Vanaf dit voorjaar levert Windpark Maasvlakte 2 groene stroom voor de totale energiebehoefte van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Eneco bouwde hiervoor de windmolens, doet het beheer en levert vervolgens ook de energie. “Een mooie samenwerking!”, vindt projectmanager Rien van Zetten en vertelt ook waarom hiervoor een speciaal contract is ontwikkeld.

Profielfoto Rien van Zetten
Rien van Zetten, Projectmanager Windpark Maasvlakte 2

Voldoen aan duurzaamheidsopgave

Begin 2022 startte Eneco met de bouw van Windpark Maasvlakte 2. Een uniek park, met 10 turbines op de dijk en 12 turbines op het strand, gebouwd met offshore technologie op een onshore locatie. De 22 windturbines leveren jaarlijks 416 GWh duurzame stroom. Met de groene stroom van de Maasvlakte verduurzaamt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat alle kantoren, tunnels, bruggen en snelwegverlichting. Rien van Zetten: “Het ministerie van I&W heeft de opdracht om in 2030 alle energie duurzaam in te kopen. Met dit project voldoen we daar in 2023 al aan. Sterker nog:  De opbrengst is zo groot, dat we ook een deel van de duurzaamheidsopgave van andere ministeries kunnen afdekken. Zij willen graag een project van gelijke omvang om straks in 2030 ook in eigen behoefte te kunnen voorzien.”

Kaart windmolens Maasvlakte
Rijkswaterstaat

Nieuwe contractvorm: Power Purchase Agreement (PPA)

De bouw van Windpark Maasvlakte 2 vroeg om een andere contractvorm dan Rijkswaterstaat doorgaans gebruikt voor infrastructuurprojecten. Dit bleek uit de concurrentiegerichte dialoog met de markt. De keuze viel vervolgens op een Power Purchase Agreement (PPA). Een nieuwe contractvorm, met daarin een stroomafnameovereenkomst tussen elektriciteitsproducent en de afnemer. In de PPA staat de hoeveelheid en de prijs van de energie die geleverd wordt. De PPA leent zich vooral voor stroomlevering in de vorm van een verbruiksartikel, waarbij tegelijkertijd de eigendomssituatie niet verandert. Daarom is het volgens Rien voor reguliere bouwprojecten geen voor de hand liggende vorm. Het ontwikkelen van deze nieuwe contractvorm, die afweek van de standaardaanpak, was niet vanzelfsprekend. “We hadden nog nooit eerder stroom op deze manier ingekocht. Dus moesten we wel zoeken naar een goede vorm. De toenmalige Directeur-Generaal van Rijkswaterstaat Jan-Hendrik Dronkers gaf hiervoor akkoord.”

Hoogste opbrengst tegen de laagste prijs

Bij andere energieprojecten is gronduitgifte gebruikelijk, waarna bij de oplevering van een bouwwerk het beheer van infrastructuur over gaat naar Rijkswaterstaat. Bij Windpark Maasvlakte 2 ging het om 12 windmolens op zachte ondergrond waarvoor de afspraak is dat zij 25 jaar blijven staan en om 10 windmolens die op de harde zeewering blijven staan tot 2040.  “Als Rijkswaterstaat hebben we dus niets te maken met de bouw en met het beheer en onderhoud. Wat we wel doen is garanderen dat we de stroom afnemen tegen een vast prijs en looptijd.” Een nieuwe benadering, waarvoor volgens Rien inmiddels meer belangstelling is. “De standaard contractvorm waarbij grond uitgegeven wordt, gaf ons veel onzekerheid over het al dan niet rendabel zijn van een project voor de markt, zowel voor de kosten als voor de opbrengsten. Het lukte ons inderdaad om binnen de PPA het project voor aannemers aantrekkelijk te maken.” Het projectteam wordt inmiddels al gevraagd om bij vervolgprojecten te adviseren. “Met de PPA bouwen we zekerheid in voor de opbrengsten én bieden een prikkel voor de hoogste opbrengst tegen de laagste prijs.”

Fonds voor maatregelen natuur, recreatie en bedrijven

Bij de gunning zijn naast prijs ook maatregelen voor natuur, recreatie en bedrijven als gunningscriterium opgenomen. Rien: “Bij de bouw en het beheer moest dus rekening worden gehouden met deze drie belangen. Dit hebben we in een apart fonds ondergebracht. Binnen dit fonds kon de aannemer voorstellen doen voor maatregelen om belangen voor natuur, recreatie en bedrijven te compenseren. Denk bijvoorbeeld aan negatieve effecten op vogels, vissen en de bereikbaarheid van bedrijven. Vanuit het fonds is hierover onafhankelijk geadviseerd en in het contractoverleg werden de besluiten genomen,” legt Rien uit. De prijs was dus niet alleen leidend. De uitdaging van de aannemer zit vervolgens in de samenstelling van het park, waarbij deze het hoogste vermogen tegen de laagste prijs kan aanbieden. De soort windmolen, de onderlinge afstand, de bouwwijze en de manier waarop de molens worden onderhouden kunnen hierin het verschil maken.

Zelfopladende snelwegen

De vraag is in hoeverre PPA binnen Rijkswaterstaat verder gebruikt zal worden. Volgens Rien heeft de nieuwe contractvorm voor reguliere infrastructuur nu nog geen toegevoegde waarde. “Zolang we nog geen zelfopladende snelwegen bouwen voldoen de gebruikelijke contracten.”

Meer informatie

Meer informatie: rien.van.zetten@rws.nl tel. 06-53 15 64 41