Om Nederland veilig, leefbaar en bereikbaar te houden, vertrouwen we steeds vaker op softwareapplicaties. We ontwikkelen ze zelf of samen met leveranciers. Slimme systemen om bijvoorbeeld het scheepvaartverkeer soepeler te laten verlopen of automobilisten tijdens hun reis op de hoogte te houden. Met Onze Release Train (ORT) verloopt softwareontwikkeling sneller dan ooit.
Applicaties ontwikkelen in kleine stukjes
De oude manier van softwareontwikkeling was een tijdrovend traject dat bovendien vaak resulteerde in applicaties waar gebruikers niet direct mee uit de voeten konden. Ze werden eigenlijk pas tegen het einde betrokken bij de ontwikkeling. Dan is het moeilijk bijsturen. Daarnaast verandert de vraag naar applicaties snel, net als de specificaties. Als je dan een jaar nodig hebt voor de ontwikkeling, is het product vaak al achterhaald voordat het in gebruik genomen is.
Amrita Chahal, product owner IVS Next heeft het nut van de ORT al ervaren: “Het is een totaal nieuwe manier van werken waarbij we het proces zoveel mogelijk opdelen in kleine stappen. Iedere 3 weken wordt er een nieuw onderdeel opgeleverd en de gebruiker is vanaf de eerste stap betrokken.” Deze werkwijze komt voor uit de scrum en continuous delivery die een paar jaar geleden ontstond bij de ontwikkelteams voor Scheepsvaartmanagement binnen de Centrale Informatievoorziening (CIV). Vanaf 2019 werd de manier van werken officieel omgedoopt tot de ORT.
Continu leren en verbeteren
Amrita haakte vorig jaar voor het eerst aan. “De ORT is me heel goed bevallen. Je hebt veel contact met de eindgebruikers en verschillende stakeholders en de klantwens wordt op ketenniveau geïnventariseerd. Het is snel schakelen en je krijgt meteen inzicht of je op de juiste weg bent of niet. Maar stakeholders moeten ook hun verwachtingen bijstellen: in 3 weken lever je natuurlijk nooit hele applicaties op. Het is dan ook belangrijk ze goed geïnformeerd te houden en telkens na te gaan welke toegevoegde waarde elke klantwens oplevert in de applicatie. Dat maakt het leuk en uitdagend.”
“In een reeks van korte cycli bouwen we zo dus stap voor stap aan een applicatie”, legt project- en programmamanager Michiel Engelsman uit. “Het gaat sneller omdat we eerder kunnen bijsturen als er nieuwe ontwikkelingen zijn of uit de gebruikerservaringen blijkt dat het niet goed werkt. Het draait om continu leren en daarna verbeteren van wat er al is. Dat doen we vooral door gebruikers de nieuwe features te laten testen. Hun ervaringen nemen wij dan weer mee in de volgende set aanpassingen.”
Jaren worden maanden
Deze manier van softwareontwikkeling zorgt voor een enorme tijdwinst. CIV levert nu applicaties op binnen enkele maanden. Waar het vroeger jaren waren. Dat komt door het snellere proces, maar ook door het automatiseren van veel werkzaamheden in de releasetrain. Vroeger moest een ontwikkelaar bijvoorbeeld handmatig zijn code testen op fouten. Of controleren of dat wat hij bouwde voldeed aan de security eisen. Nu is het testen -maar ook het opleveren (release)- verregaand geautomatiseerd. De releasetrain werkt bovendien volgens security by design, wat betekent dat security-eisen vanaf de start worden meegenomen bij het bouwen. Noodzakelijke beveiligingsupdates worden ook voortdurend uitgevoerd.
Meer tijd voor meer waardevol werk
Die automatisering van routinematig werk zorgt dat de ontwikkelaars hun handen vrij hebben voor meer waardevol werk. Michiel: “Ze hebben de tijd om goed af te stemmen over nieuwe features en om nieuwe technieken te benutten.” Toch zijn ze nog altijd erg gefocust op het opleveren van een zo goed mogelijk functionerende software aan de eindgebruiker. De ontwikkelaars zijn in Onze Release Train ook verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de applicatie. “Zitten er dus fouten in, dan hebben ze daar zelf last van.”
Releasetrain is goed op stoom
Ontwikkelaars bevalt de nieuwe manier van werken erg goed. Volgens Michiel is het heel stimulerend: “Ze zien snel resultaat van hun werk, hoeven minder routinematig werk te doen, en ook de interactie met de gebruikers vinden ze prettig. Dat levert kwalitatief betere software op. En daarmee ook meer voldoening.” De releasetrain is dus goed op stoom. Dat valt ook collega’s buiten scheepvaartverkeersmanagement op. Zo wordt het team steeds vaker gevraagd mee te bouwen aan applicaties die eerder volledig aanbesteed zouden worden. Het aantal ontwikkelteams blijft dus groeien.
Onze Release Train heeft geen eindstation. Telkens wordt de manier van softwareontwikkeling verder verbeterd, geautomatiseerd en de cyclus korter gemaakt. Deze manier van werken kan prima worden toegepast bij andere RWS-onderdelen. Het blijft handig om een tunnel in één keer op te leveren, maar er zijn genoeg taken binnen de organisatie die wel in korte cycli op te knippen zijn.
Van een jaar naar 3 weken
Michiel Engelsman snapt als geen ander het belang van de ORT. “In het verleden haalden wij eerst alle specificaties op: waar moet de software aan voldoen, wat is daarvoor nodig? Daarna startte een aanbestedingstraject. Dan brachten wij het team bij elkaar en gingen wij bouwen. Uiteindelijk leverde dat pas na minimaal een jaar een applicatie op. Als de gebruiker dan niet tevreden was, konden we opnieuw beginnen. Nu hebben we na elke 3 weken een onderdeel af. Deze wordt meteen getest en wanneer nodig doorontwikkeld. De gebruiker is aan de voorkant betrokken en dat levert betere software op in een korter tijdsbestek!”
IVS Next maakt scheepvaartverkeer sneller en veiliger
Een van de eerste applicaties die met de releasetrain is opgeleverd, is het nieuwe Informatie- en Volgsysteem voor de Scheepvaart (IVS Next). Hiermee krijgt de verkeersleiding gedetailleerde informatie over het scheepvaartverkeer. Verkeersleiders kunnen onder andere zien waar schepen zich bevinden, waarnaar ze op weg zijn, wat ze vervoeren of hoeveel mensen er aan boord zijn. Ook de bedienaars van sluizen en bruggen krijgen deze informatie. “Zo verbeteren we de doorstroming en veiligheid van het scheepvaartverkeer”, vertelt Michiel, die betrokken was bij het project.
“IVS Next is uniek in zijn soort. Geen enkel ander land ter wereld heeft zo’n geavanceerd volgsysteem voor de scheepvaart. En dit is pas het begin. We breiden de functionaliteit uit, bijvoorbeeld voor Corridorgerichte Bediening en Begeleiding. Ook gebruiken we de data die IVS Next verzamelt om ervan te leren, zodat we betere voorspellingen kunnen doen. Bijvoorbeeld over wanneer het op bepaalde punten op de vaarweg druk wordt. Zo wordt het systeem steeds slimmer.”