In nauwe samenwerking met Aebi Schmidt en Schuitemaker Industrial onderzoekt Rijkswaterstaat hoe gladheidbestrijdingsmaterieel kan worden verduurzaamd. Bijvoorbeeld door sneeuwploegen en zoutstrooiers te refurbishen of te remanufacturen en zo veel CO2-uitstoot te besparen. ‘Samen maken we een inhaalslag in deze conservatieve markt.’
In de aanbesteding voor het leveren van materieel voor gladheidbestrijding in 2021 daagde Rijkswaterstaat marktpartijen flink uit op het gebied van duurzaamheid. ‘Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft de doelstelling om in 2030 klimaat- en energieneutraal te zijn, de helft minder primaire grondstoffen te verbruiken en circulair te werken’, licht Björn Smolders, contractmanager bij Rijkswaterstaat, toe. ‘Inschrijvers kregen de ruimte om zich te onderscheiden door te beschrijven hoe ze duurzaamheid verder wilden bevorderen.’ In de afgesloten contracten met Aebi Smidt en Schuitemaker Industrial zijn vervolgens afspraken gemaakt om praktisch invulling te geven aan de toezeggingen. Zodat ze bijdragen aan de doelstellingen van het ministerie. ‘We onderzoeken nu bijvoorbeeld samen met deze leveranciers hoe we met refurbishing en remanufacturing de levensduur van materieel, zoals zoutstrooiers en sneeuwploegen, kunnen verlengen. De lessen die we hierbij leren, gebruikt Rijkswaterstaat om in toekomstige aanbestedingen duurzamer uit te kunnen vragen.’
Refurbishen of remanufacturen?
Refurbishing en remanufacturing zijn technieken om de levensduur van bestaand materieel te verlengen. Bij refurbishing worden kapotte onderdelen vervangen door dezelfde originele onderdelen. De zoutstrooier of sneeuwploeg kan daarna weer hetzelfde als bij aanschaf. Bij remanufacturing worden onderdelen vervangen door nieuwe onderdelen. Het materieel voldoet daarna aan de huidige stand van de techniek en biedt extra functies. ‘Vergelijk het met een refurbished iPhone 6: die kan precies hetzelfde als 9 jaar geleden’, verduidelijkt Arnold Uyt den Bogaard, key accountmanager bij Aebi Schmidt. ‘Maar als je die iPhone 6 zou remanufacturen, kan hij hetzelfde als de huidige iPhone 14.’ Bij de 2 technieken komt aanzienlijk minder CO2 vrij dan bij de productie en aanschaf van gloednieuw materiaal. ‘Een zoutstrooier bestaat bijvoorbeeld voor een groot deel uit staal, roestvrij staal en kunststof’, licht Paul Gieselbach, key accountmanager bij Schuitemaker toe. ‘Als je deze materialen refurbisht, bespaar je zo’n 80% CO2-uitstoot ten opzichte van een nieuwe strooier. Trek je dat door naar het hele arsenaal, dan behaal je honderdduizenden tonnen CO2-winst.’
Maatwerk voor elke machine
Beide bedrijven kijken per zoutstrooier en sneeuwploeg of het technisch mogelijk én interessant is om de machine te refurbishen dan wel te remanufacturen. Dat is maatwerk, zoals Schuitemaker ondervindt in een proef met 5 strooiers en 5 ploegen. ‘Ten eerste is er natuurlijk de staat van de machine en onderdelen’, aldus Gieselbach. ‘Als die te slecht is, is de investering niet in balans met de opbrengst. Hydrauliek en stalen onderdelen zijn vaak makkelijk te refurbishen, maar bij elektronica kiezen we meestal voor remanufacturen. En met een nieuwe computer kun je weer andere functionaliteiten inbouwen, bijvoorbeeld GPS.’ Daarmee kan zijn bedrijf dan weer voldoen aan verzoeken van een opdrachtgever. Die wil vaak dat zijn materieel state-of-the-art is. ‘Het gaat om het totaalplaatje, want nieuwe onderdelen bieden vaak mogelijkheden om te optimaliseren’, vertelt ook Uyt den Bogaard. ‘Bijvoorbeeld om efficiëntere routes te rijden of duurzamere mengverhoudingen voor zout te maken. Ook die aspecten nemen we mee. Door dit soort efficiëntiewinsten hebben we zo’n 10% van het materieel al niet meer nodig. Dit deel van de vloot kunnen we dus inzetten als grondstof voor refurbishing of remanufacturing.’