Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat slaan de handen ineen om de bijzondere getijdennatuur in de Oosterschelde te herstellen. De slikken en zandplaten in het Verdronken Land van Zuid-Beveland verdwijnen door zandhonger langzaam onder water. Door ze op te hogen met baggerslib uit de Zandkreekgeul, blijft dit belangrijke voedselgebied voor vogels behouden.
Dit najaar baggeren we 125.000 m3 slib om de Zandkreekgeul goed bereikbaar te houden voor de beroeps- en recreatievaart. Ongeveer de helft daarvan gebruiken we om een oppervlak van 15 ha getijdennatuur met zo’n 50 cm op te hogen: de Rattekaai in het Verdronken Land van Zuid-Beveland. Omdat het gebruiken van baggerslib voor natuurherstel nieuw is, deden we uitgebreid onderzoek naar de impact op de natuur en de omgeving. Frank Gijzel en Niels Honders van Rijkswaterstaat (RWS) en Robert Stoop en Frans van Zijderveld van Natuurmonumenten (NM) vertellen over deze intensieve samenwerking.
Waarom is het ophogen van de slikken en zandplaten in de Oosterschelde zo hard nodig?
Frans (NM): ‘Als we niks doen, is aan het eind van deze eeuw het merendeel van het intergetijdengebied weggezakt onder water. En daarmee heel veel waardevolle natuur en vele hectares aan schelpdierpercelen.’
Frank (RWS): ‘Precies. Het herstellen van deze natuur is belangrijk omdat watervogels er hun voedsel vinden, maar ook het economisch belang is groot.’
Frans (NM): ‘En een derde punt is dat het intergetijdengebied bijdraagt aan onze waterveiligheid. Het NIOZ heeft onlangs een studie opgeleverd waaruit blijkt dat op plekken waar voorland ligt – zoals zandplaten, slikken en schorren – de kans op dijkdoorbraken kleiner is of de effecten minder heftig zijn.’
Hoe is deze samenwerking ontstaan?
Frank (RWS): ‘Dat begon al in 2018. Natuurmonumenten kreeg vanuit een ander project budget beschikbaar om de natuur daar te herstellen. Dat dat mogelijk met baggerslib zou kunnen, heeft Frans toen naar mij uitgesproken. Een jaar later ging het balletje rollen. Wij kregen als Rijkswaterstaat de opdracht om de vaarweg in de Zandkreekgeul op diepte brengen voor de scheepvaart, zodat het hoofdvaarwegennet goed bereikbaar blijft. Bovendien hebben ook wij een opgave voor natuurbehoud. Zeker in het bijzondere intergetijdengebied.’
Frans (NM): ‘We werken al langer samen, zoals bij de zandsuppletie bij de Roggenplaat en de Oesterdam. Daardoor is er over en weer veel vertrouwen en weten we elkaar makkelijk te vinden. Het gebruiken van baggerslib voor het ophogen van platen en slikken is nieuw. We moesten daarom goed onderzoeken wat voor impact dat heeft op de natuur en de gebruikers. Maar we vonden dit een te mooie kans om niet te benutten. Een kans die we – als het succesvol verloopt – veel vaker kunnen toepassen. Dat draagt zowel bij aan de onderhoudsopgave van Rijkswaterstaat, als aan onze gezamenlijk opgave voor de natuur.’
Deze samenwerking gaat verder dan Rijkswaterstaat en Natuurmonumenten. Welke partijen zijn nog meer betrokken?
Frank (RWS): ‘We hebben intensief samengewerkt met kennisinstituten. Zij hebben ons geholpen bij het maken van modelberekeningen en een locatiestudie. Want wat is bijvoorbeeld de impact op schelpdierpercelen, zowel van het baggeren van de vaargeul als het ophogen van de slikken en zandplaten? Deltares, Wageningen Marine Research en het NIOZ hebben ons geholpen bij het in beeld brengen van mogelijke effecten en presenteerden dit ook op stakeholdersbijeenkomsten. Zo konden we echt goed luisteren naar de omgeving en inspelen op risico’s of zorgen van belanghebbenden.’
Robert (NM): ‘Arcadis heeft een groot deel van de planfase voorbereid. Denk aan onderzoek naar impact op de natuur, archeologie, stikstof en het regelen van vergunningen. Ik vind het mooi hoeveel continuïteit er zit in alle samenwerking die is ontstaan. We weten elkaar al langere tijd snel te vinden en dat is fijn. Er wordt steeds weer kennis en ervaring toegevoegd.’
Onlangs hebben jullie een samenwerkingsovereenkomst getekend. Wat houdt dat in?
Niels (RWS): ‘Er komt heel wat bij kijken voor je een goed idee kunt uitvoeren. We schrijven het contract, leveren onze expertise, regelen vergunningen en financiën en doorlopen de juiste procedures. Bovendien moet je veel met elkaar afstemmen. Aan het opstellen van deze samenwerkingsovereenkomst is dan ook een jaar aan voorbereiding voorafgegaan.’
Frank (RWS): ‘In de samenwerkingsovereenkomst staan onze gezamenlijke doelstellingen, de budgetten en planningen, wie welke vergunningen aanvraagt, hoe we het omgevingsmanagement inrichten en hoe we omgaan met risico’s.’
Robert (NM): ‘Het is een heel innovatief en relatief nieuw project. Het is daarom vooraf lastig in te schatten wat je tegenkomt in de voorbereiding en monitoring, wat je moet onderzoeken en wat het gaat kosten.’
Frank (RWS): ‘Als blijkt dat we dit in de toekomst vaker kunnen doen, hebben we deze overeenkomst als een mooie basis.’
Niels (RWS): ‘Onlangs is de aanbesteding gestart en in het najaar zal het werk uitgevoerd worden. Aan het eind van het jaar moet het baggeren en suppleren afgerond zijn. Daarnaast blijven we de komende jaren monitoren wat de effecten zijn.'
Samenwerken in coronatijd, hoe hebben jullie dat ervaren?
Robert (NM): ‘Het heeft me verbaasd hoe we op een hele mooie manier toch zijn verbonden. Frans ken ik goed, Niels en Frank heb ik nog nooit in het echt gezien. Maar met videobellen kom je toch bij elkaar thuis als het ware. Op zolder of in de werkkamer.’
Frans (NM): ‘Grappig dat je dat zo zegt, Robert. Het haalt het niet bij echt samenkomen, maar het is ook weer persoonlijker dan in een vergaderzaaltje. Die vakantiefoto’s die achter jou hangen ken ik inmiddels uit mijn hoofd.’
Frank (RWS): ‘Zelfs ik heb Niels nog nooit in het echt gezien. Het werkt ook wel weer efficiënt zo, met korte lijnen. Het champagnemoment op het slik of op de dijk komt nog wel een keer.’
Frans (NM): ‘Precies. Ik vond het heel mooi dat we bij Natuurmonumenten met een idee rondliepen en dat Rijkswaterstaat daar meteen voor open stond. Regulier werken zoals je altijd doet, is verreweg het makkelijkst. Die ruimte om mee te denken en te doen, daar begint het mee. Anders loop je rond met een mooi idee maar gebeurt er niets.’
Ook in dit magazine:
Op de hoogte blijven?
We houden u graag op de hoogte van alle ontwikkelingen rondom het groot onderhoud aan de infrastructuur. Dat doen we onder andere via de nieuwsbrief Bereikbaar Zeeland, waarop u zich kunt abonneren. Benieuwd naar alle projecten? Neem dan eens een kijkje op de projectpagina Bereikbaar Zeeland.
Wanneer u de weg of het water op gaat, bekijk dan voor vertrek Van A naar Beter of Vaarweginformatie.nl voor de actuele reisinformatie.