Plannen, programma’s en projecten hebben soms milieueffecten in het buitenland. Bij milieueffectrapportage geldt hiervoor het Verdrag van Espoo. Vaak gaat het om de buurlanden, zoals Duitsland en België. Of landen aan dezelfde zee, zoals Denemarken of het Verenigd Koninkrijk. Hoe helpen afspraken tussen landen om procedures te versoepelen?
Susan Vernij (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) actualiseert het afsprakenkader met Vlaanderen. Gisa Vos (Rijkswaterstaat) is contactpunt bij internationale procedures. Zij vertellen hoe de samenwerking over de grens nog beter kan.
Eerst even terug: welke afspraken zijn er over grensoverschrijdende plannen, programma’s en projecten?
Susan: “Voor nieuwe ontwikkelingen, die grensoverschrijdende milieueffecten kunnen hebben in andere landen, geldt vanuit het Espoo-verdrag een notificatieplicht. De wettelijke inspraak aan de andere kant van de grens is gelijk aan de nationale inspraak en loopt ook gelijk op. Dat betekent dat we een actieve houding hebben naar andere landen en we betrekken ze waar nodig. De afspraken met onze buurlanden gaan over praktische zaken zoals het bepalen welke informatie nodig is, en hoe we deze het beste kunnen overbrengen.
Wat is jullie rol bij de internationale afspraken over m.e.r.?
Susan: “Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) vertegenwoordigt Nederland bij de Verenigde Naties (UNECE) waar het Verdrag van Espoo is. Eens per drie jaar vergaderen alle verdragspartijen. Namens Nederland praat ik mee over de implementatie en uitvoering van het Espoo-verdrag en protocol.”
Gisa: “Vanuit Rijkswaterstaat gaan we meer over de uitvoering. We inventariseren bijvoorbeeld hoeveel vragen er binnenkomen via onze Espoo-mailbox en het is ook de ingang voor internationale notificaties. Vaak zijn het procedurele vragen waar mensen uit onze projecten en programma’s tegenaan lopen. Die vragen proberen we zo snel mogelijk op te lossen. Ook kloppen andere overheden bij ons aan.”
Welk Nederlandse ontwikkelingen vallen onder het Espoo-verdrag?
Gisa: “Zowel in kleine als grote projecten en programma’s spelen grensoverschrijdende vraagstukken. Onlangs kreeg ik vragen van het Zuidelijk Maasdal vanuit Rijkswaterstaat Zuid-Nederland over terinzagelegging in Vlaanderen. Bijvoorbeeld omtrent vertaling en praktische zaken zoals termijnen. Het speelt ook in grote programma’s zoals het Nationaal Programma Landelijk Gebied, de Nota Ruimte en het Nationaal Milieuprogramma.”
Bij welke m.e.r.-activiteiten spelen grensoverschrijdende effecten?
Gisa: “We zien veel energieprojecten met grensoverschrijdende effecten. Bij ons in Nederland gaat het bijvoorbeeld om windparken op zee die de visserij en de natuur beïnvloeden, ook in het buitenland. In Duitsland, Engeland en Denemarken lopen ook initiatieven op zee die effect kunnen hebben op de Nederlandse zee. Denemarken is bijvoorbeeld bezig met een energie-eiland in zee. Denemarken informeert Nederland over de mogelijke effecten. Soms gaat het ook om nucleaire projecten of projecten, waar we nog weinig ervaring mee hebben, zoals ‘small modular reactors’.”
Wat voor vragen leven er over en weer?
Gisa: “Vanuit het buitenland krijgen we notificaties. Deze sturen we door naar het juiste bevoegd gezag in Nederland. Verder valt het me op dat de toepassing van wet- en regelgeving vragen oproept. Ook praktische zaken, zoals met wie men contact op kan nemen. Wat moeten we vertalen? Het Espoo-verdrag biedt hier ruimte voor maatwerk. Met Duitsland en Vlaanderen hebben we hierover bilaterale afspraken om hier invulling aan te geven.”
Speelt de taalbarrière ook een rol?
Gisa: “Dat kan inderdaad het geval zijn, officiële vertalingen kunnen lang duren. Soms wordt in de praktijk dan gebruik gemaakt van vertaalmachines. Het nadeel is dat nuances verloren kunnen gaan en verkeerd vertaalde woorden zijn verwarrend. We zien vooral dat er behoefte is aan verfijning van de afspraken hierover. Hoe voorkomen we misverstanden? Waar publiceer je? En hoe doe je bekendmakingen richting het publiek?”
Susan: “Artificial Intelligence (AI) geeft nieuwe mogelijkheden. Heel handig, maar je moet alert zijn op m.e.r.-terminologie. Denk aan woorden zoals plan-m.e.r. of de Notitie Reikwijdte en Detailniveau. Ook met Vlaamse projecten kunnen spraakverwarringen ontstaan door andere termen die zij gebruiken. Bedoelen we hetzelfde? Of hebben we het dan over een ander document? Dat geldt ook voor afkortingen. Het gaat dus echt om scherp krijgen welke definities we hanteren.”
Waarom werken jullie specifiek aan een afsprakenkader met Vlaanderen?
Susan: “Het contact tussen Nederland en Vlaanderen is goed. In de praktijk wisselen we al veel informatie uit. Toch willen we in onze plannen, programma’s en projecten nog beter samenwerken en elkaar goed informeren. Sinds het eerste afsprakenkader met Vlaanderen is er veel veranderd. We zien bijvoorbeeld behoefte aan kortere lijntjes en uniformer werken. De verplichtingen vanuit het Espoo Verdrag staan in de Omgevingswet, daarom willen we het vernieuwde afsprakenkader gelijk op laten lopen met de inwerkingtreding.”
Gisa: “We merken ook dat processen duidelijker moeten zijn. Ook kijken we hoe alles soepeler kan verlopen. Sommige oude afspraken zijn aan modernisering toe. Advertenties in dagbladen voldoen nu echt niet meer om inwoners over de grens te informeren en te betrekken bij een project. Het zijn allemaal zaken die ook in het contact met andere landen spelen. Daarom wordt nu eerst aan het afsprakenkader met Vlaanderen gewerkt. Dat kan later ook navolging krijgen in het contact met andere landen.''
Meer informatie:point-notification.espoo@rws.nl
Vertaling internationale termen in NL
Internationale term | Nederlandse vertaling |
---|---|
Environmental impact assessment (EIA) | Project m.e.r. (procedure) |
Strategic environmental assessment (SEA) | Plan m.e.r. (procedure) |
Environmental impact statement or report | Milieueffectrapport |
Scoping report or document | Notitie reikwijdte en detailniveau |
Vlaamse term | Nederlandse vertaling |
---|---|
Richtlijnen | Reikwijdte en detailniveau |
Screening | m.e.r. beoordeling |