de beoordelingsinstantie ons ingeschaald in de middenmoot, omdat er geen representatief vergelijkingsmateriaal is. Zelf denken we dat we vooroplopen omdat duurzaamheid in ons DNA als organisatie zit en we telkens kijken welke vervolgstap we kunnen zetten. Maar we geloven ook echt dat we hiermee iets goeds doen. Daarom hebben we voor het volgende contract zelf de ambitie uitgesproken om binnen 2 jaar door te groeien naar trede 5. We kijken zelfs of dat zo snel mogelijk al lukt.’
De lat gelegd
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, waar Rijkswaterstaat onder valt, is zelf gecertificeerd voor trede 5. Een voorbeeld van practice what you preach, verduidelijkt Van Vastenhoven. De categorie heeft de CO2-Prestatieladder nu al een aantal keer toegepast in aanbestedingen voor kantoorinrichting. In een van de eerste uitvragen – voor circulair meubilair voor het ministerie van Defensie – was de eis om binnen een jaar na gunning gecertificeerd te zijn voor trede 3. Van Vastenhoven: ‘Daarmee hebben we de lat voor de markt gelegd. Inmiddels zitten alle leveranciers die regelmatig inschrijven minstens op trede 3.’
Flokk: ‘Internationaal uitrollen en verankeren’
Marijke de Roo, key-accountmanager: ‘Als Scandinavisch bedrijf kregen we duurzaamheid met de paplepel ingegoten. In 1990 zat er al een milieumanager in het bestuur van Flokk. Ook nu wint milieu het bij onze ontwerpen altijd van esthetiek. De CO2-Prestatieladder trede 3 was voor ons dan ook geen moeilijke invuloefening, maar een kans om appels met appels te vergelijken. We juichen het toe dat je een plan moet hebben voor de toekomst en dat je wordt uitgedaagd om kennis te delen met andere bedrijven.’
David Coenen, countrymanager Benelux: ‘De uitvragen van de rijksbrede categorie Werkplekomgeving zijn een enorme stimulans voor de branche. Het is wel jammer dat de CO2-Prestatieladder nu alleen in Nederland en België gebruikt wordt. Daarom moesten we veel lijstjes invullen die we voor andere normen in andere landen net op een andere manier beschikbaar hadden. Die tijd steken we liever in het ontwikkelen van nieuwe circulaire zitoplossingen. Het zou mooi zijn als de ladder internationaal wordt uitgerold en verankerd.’
Elke keer opnieuw bekijken
Van Vastenhoven geeft aan dat het belangrijk is om voor elke aanbesteding opnieuw te bekijken hoe de CO2-prestatieladder kan worden toepast. ‘Dat begint met marktonderzoek. Je kunt van alle leveranciers opzoeken op welke trede ze nu zitten. Daar pas je de vraag dan op aan. Maar het is ook afhankelijk van het contract. Bij Defensie ging het bijvoorbeeld om een overeenkomst van 4 jaar en alleen om levering. Bij een latere uitvraag waarbij we speciaal meubilair voor de Belastingdienst uitvroegen – met een looptijd van 7 jaar – was de insteek veel meer om echt als partners samen te werken. Bij zo’n strategische relatie kun je de lat hoger leggen. Toen hebben we besloten om extra punten te geven voor inschrijvers die binnen een bepaalde tijd wilden doorgroeien naar trede 4 of 5.’
Vepa: ‘Duurzaamheid objectief meetbaar maken’
Frank Bouma, key-accountmanager: ‘Wij staan helemaal achter ieder initiatief om duurzaamheid objectief meetbaar te maken. Zeker CO2-reductie is een belangrijk onderwerp waar wij als Nederlands maakbedrijf veel invloed op hebben. Voor zo duurzaam mogelijk meubilair kiezen wij goed materiaal en lokale productie. De CO2-Prestatieladder beloont dat. Het heeft veel invloed of je bijvoorbeeld hout of staal kiest. Materiaalkeuze en afstand scheelt tot wel 70% CO2-uitstoot. De ladder helpt bovendien bij keuzes. Zo maken we bij onze nieuwbouw gebruik van een warmtepomp en stappen we bijvoorbeeld van Scandinavische groene stroom over naar Nederlandse. Voor trede 3 hadden wij alle informatie al beschikbaar; we moesten het vooral herordenen. Nu hebben we een mooi overzicht. Voor het volgende contract hebben we ons gecommitteerd aan trede 5. Dat gaat over de hele keten. Omdat wij lokaal produceren en onze materialen ook lokaal worden betrokken, hebben we intensief contact met onze toeleveranciers en hun leveranciers. We nemen hierin onze ketenverantwoordelijkheid. Dat doen we bijvoorbeeld al op het gebied van sociale voorwaarden. Nu gaan we ook navraag doen over hun CO2-uitstoot. We zijn vol vertrouwen dat we de trede halen.’
Internationaal voorop
Van Vastenhoven is trots op de inzet van de CO2-Prestatieladder. ‘Wij zien dat we met onze inkoopkracht de markt in beweging brengen. Wat begint met een externe prikkel komt ook in het in het eigen DNA van leveranciers. Zij nemen hun trede bijvoorbeeld trots op in hun jaarverslagen. Met de CO2-Prestatieladder lopen we in Nederland voorop. Via de leveranciers sijpelt dat ook door naar afdelingen én partners in andere landen. Zo hebben we internationaal impact.’
Ook in dit magazine!
- Op naar een vitale infra: meer begrip, meer vertrouwen, meer schwung
- Nieuwe onderhoudscontracten: focus op de juiste prikkels
- Stapsgewijs naar een landelijk netwerk van drones
- Hightech in de GWW-sector: sensoren in het asfalt
- Duurzaam baggeren steeds een beetje dichterbij
- Betere verkeersinformatie door data uit auto’s
- Samenwerkingsplatform SROK: een speeltuin om van elkaar te leren