In de Hoogwaterbeschermingsprogramma’s (HWBP’s) controleert Rijkswaterstaat samen met de waterschappen regelmatig of de waterkeringen in Nederland nog bestand zijn tegen hoogwater. Dijken, duinen, dammen, sluizen en gemalen die niet in orde zijn, verstevigen we. Dat gebeurt vaak op een innovatieve manier.
Met innovatieve technieken, producten of aanpakken kunnen we de projecten binnen het HWBP slimmer, sneller en doelmatiger uitvoeren. Natuurlijk staat waterveiligheid voorop. Maar we kijken ook altijd hoe we zo efficiënt mogelijk te werk kunnen gaan. Bijvoorbeeld door te onderzoeken of we methodes voor dijkversterkingen kunnen verbeteren. Of door multifunctionele keringen te bouwen, zoals in Scheveningen en Katwijk.
Multifunctionele boulevard Scheveningen
De zeewering bij Scheveningen bleek over een lengte van een kilometer niet sterk genoeg. Omdat de gemeente Den Haag al plannen had om het betreffende gebied hoogwaardiger in te richten, is besloten om de versterking en de inrichting te combineren. Er is gekozen voor een dijk-in-boulevard-oplossing, waarbij een zelfstandige dijk, inclusief steenbekleding, is aangelegd op de huidige hoogte. De boulevard is in terrassen aangelegd vóór de dijk en onttrekt deze aan het oog. Om de veiligheid te kunnen garanderen, is het strand opgehoogd en verbreed. Mede door het ontwerp van de Spaanse architect De Solà-Morales is een aantrekkelijke ruimte gecreëerd die de economische vitaliteit van Scheveningen ten goede komt.
Parkeren in het duin in Katwijk
Ook in Katwijk wordt waterveiligheid op een vernieuwende manier met ruimtelijke ordening gecombineerd. Om de kust te versterken, hebben de gemeente en het waterschap een brede en lage dijk gebouwd in een nieuw aangelegd duin tussen het strand en de boulevard. Omdat het duin de eerste klappen opvangt bij hoogwater hoeft de dijk minder hoog te zijn. Zo blijft het zicht op zee behouden. Daarnaast ontstond door deze constructie een unieke parkeermogelijkheid. Tegenwoordig kunnen strandbezoekers hun auto kwijt in een parkeergarage die in het duin ligt.
Controle breuksteen op Wieringermeerdijk
Om een dijkbekleding van breuksteen te controleren, nemen we monsters. Deze boren we uit de deklaag, waardoor we deze feitelijk alweer verzwakken. Daarnaast is dit een dure en tijdrovende methode die slechts een beperkt beeld geeft van de staat van de deklaag. Daarom onderzoeken we of we met microgolfstraling een volledig beeld van de dijkbekleding kunnen maken. Verschillen in materiaal (steen, asfalt, water, lucht) geven verschillende signalen af. Zo kunnen we in principe zwakke plekken en afwijkingen lokaliseren door met een speciale radio-ontvanger over de dijk te lopen. Momenteel testen we deze methode op de Wieringermeerdijk. Hier is nog niet zo lang geleden over een lengte van 17 km een nieuwe laag aangebracht van zogeheten breuksteen dat met asfalt aan elkaar is ‘gelijmd’. De resultaten van dit onderzoek verwerken we in een inspectieprotocol dat we ook bij andere dijkversterkingen gaan gebruiken.
Vooroever Houtribdijk
Een vooroever van zand zorgt ervoor dat een dijk minder zwaar wordt belast. Doordat golven stukslaan op de vooroever, neemt de kracht van de golven af. De dijk zelf hoeven we daardoor niet te versterken. Langs de kust wordt dit principe al vaker toegepast. Om te onderzoeken of deze aanpak ook bij meren werkt, hebben we bij de Houtribdijk als proef een 400 m lange en 150 m brede -vooroever aangelegd. Blijft het zand wel liggen? Houdt de dijk het ook onder zware omstandigheden? En met welke beplanting kunnen we de vooroever het beste versterken? Om deze vragen te beantwoorden, monitoren we de proeflocatie 4 jaar lang. In 2018 zijn de definitieve resultaten bekend. Met de kennis die we dan hebben opgedaan, gaan we de modellen en ontwerpregels voor vooroevers verbeteren. Zo kunnen we dit concept ook bij andere meren toepassen.
Minder roestvorming op damwanden
Als er geen ruimte is om extra grond aan te leggen, bijvoorbeeld als de dijk heel dicht op de bebouwing staat, zetten we stalen damwanden in voor dijkversterkingen. Door roestvorming (corrosie) van het staaloppervlak neemt de sterkte hiervan af. Om toch een langere levensduur te garanderen, gebruiken we een ‘corrosietoeslag’: voor de zekerheid maken we dikkere – en duurdere – damwandplanken dan wellicht nodig is. Met een aantal waterschappen hebben we onderzocht of deze toeslag niet te conservatief ingeschat is. Dat blijkt inderdaad het geval. Stalen planken komen zelfs na een verblijf van tientallen jaren in de bodem zonder roest uit de grond. Ook uit literatuuronderzoek blijkt dat corrosie in de bodem verrassend laag is. Op basis van deze bevindingen heeft het Expertise Netwerk Waterveiligheid het HWBP-2 de mogelijkheid gegeven om met een veel lagere toeslag te gaan werken. Daardoor kunnen we voortaan minder dikke damwandplanken gebruiken. Deze zijn goedkoper én duurzamer.
Coördineren en faciliteren
Waterveiligheid is een van de innovatieprioriteiten in de Innovatieagenda Rijkswaterstaat 2015-2020. Waterbeheerders ontwikkelen tal van kansrijke innovaties om waterkeringen te versterken. Het HWBP coördineert en faciliteert deze initiatieven. Het programma maakt het mogelijk dat innovaties toegepast kunnen worden, zodat dijkversterkingen ook in de toekomst sober, robuust en doelmatig zijn. Zo blijft Nederland beschermd tegen hoge waterstanden.