Taken, ambities en organisatiestructuur van het LMA
In de Wet Milieubeheer is verplicht gesteld dat het afstand doen of in ontvangst nemen van bedrijfsafval of gevaarlijk afval, gemeld moet worden bij de landelijke aangewezen meldinstantie. Sinds 2017 is Rijkswaterstaat door de Staatssecretaris aangewezen als de landelijke meldinstantie.
Taken
Het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA) heeft een signalerende maar geen handhavende taak. Het LMA richt zich in de eerste plaats op het ondersteunen van handhavers en toezichthouders. Maar ook op het ondersteunen van melders bij de naleving van hun verplichtingen in het kader van het Besluit Melden.
De uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) op afvalgebied is voornamelijk opgedragen aan de omgevingsdiensten. De activiteiten van het LMA zijn gericht op:
- Een snelle, efficiënte verwerking van meldgegevens met een zo hoog mogelijke kwaliteit (volledig, actueel, juist).
- Het gebruiksvriendelijk beschikbaar stellen van meldgegevens en informatieproducten aan handhavers, toezichthouders en beleidsmakers.
- Wij bieden gerichte ondersteuning bij het uitoefenen van toezicht en handhaving op de gehele afvalketen.
- De informatieproducten zijn toegespitst op maatschappelijk relevante onderwerpen en borging van een veilige leefomgeving. Hierbij wordt rekening gehouden met specifieke behoeften van afnemers.
Het LMA:
- Voorziet in een landelijk meld- en servicepunt afvalstoffen (meldpunt en basisadministratie).
- Bevordert en ondersteunt informatie gestuurde handhaving.
- Stelt kennis over branches, ketens, regio’s en bedrijven ter beschikking.
- Voert specialistische analyses van afvalbewegingen uit.
- Is expert in voor de meldsystematiek relevante afval wet- en regelgeving.
- Leidt professionals op (toezichthouders en handhavers).
- Is vraagbaak voor de praktijk.
Ambities
De ambities van het LMA zijn vastgelegd in een meerjarenagenda. Deze agenda bepaalt onze ambities en speerpunten voor een periode van 5 jaar. De laatste meerjarenagenda is in 2016 vastgesteld en heeft een planperiode tot 2020. In 2020 lag de focus vooral op de volgende zaken.
De kwaliteit van het primaire proces op peil houden
Een goede kwaliteit van ons primaire proces is een randvoorwaarde voor de functionaliteit van AMICE. Zo zorgen wij ervoor dat onze gebruikers uit de voeten kunnen met de door ons verzamelde meldingen. Maar ook voor ons zelf zodat wij adviesproducten en -diensten met een hoge kwaliteit kunnen leveren. Daarom is het belangrijk dat we het proces van melden, registreren en informatie beschikbaar stellen goed blijven verzorgen. Hieronder wordt onder andere verstaan:
- Invoeren schriftelijke meldingen (inclusief technische controle).
- Uitgifte verwerkersnummers en bedrijfsnummers.
- Verlenen van toegang tot het meldsysteem AMICE (accounts/certificaten, autorisaties).
- Verwerken correcties/ mutaties op meldingengegevens.
- Beantwoorden helpdeskvragen en de afhandeling klachten.
- Beheer van de lijst met meldingsplichtige inrichtingen (MPI’s).
- Rappellering van niet-melders en niet-volledig melders.
- Functioneel beheer AMICE en beheer van de website LMA.
- Communicatie en voorlichting, waaronder klant tevredenheidonderzoeken.
- Verlenen van ontheffing voor het gebruik van elektronische begeleidingsbrieven.
- Advies en ondersteuning aan handhavers, bijvoorbeeld via maatwerkrapportages.
- Afhandelen WOB-verzoeken.
In 2020 heeft het LMA zelf geen WOB-verzoeken ontvangen. Wel zijn wij in twee gevallen gevraagd om zienswijzen. Eenmaal door de ILT en eenmaal door een provincie. In beide gevallen is de zienswijze van het LMA in het besluit overgenomen.
Hoewel we ons al jaren bezighouden met het primaire proces, zijn we in 2020 net als iedereen geconfronteerd met de COVID-19 pandemie. Die pandemie heeft ervoor gezorgd dat we anders moesten werken. Niet meer vanuit kantoor, maar vanuit huis. Met trots kijken we terug op hoe we ervoor hebben gezorgd dat onze klanten hier geen nadelige gevolgen aan hebben ondervonden. Een compliment waard voor alle collega’s die zich hiervoor hebben ingezet.
Intensiveren contacten direct belanghebbenden
Het LMA heeft veel contacten met andere partijen. Zo werken we intensief samen met omgevingsdiensten, maar ook hun handhavingspartners zoals inspecties en politie. Ook komen we steeds meer in contact met diensten die een taak hebben in de transitie naar een circulaire economie. Denk daarbij aan het Rijk, de gemeenten, provincies en onderzoeksinstituten.
