Wat kunnen natuurlijke hulpbronnen en groene diensten die de aarde levert betekenen voor klimaatadaptatie? Volgens senior adviseur natuur Toine Morel van Rijkswaterstaat is biodiversiteit de basis voor goed functionerende ecosystemen. Het natuurlijk kapitaal is van groot belang voor klimaatadaptatie en toekomstbestendige netwerken. Wat houdt dit in?
Natuurlijk kapitaal en ecosysteemdiensten
Natuur en biodiversiteit worden vaak als synonieme termen gebruikt. Biodiversiteit staat voor de rijkdom aan soorten. Dit is de genetische variatie binnen een soort en de verscheidenheid aan soorten en ecosystemen. Aangepast aan verschillende omstandigheden van klimaat, water en bodem ontwikkelen zich in elk ecosysteem verschillende levensgemeenschappen met karakteristieke soorten planten en dieren. Natuurlijk kapitaal is de voorraad van natuurlijke hulpbronnen, die samen in materialen en diensten voorzien voor de mens. Op allerlei manieren levert het natuurlijk kapitaal ecosysteemdiensten die de kwaliteit van leven kunnen verbeteren. Dat kan zijn in de vorm van directe productiediensten zoals voedselproductie en hulpbronnen (bijvoorbeeld ertsen, ruwe olie en biomassa), maar ook indirecte en regulerende diensten zoals bijvoorbeeld waterzuivering, bodemvruchtbaarheid en temperatuurregulatie.
Biodiversiteit als thermometer
De biodiversiteit, oftewel de levensvormen binnen een ecosysteem, fungeert als een soort thermometer waaruit blijkt hoe een ecosysteem functioneert. Toine Morel legt uit: ‘Als binnen een ecosysteem voldoende soorten en aantallen leven, die karakteristiek zijn voor dat ecosysteem, is dat een maatstaf voor hoe goed zo’n ecosysteem functioneert. Die kwaliteit van ecosystemen is van belang, om ecosysteemdiensten te kunnen leveren zoals bodemvruchtbaarheid, bestuiving, absorberen van geluid en verkoeling. Deze diensten kunnen helpen om een evenwicht te herstellen.’
Ecosysteemdiensten
De eigenschappen van natuurlijk kapitaal in de vorm van ecosysteemdiensten worden ook bewust en onbewust toegepast in de samenleving en economie. ‘Denk aan plaagbestrijding, waterberging, bestuiving van planten en opslag van CO2 in bomen en planten. Deze diensten zijn belangrijk voor de kwaliteit van leven, de gezondheid en de economie. Zo levert bijvoorbeeld beplanting in een stedelijke omgeving een belangrijke bijdrage aan het tegengaan van hittestress. Voldoende groen en bomen kunnen dan schaduw en verdamping leveren. Dit principe wordt ingezet bij stedenbouw voor natuurlijke verkoeling van de openbare ruimte bij hitte,’ constateert Toine.
Kwelders
Sommige ecosystemen hebben van nature een hogere biodiversiteit dan andere systemen. Zo kunnen volgens Toine in een extreem milieu zoals een zuur veen maar relatief weinig planten- en diersoorten leven en in tropische bossen erg veel. ‘Toch kun je op basis daarvan niet zeggen dat het ene ecosysteem belangrijker is dan het andere.’ Een voorbeeld van een groot ecosysteem binnen het areaal van Rijkswaterstaat zijn de kwelders. Dit zijn begroeide buitendijkse landaanwassen, ontstaan door aanslibbing, die bij een gemiddeld hoogwater niet meer onderlopen. Toine noemt een studie van Rijkswaterstaat naar de mogelijkheden van natuurlijk kapitaal waaruit blijkt dat juist kwelders een grote rol spelen in de vastlegging van CO2. ‘Kwelders zijn een bron van leven voor bodemdieren, zoals diverse soorten slakken, insecten, strandvlooien, zeeduizendpoten en vogels. Bovendien bieden kwelders een natuurlijke bescherming tegen kustafslag.’
Weerbaarheid verbeteren
Rijkswaterstaat maakt ook veel gebruik van erosiebestrijding in de vorm van de ecosysteemdiensten van plantengroei om de veiligheid en stabiliteit van dijken en bermen te versterken. Een betere doorworteling van een soortenrijke graslandvegetatie versterkt namelijk de dijkbekleding en verhoogt de draagkracht van de bodem van bermen. ‘Wij denken zelfs dat de biodiversiteit in bermen nog beter benut kan worden voor deze functies. Sommige planten wortelen dieper dan andere. Die verschillende wortelstrategieën kunnen ingezet worden om de weerbaarheid van het systeem te verbeteren met meer bodemstabiliteit. Sommige planten zullen ook minder gevoelig zijn voor verdroging of uitspoeling of kunnen meer CO2 opnemen. Ga je nog een stapje verder, dan kan een aangepast maaibeleid de biodiversiteit en de ecosysteemdiensten nog verder opkrikken. Zo is het mogelijk om met een uitgekiend maaibeleid de biomassa en soortenrijkdom van grasvegetaties te beïnvloeden om daarmee het risico op bermbranden te verminderen.’
Kennis ontwikkelen
Rijkswaterstaat participeert in samenwerking met andere partijen in een EU LIFE-IP project All4Biodiversity. Rijkswaterstaat neemt hieraan deel om kennis te ontwikkelen via een promotieonderzoek aan Wageningen University & Research (WUR). ‘Het onderzoek van de WUR gaat in op de effecten van klimaatverandering, stikstofdepositie en CO2-opslag op de biodiversiteit en ecosysteemdiensten van wegbermen, zowel bovengronds als ondergronds. Door verschillen in maaifrequentie, -tijdstippen en -hoogte in een experiment te onderzoeken, krijgen we inzicht in de effecten op de biodiversiteit en ecosysteemdiensten. Misschien blijkt uit het onderzoek dat voor biodiversiteit en ecosysteemdiensten 2x maaien beter is dan 1x maaien, met als resultaat dat ook brandgevaar en erosie verminderen.’
Building with nature
De schaarsheid van ruimte en het stapelen van functies betekent volgens Toine niet altijd dat de beste keuzes voor het ecosysteem worden gemaakt. Moderne middelen zoals ‘building with nature’ kunnen bijdragen aan veerkrachtiger systemen. Als voorbeeld noemt hij de toepassing van de zandmotor, waarbij natuurlijke processen gebruikt worden om zwakke schakels in de kust te versterken. ‘Leuk is dat door dit soort toepassingen ook heel interessante projecten worden uitgevoerd en nieuwe gebieden kunnen ontstaan, denk aan Markerwadden of het Biesboscheiland. De natuur heeft allerlei slimme oplossingen in huis.’
Risico op instabiel ecosysteem
Toine maakt zich wel zorgen over het grote verlies aan biodiversiteit op wereldniveau en op Nederlands niveau. ‘Het verlies aan soorten is niet het enige verlies. Hoe minder soorten overleven, hoe groter het risico dat het ecosysteem instabiel wordt. Dat brengt risico’s met zich voor de leveringszekerheid van de nuttige ecosysteemdiensten waarvan de mens afhankelijk is. Gelukkig is er veel belangstelling voor een transitie naar een duurzame samenleving met behoud van de biodiversiteit en de natuurlijke hulpbronnen. Dat gaat ons helpen bij een toekomstbestendige inrichting van ons land.’
Meer informatie: