MKB Infra denkt mee over de nieuwe marktvisie

Rijkswaterstaat en de markt werken samen aan de infrastructuur van Nederland. Hoe kunnen we die samenwerking verbeteren? Die vraag staat centraal bij de gezamenlijke ontwikkeling van de nieuwe marktvisie. Daan Stuit van MKB Infra blikt terug op dit proces. En kijkt uit naar een optimale samenwerking.

Wie: Daan Stuit - Wat: voorzitter - Waar: MKB Infra

Waardering voor elkaar
‘Best bijzonder.’ Zo noemt Daan Stuit, voorzitter van brancheorganisatie MKB Infra, het initiatief van Rijkswaterstaat om samen met marktpartijen een nieuwe marktvisie op papier te zetten. ‘Voor mijn gevoel is dit – en ik loop al wat langer mee – de eerste keer dat we echt samen met opdrachtgevers praten over hoe we in de toekomst met elkaar om willen gaan. Dat we hierbij uitgaan van gelijkwaardigheid, met waardering voor elkaars standpunten en inbreng, is ongelooflijk belangrijk.’

Samen 1 doel
‘We mogen nu bijvoorbeeld duidelijk zeggen dat een aannemer ook gewoon wat moet kunnen verdienen aan een project, vindt Stuit. ‘En dat we af moeten van onrealistische inschrijvingen op aanbestedingen. Dat was in de cultuur van de afgelopen jaren wel anders. Het unieke aan de GWW-sector is dat we niet alleen bouwers zijn. We maken zelf ook gebruik van de infrastructuur. We werken dus voor Nederland én onszelf. Dat moeten we met elkaar doen.’

De kracht van vaklui
Volgens Stuit blijft de kracht van vaklui uit het mkb nu vaak nog onbenut. Daarom is het een goed idee om projecten behapbaar te houden, meent hij. ‘In de ogen van Rijkswaterstaat is een project van 50 miljoen misschien niet zo groot. Maar voor het merendeel van het mkb is dat wel het geval. Eén van mijn punten was dan ook: deel een aantal grote projecten eens in kleinere stukjes op. Dan kan ook het mkb meedoen. En niet alleen een handvol grote aannemers. Voordeel voor opdrachtgevers is dat zij hierdoor meer keus hebben. En van meer specialistische kennis gebruik kunnen maken.’

‘Er zit veel specialistische kennis in het mkb’

Achterban meenemen
Stuit is overtuigd van de waarde van de marktvisie. Nu zijn achterban nog. ‘Dat zal een aantal jaren duren. Je hebt altijd koplopers, een grote middengroep en nog een aantal ondernemers die achterblijven. Als 70 procent van het mkb op de hoogte is van de marktvisie en meedoet, dan is dat al een groot succes.’ Het is niet altijd even gemakkelijk om ondernemers mee te krijgen, aldus Stuit. ‘Vooruitkijken en anticiperen op de toekomst is geen eenvoudige klus. Zeker als je bedenkt dat ondernemers vandaag de dag vaak moeite hebben om hun bedrijf overeind te houden.’

Zoek eens iemand anders
Het vraagt dus wel iets van ondernemers, om het roer om te gooien. Toch ziet Stuit dat sommigen al andere wegen in durven te slaan. ‘Ik zeg vaak tegen mkb’ers dat ze eens iemand uit een heel andere sector moeten aannemen. Waarom? Omdat de wereld in rap tempo verandert. Daarop moet je anticiperen. Bijvoorbeeld door andersdenkende collega’s te zoeken. Die een frisse blik op nieuwe maatschappelijke opgaven hebben. Een paar ondernemers hebben dat ook echt gedaan. En plukken daar nu de vruchten van.’

‘Onze rollen moeten duidelijk zijn én blijven’

Trots
De komende 5 jaar moet de bouwsector de nieuwe marktvisie in de praktijk brengen, geeft Stuit aan. ‘Heel belangrijk hierbij is dat de rollen binnen onze sector duidelijk zijn en blijven. Want er is nu eenmaal één partij die aanbesteedt en één partij die een factuur moet sturen. Dat gaat niet veranderen. Ook trots is essentieel. Ik hoop dat we ein-de-lijk van dat slechte imago afkomen in de bouw. En het voor jonge mensen weer interessant wordt om in onze sector te werken.’