In 2020 wilden we meer in contact komen met de gemeenten en provincies. Helaas kwam dit, mede door de COVID-19 pandemie minder goed uit de verf dan we van tevoren hadden gewild. Zo zijn we niet in staat geweest duurzame relaties op te bouwen met de provincies en gemeenten. Wel hebben we het volgende bereikt:
- Met de gemeente Amsterdam en de TU-Delft hebben we een webinar georganiseerd. Daarin is een grote groep deelnemers, van onder andere gemeenten en provincies, geïnformeerd over een project op het gebied van de circulaire economie. De gemeente Amsterdam heeft met behulp van LMA-data een beter beeld gekregen over de afvalstromen in de gemeente.
- We hebben Inter Provinciaal Overleg (IPO) ondersteund bij het vraagstuk rondom de introductie van een financiële zekerheid voor afvalbedrijven. Daarbij hebben we vooral onderzoek gedaan naar de huidige tarieven voor afvalverwerking. Informatie dat kan worden gebruikt om te bepalen wat de financiële risico’s voor de bevoegde gezagen zijn. Bijvoorbeeld als een afvalbedrijf failliet gaat en de opgeslagen afvalstoffen moeten worden opgeruimd.
- Verhoogde inzet op vraagstukken over de circulaire economie. De vraag naar onze meldgegevens op dit gebied wordt steeds groter. Daarom worden wij regelmatig benaderd met de vraag naar data en kennis. Zo hebben we in 2020 onder andere samengewerkt met PBL, het Rijk, provincies, gemeenten, CBR, onze collega’s van Afval en Circulair en de TU-Delft.
Voorbereiding Omgevingswet
Een belangrijk speerpunt uit de ‘oude’ meerjarenagenda heeft te maken met de komst van de Omgevingswet. Deze nieuwe wet heeft gevolgen voor de meldsystematiek en het meldsysteem AMICE. Daarom zijn we in 2020 een project gestart dat als de Omgevingswet in 2022 in werking treedt daar klaar voor zijn.
De Omgevingswet is niet het enige waar we mee aan de gang moeten. Het LMA moet ook voldoen aan de Handelsregisterwet en de Wet digitale overheid. Daarnaast heeft een wijziging van de Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen impact op het Besluit melden en het meldsysteem AMICE. Deze zaken nemen wij ook in het project op. Hierdoor is het een omvangrijk project geworden, waar de komende tijd (naar verwachting tot en met medio 2022) veel tijd en energie in wordt gestoken. Uiteraard informeren wij gebruikers ruim op tijd over de relevante wijzigingen en aanpassingen aan het meldsysteem.
Aan de slag met een nieuwe meerjarenagenda
Zoals hierboven aangegeven, zijn onze ambities vastgelegd in een meerjarenagenda. De ‘oude’ meerjarenagenda liep eind 2020 af. Daarom zijn we in 2019 gestart met het maken van een nieuwe meerjarenagenda. Deze is eind 2020 besproken met de Stuurgroep LMA en is begin 2021 ingegaan. Onze ambities zijn niet heel anders geworden. We streven namelijk altijd naar een continue verbetering van onze producten en diensten. We merken dat de laatste jaren er steeds meer aandacht is voor de circulaire economie. We zijn ervan overtuigd dat het LMA een belangrijke bijdrage kan leveren aan (monitoring in) een circulaire economie. Daarom heeft dit onderwerp in onze nieuwe meerjarenagenda een prominente plaats gekregen. De komende jaren gaan we aan de slag met de speerpunten uit deze nieuwe meerjarenagenda.
Organisatiestructuur
De uitvoerende organisatie, het LMA, legt verantwoording af aan de Stuurgroep LMA. Deze bestaat uit vertegenwoordigers van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), IPO, VNG en als adviserend lid een directeur van een omgevingsdienst, namens Omgevingsdienst NL.
De structuur van het LMA is als volgt opgebouwd
De Stuurgroep LMA. Hierin zitten de volgende partijen:
- IenW
- IPO
- VNG
- Adviserend lid omgevingsdiensten
- Rijkswaterstaat als uitvoerder
De uitvoerende organisatie Rijkswaterstaat:
- Directie Leefomgeving
- Afdeling LOSA/LMA
- Accountmanager
- Meldkamer/helpdesk medewerkers
- IV medewerkers
- Adviseurs
De 3 betalende partijen zijn in een convenant overeengekomen dat de opdracht van IenW, IPO en VNG in stand gehouden wordt. Dit loopt via een opdracht van IenW aan Rijkswaterstaat voor het uitvoeren van de LMA-functie en het daartoe kwantitatief en kwalitatief op peil houden van de uitvoeringsorganisatie. Per jaar ontvangt Rijkswaterstaat 2,2 miljoen euro voor deze opdracht.